De Filippijnen hebben duidelijk heel wat meer te bieden dan alleen de prachtige eilanden met hun witte zandstranden. Na de rijstterrassen van Banaue bezoeken we ook deze van Batad, een stevige fysieke opgave met een vierjarige maar wat een voldoening krijgen we in de plaats.

 

Net omdat de mannen van het hostel in Banaue zo aan onze kop zeurden over het vervoer richting Batad besluit Dave net niet met hen te gaan. Ook al boden ze ons uiteindelijke een mooie prijs, Dave vindt een tricylce chauffeur die ons voor nog net iets minder wil vervoeren en zo kruipen we ’s morgensvroeg in een brommertje met ons drie. Heel comfortabel is het niet, maar Dave zijn koppigheid neemt de bovenhand en gunt het de mannen niet om ons te vervoeren.

 

Het wordt een stevige bergrit en we doen er dan ook ruim een uur over voor we het einde van de rijweg bereiken vanaf waar we verder te voet naar Batad moeten. Dit kleine bergdorp is enkel te voet bereikbaar, vanaf het einde van de weg is het nog ongeveer een half uurtje afdalen. Enkele jaren geleden ging de weg maar tot “The Saddle” en moest je nog 40 minuten wandelen, nu werd er een extra stuk geasfalteerd waardoor die wandeling gehalveerd wordt. Dat extra stukje rijweg is echter zo steil dat maar enkele voertuigen per dag de trip maken, vervoer vinden is dus geen evidentie.

Op de weg naar Batad zien we de ene landslide na de andere, de ene al veel erger dan de andere. Op sommige plaatsen is een erg groot stuk van de bergwand naar beneden gekomen door zware regenval en de rijweg is regelmatig voor de helft geblokkeerd door grote bergen zand, rotsen en bomen. Een veilig gevoel geeft het niet want aan de regelmaat van de landslides te zien is dat iets wat hier wel zeer regelmatig voorkomt.

 

Goedweg halverwege de trip naar Batad vraag ik me plots af waar ik m’n gsm gestoken heb. Ik gebruik hem niet heel veel, tenzij voor ’s ochtendsvroeg om het uur te kunnen zien en ik vrees dan ook dat ik hem in de kamer onder het kussen heb laten liggen. Gelukkig is dit het ideale moment om iets te vergeten gezien we morgen weer terugkeren via hetzelfde hostel, nu maar hopen dat mijn gsm effectief daar nog ligt en ze hem netjes opzij leggen.

 

Het is vandaag opnieuw een stralende ochtend en dat betekent dat het ook erg warm is. Het wandelpad richting het kleine dorp van Batad loopt gelukkig door het bos en daardoor kunnen we in de schaduw lopen.

Aangekomen in het dorp gaan we op zoek naar de leukste slaapplaats, voor ons is dat er een met een terras dat zicht heeft op de rijstterrassen zodat we daar rustig iets kunnen eten en drinken met een prachtig uitzicht. We bezoeken 4 verschillende guesthouses, de prijzen voor de kamers zijn overal hetzelfde. Bij Simon’s zijn de kamers het mooiste, maar het restaurant gedeelte is niet meer dan een lege ruwbouw met enkele triestige tafels. Rita’s heeft dan weer een gezellig klein terras, het is een hartelijke dame maar haar kamertje heeft 1 klein tweepersoonsbed en in deze hitte wil ik dat niet delen met ons drie. Het eerste guesthouse dat we bezochten en waarvan ik de naam niet ken was een erg triestig geval en zo belanden we uiteindelijk in de Hillside Inn. Ook hier een triestige kamer, eigenlijk niet meer dan een houten hok, maar er staan twee grote bedden in en het uitzicht over de terrassen vanuit bed is onbeschrijfelijk mooi. Bovendien heeft het een ruim restaurant dat ietwat is aangekleed en een perfect uitzicht biedt. Hier slapen we vannacht voor een kleine 10 euro, de luxe die je daarvoor in ruil krijgt is uiteraard navenant…

 

Omdat we maar 1 dag in Batad zijn hebben we niet veel tijd om te treuzelen. We zetten onze rugzakken in de kamer en gaan op weg richting de Tappya Falls. Dat zou volgens onze reisgids geen al te zware wandeling zijn en is mogelijk zonder gids zolang je je door de locals onderweg de juiste route laat wijzen.

Vol goede moed beginnen we aan de tocht. Het zogenaamde wandelpad loopt over de binnenkoertjes van de huizen aan de rand van het dorp en zo verder doorheen de rijstterrassen. Kleine stukken daarvan zijn aangelegd maar het merendeel gaat over smalle bospaadjes langsheen een diepe afgrond. We wandelen dan ook heel erg op het gemak en houden Senne goed in de gaten, een kleine misstap zou hier wel eens heel fout kunnen aflopen.

Ook de tocht doorheen de terrassen is geen lachertje waarbij we over de rand moeten lopen en tussen de terrassen door langs rotsen naar beneden moeten zien af te dalen. Hierbij lopen we ook vol in de zon en het is dus erg heet.

