Onze laatste dagen in de Filippijnen brengen we heel wat rustiger door dan dat we gepland hadden. Een bezoek aan de vulkaan Mount Pinatubo blijkt er niet in te zitten en de strandbestemming, Subic Bay, blijkt nogal een doodse bedoening te zijn. We hadden gehoopt onze laatste dagen nog goed te kunnen benutten, maar als je reist loopt niet altijd alles zoals je het had gepland.

 

Na een erg lange reisdag, de langste van onze hele trip, genieten we van een heerlijk bed en een zalige nachtrust. De volgende dag doen we lekker niets zodat vooral Senne wat kan bekomen aan het zwembad. Om te weten hoe we morgen eventueel de vulkaan, Mount Pinatubo, kunnen bezoeken gaan we ons alvast even informeren.

Jammer genoeg wordt ons een trip naar de vulkaan afgeraden. In eerste instantie omdat we met een jong kind reizen, maar bijkomend vooral ook omwille van het regenseizoen. Enkele jaren geleden zijn er heel wat toeristen en hun gidsen omgekomen toen hun konvooi verrast werd door een gigantische landslide. Wie daarom de wandeling naar de vulkaan toch wil maken doet dat best in het droogseizoen en begint bovendien zo vroeg mogelijk aan de tocht omdat de kans op regenval dan het kleinste is.

 

Indien we het toch een kans zouden willen geven, dan wil dat zeggen dat we toch nog een keer van hotel moeten verwisselen zodat we dichterbij de vulkaan slapen om zo alweer voor dag en dauw op te staan en aan de tocht te beginnen. Nu onze reis stilaan op zijn einde loopt hebben we dat er niet meer voor over. We willen Senne die moeite besparen en besluiten in ruil van een bezoek aan de vulkaan toch maar ineens af te zakken naar de kust, zo ver mogelijk richting Manila.

 

Aangezien we ons ten noorden, noord-westen, van Manila bevinden is het niet zo evident om nog een aantal dagen aan het strand door te brengen. We willen vooral de reis naar Manila zo kort mogelijk houden. We vliegen ’s avonds laat vanuit Manila en daarom willen we de dag van onze vlucht pas naar de hoofdstad afzakken zodat we daar niet nog een keer moeten overnachten.

Veel opties zijn er dus niet en we besluiten om Subic Bay een kans te geven. Tot 1992 was dit de basis van de US Navy en de regering probeert van deze plek een toeristische trekpleister te maken. Gelegen in een mooie baai, maar geteisterd door de vervuiling van de nabijgelegen haven zou dit alsnog een goeie plek moeten zijn om dichtbij de hoofdstad enkele dagen door te brengen.

 

Onze eerste indruk bij aankomst is alles behalve goed. Wat een rare en verlaten plek is dit. We bevinden ons plots in een heel ander Filippijnen en de omgeving doet nogal vreemd aan. Behoorlijk veel hotels, dat wel, maar nergens volk op straat en het geeft een hele doodse indruk.

Moeten we op deze manier onze laatste dagen doorbrengen?

Gelukkig heeft ons hotel een mooi zwembadje, dat is voor Senne dan weer het belangrijkste. Het ligt bovendien ook aan het strand, maar daar is dan wel alles mee gezegd. Geen prachtig wit zandstrand hier, en dat hadden we voordien ook wel kunnen opmaken uit de info in de reisgids, maar in het echt is het er hier nog erger aan toe dan hoe het beschreven staat.

Een strand vol afval, grijs zand vanwege de vervuiling en overal in het water drijft er afval.

 

Na een korte wandeling langs de kustlijn maken we rechtsomkeer om wat te gaan zwemmen. Plaats genoeg, want het hotel lijkt leeg. Tegen de avond geven we het opnieuw een kans en wonderwel schijnt er inmiddels toch wat meer leven te zijn. We maken een wandeling langs het strand doorheen het vuilnisbelt van Subic Bay. Het lijkt wel of er hier een boot kapseisde want het strand ligt bezaaid met kledij, enkele rugzakken en hier en daar een schoen of sleffer. Het geeft deze plek nog een mysterieuzere indruk dan dat we al hadden.

Dan toch maar even terugwandelen langs de promenade waar we vanmiddag liepen en daar zit intussen heel wat meer volk. We nemen een tafeltje langs het strand en genieten van een prachtige zonsondergang. Senne vindt het helemaal top, een frisse limonade bestellen met een gezond knabbeltje erbij en uiteraard mag een spelletje Uno niet ontbreken.

Het slechte gevoel dat we hadden bij deze plek wordt hiermee toch een beetje weggewerkt. Gelukkig zijn we hier in het weekend en is er dan toch nog wat leven te bespeuren.

 

De volgende ochtend loopt het hotel stilaan maar zeker vol. Heel wat kinderen spelen in het zwembad, het ideale moment voor Senne om zich uit te leven met de andere kids.