Nu en dan houden we even een pauze in een van de kleine hutjes, pas wanneer we aankomen bij de laatste hut zien we wat er ons nog te wachten staat. Een erg diepe afdaling richting de waterval, niets dan trappen. Inmiddels zijn we een dik uur aan het stappen en het ergste moet nog komen, maar net om de watervallen te bezoeken zijn we aan deze trip begonnen en dus willen we hem ook afmaken.

We brengen ons suikerpeil terug op de juiste hoogte met een cola en met Senne op mijn rug beginnen we aan de eindeloze rij trappen naar beneden. Deze zijn verre van comfortabel omdat de treden zo diep zijn en al snel beginnen mijn benen te trillen. Uiteraard kan je dergelijke inspanningen niet verwachten van een vierjarige, dus tanden bijten tot we de waterval bereiken.

 

Beneden wacht ons gelukkig een zeer indrukwekkende beloning. Door de vele regenval in dit regenseizoen is de waterval op zijn best. Een gigantische massa water komt naar beneden gestort in een indrukwekkende groene omgeving. Het nadeel is dan wel dat het water erg wild is en het er niet direct naar uitziet dat we hier veilig zullen kunnen zwemmen. De meeste toeristen maken de tocht hierheen met een gids en er zit behoorlijk veel volk op de rotsen langs het water. We zoeken ons een goed plekje uit waar het water niet te wild doorheen komt gestroomd en zo kunnen we ons toch even verfrissen.

Enkele van de locals wagen de oversteek naar een kleine eilandje onderaan de waterval en al snel wordt duidelijk dat dat geen makkelijke onderneming is. Even later wordt dat ook bewezen wanneer een  vrouw die vanaf het eiland wil terugkomen een stukje wordt meegevoerd door de stroming, maar ze weet zich vast te houden aan een rots. Wat lacherig kijkt ze om zich heen maar vraagt niet om hulp, het lijkt dan ook of alles in orde is. Tot ze het een paar tellen later blijkbaar niet meer kan houden en verdwijnt in de stroming. Ze heeft erg veel geluk wanneer twee jonge locals haar onmiddellijk achterna springen en haar uit het water weten te halen. Ze hebben zich duidelijk allemaal bezeerd, maar de vrouw mag van geluk spreken dat de twee kerels zo snel reageerden en erger konden voorkomen.

 

In het verfrissende water kunnen even bekomen van de stevige wandeling. Het is vandaag opnieuw een stralende dag met slechts hier en daar wat wolken, toch vrezen we dat het in de loop van de namiddag zal beginnen regenen gezien dat vrijwel elke dag het geval is.

We blijven dan ook niet heel lang aan de waterval en beginnen na een klein uurtje aan de eindeloze rij trappen terug omhoog. Het is een zware klim en Senne doet zijn best, maar dan kruipt hij toch op papa’s rug. Daardoor wordt het ook voor Dave een loodzware klim en met knikkende knieën bereikt hij het eerste hutje om even uit te rusten. Zowat iedereen komt hier kletsnat van het zweet en totaal uitgeput toe. Daarna wacht ons opnieuw de wandeling door de rijstterrassen wat ook niet evident is, maar anderzijds een lachertje vergeleken met de klim vanaf de waterval.

 

We zijn dan ook heel blij wanneer we de Hillside Inn opnieuw bereiken, hoog tijd om iets te eten en ons vochtpeil opnieuw aan te vullen.

Vele van de bezoekers en wandelaars komen slechts voor 1 dag naar Batad, maar het moet gezegd zijn dat het heerlijk is om hier ook de avond en de nacht door te brengen. De rust en de stilte van op het balkon met een fantastisch zicht over de terrassen bij een ondergaande zon is onvergetelijk. Geen geluid van verkeer en vanwege het weinige aantal toeristen hoor je zelfs geen andere mensen praten. Enkel het getjierp van de krekels en gecko’s, verder hoor je hier helemaal niets.

’s Avonds worden we vanuit ons bed op een heus klank- en lichtspel getrakteerd. Met de ramen wijd open hebben we zicht op bergen die opgelicht worden door de bliksem, verder is het pikdonker.

 

De ochtend van ons vertrek uit Batad hebben we een stevige reisdag voor de boeg, dat weten we zeker. Hoe die dag precies zal verlopen weten we niet, maar dat maakt op zich ook niet uit gezien we geen reservaties maakten. Na ons vertrek vanuit Manila deden we dat bewust niet omdat het reizen in de Cordillera minder evident is. We kunnen moeilijk inschatten hoe lang bepaalde busritten zullen duren en waar we op welk moment zullen aankomen.

Te voet, uiteraard, verlaten we het prachtige Batad en wandelen we door de bossen terug naar de rijbaan. Een tocht waar we gisteren ongeveer een half uur over deden, deze ochtend staan we op een goed kwartier al bij het vertrekpunt van de jeepney. Senne heeft stevig doorgestapt.