De hele namiddag brengen we door aan het zwembad, verder valt hier jammer genoeg toch niets te beleven en zelfs boottochtjes worden hier niet aangeboden.

’s Ochtends namen we een taxi naar de Pumalaklakin Forest Trail waar we met een Aeta gids de jungle in wandelden. Zeer primitief, maar vooral voor Senne opnieuw een geweldige ervaring.  De gids toont ons hoe zijn volk overleeft in de jungle en geeft uitleg bij verschillende bomen en planten.

Senne staat centraal tijdens deze wandeltocht en is helemaal in de wolken. Gefascineerd kijkt hij toe hoe de gids wat plakkerige smurrie uit een rubberboom haalt en daar vervolgens een kleine fakkel van maakt en in brand steekt. Daarna kijken we toe hoe de Aeta gids een val maakt om wilde kippen te vangen, cool ! Bamboe groeit massaal in deze jungle en dat kan zonder probleem gekapt worden. Uit bamboo maakt de gids ons een drinkbeker, een lepel en een fluit. Die laatste maakt jammer genoeg erg veel lawaai, uiteraard is Senne er dol op en wij hebben een paar leuke souvenirs om mee terug te nemen.

De gids kapt iets dat op een dun stuk bamboe lijkt en daaruit komt water gelopen. Senne mag er van drinken en vindt dat heel bijzonder. Ongelofelijk wat de gids nog allemaal in elkaar weet te knutselen: uit de vezels van een boom maakt hij voor Senne een armband, vervolgens uit enkele grote bladeren maakt hij een hoedje, het blaadje van een welbepaalde struik wordt een junglesticker die hij op Senne zijn t-shirt plakt en als laatste maakt hij van een kever een ventilator. Hij trekt de poten van het diertje eraf en prikt er een dun stokje in. Het diertje begint dan erg veel moeite te doen om weg te vliegen en dat zorgt voor een verkoelend windje. Een beetje gruwelijk, maar wel knap.

Gelukkig kozen we voor de korte jungelwandeling. Het is enorm heet in het bos, de vochtigheidsgraad is zo hoog dat het zweet van onze voorhoofden loopt. De vele mieren maken de wandeling niet echt aangenaam, van zodra we even stilstaan om naar de gids te luisteren kruipen ze massaal op je schoenen en de grote exemplaren bijten hard.

Als afsluiter kunnen we ons heerlijk verfrissen in de rivier, Senne gaat er onmiddellijk aan de slag met een grote stok zoals de gids tijdens de wandeling met zijn groot mes deed. Hij heeft er duidelijk van genoten en vooral veel van opgestoken. Naast frisse voeten worden onze voeten ook nog een keer gereinigd door de vele kleine visjes die massaal aan je tenen komen knabbelen. Dat kriebelt verschrikkelijk, geen idee wat mensen leuk vinden aan een voetspa.

 

S’ Avonds eten we opnieuw langs het strand, maar in plaats van een mooie zonsondergang worden we vandaag getrakteerd op een erg felle onweersbui. We betalen net op tijd onze rekening en gaan in lichte looppas terug naar het hotel. Net op tijd want dikke druppels vallen uit de lucht en een paar tellen later begint het te gieten.

Dave had er nog zo op gehoopt en vanavond is het zo ver, we krijgen een fel onweer te verwerken met heel wat bliksemschichten. De jongens staan op het balkon naar het lichtspel te kijken en zo sluiten we onze laatste avond in de Filippijnen af.

 

Onze vlucht vanuit Manila naar Dubai vertrekt pas om 22u40, we hebben dus nog de hele dag tijd vooraleer we moeten afzakken naar de hoofdstad. Daarom profiteren we ervan om nog wat te kunnen zwemmen, wat afkoeling bij deze temperaturen kunnen we wel gebruiken.

In de vroege namiddag nemen we een taxi naar de busterminal van Victory Lines. Deze is gelegen in het dorpje Olongapo en daar komen we plots weer in een hele andere wereld terecht. Subic Bay wordt duidelijk helemaal afgeschermd want eens we de brug over zijn komen we terug in de echte Filippijnen terecht. Drukte, chaos, veel mensen op straat en overal jeepneys.

De rit naar de hoofdstad duurt 4 uur, vanaf de busterminal in Pasay nemen we een taxi tot de luchthaven en zo zijn we uiteindelijk klaar voor vertrek.

 

Hier hopen we ooit nog terug te komen want wat zijn de Filippijnen een prachtige bestemming !

Hier zijn we nog lang niet uitgereisd en dit land heeft nog zoveel meer te bieden, met spijt in het hart moeten we hier terug vertrekken. Anderzijds kregen we heel wat mooie momenten en herinneringen mee en daar zijn we maar wat blij om. Een mooiere afsluiter van onze lange reis konden we niet krijgen, puur genieten was het hier.

 

                birds_up.gif                 birds_next.gif