In de eerste versnelling brult de motor van de jeepney en rijden we stilaan maar zeker de helling op. De rit verloopt vlot, we zijn maar wat blij dat het nog steeds mooi weer is en deze route niet bij hevige regenval moeten afleggen. Ongeveer 8 maanden geleden gebeurde hier nog een ongeval met een volgeladen jeepney die niet meer kon afremmen in een van de afdalingen, dat stemt niet echt gerust.

 

Veilig en wel bereiken we Banaue waar we in het guesthouse onze bagage ophalen en gelukkig ook mijn gsm. De poetsvrouw vond hem effectief in onze kamer en ze bewaarden hem netjes tot onze terugkomst.

We zetten ons weg verder met een andere jeepney tot Lagawe en daar stappen we opnieuw over in een ander exemplaar tot Bagabag. Steeds weer een heel avontuur en ook nu zitten de trucks weer overladen vol en zitten we, zoals Senne dat zegt, in een propje.

We hebben er geen idee van hoe we vanuit Bagabag verder zullen geraken. Onze bestemming is Mount Pinatubo, een vulkaan ten noorden van Manila. Al snel worden we de goede richting uitgewezen door enkele locals en weten we dat Tarlac onze eindbestemming van vandaag zal worden. Op deze plaats zouden er bussen passeren die rechtstreeks tot Tarlac rijden, alleen weet niemand wanneer de bus hier zal passeren.

Zeer regelmatig komen er bussen aan, uit beide richtingen, alleen lijkt er voor ons nooit de goeie tussen te zitten. Het is vandaag een vreselijk hete dag en zelfs terwijl we op een bankje zitten te wachten in de schaduw stroomt het zweet van ons voorhoofd. Senne zijn hoofdje is erg rood en het lange wachten begint te wegen.

Een bus die min of meer onze richting uit moet laten we passeren in de veronderstelling dat er snel een rechtstreekse bus zal volgen, maar na 2 uur wachten is dat nog steeds niet het geval. De moed zakt ons in de schoenen, op deze manier geraken we nooit voor het donker op onze bestemming en zullen we dus vanavond laat nog op zoek moeten naar een hotel.

 

We geraken het wachten stilaan grondig beu en besluiten dan toch maar op een bus richting La Paz te stappen. Heerlijk, eindelijk airco en kunnen we bekomen van de hitte.

Onderweg maakt de bus een korte stop en kopen we ons snel een pot instant noodles zodat we toch iets kunnen eten. Het is sinds vanmorgen vroeg geleden dat we nog iets aten en het is inmiddels 16u. We mogen van geluk spreken dat Senne geen al te hongerig kind is, hij zeurt nooit om eten en schijnt ook niet vaak echt honger te hebben. Bij wijze van noodrantsoen zijn we altijd voorzien van een droge koek en wat toastjes en daarmee kunnen we hem altijd wel even sussen. Op dit soort bussen stappen onderweg ook telkens verkopers op die allerlei snacks aanbieden en zo moeten we nooit lang op onze honger zitten. Een zakje verse mani (nootjes) smaakt heerlijk in geval van honger.

 

Via de app van Google Maps volgt Dave het traject dat de bus aflegt en zo zien we onderweg dat we onze eindbestemming dewelke we in gedachten hadden maar moeizaam naderen. Daarom veranderen we onze plannen en besluiten we vroeger af te stappen om een hotel te zoeken, heel handig dat diezelfde app ook hotels in de buurt aangeeft.

Tot de bus besluit een andere route te nemen dan wat wij dachten…. Tot 2 keer toe neemt de bus een andere afslag en uiteindelijk zit er niets anders op dan toch te blijven zitten tot we La Paz bereiken. Senne is, uiteraard, inmiddels toch in slaap gesukkeld en al slapend dragen we hem van de bus.

 

Vanaf La Paz is het nog ongeveer een kwartier op een tricycle, alles behalve handig met veel bagage inclusief een slapend kind. Bovendien regent het intussen en dat maakt het niet makkelijker. Dave kruipt achterop de moto, ik draag Senne nog steeds slapend in de zijspan.

Het hotel dat Dave in een pure gok uitkoos blijkt nogal chique en ook prijzig, maar op dit uur van de dag en nadat we in totaal zomaar even 13 uur lang onderweg geweest zijn is het geen optie om ook nog eens een ander hotel uit te zoeken.

Met nog steeds een slapend kind in mijn armen lopen we iets later de bellboy achterna richting onze kamer. 2 heerlijke grote bedden, een zeer comfortabele kamer en onderweg passeerden we een zwembad. Hier zal Senne morgenvroeg met veel plezier wakker worden, een goeie keuze zo blijkt.

Net om die reden besluiten we hier 2 nachten te blijven zodat we morgen een heerlijke rustige dag aan het zwembad kunnen doorbrengen. Op 1 kamer na is het hotel volgeboekt omwille van een golftoernooi in de buurt, reden te meer om onze kamer onmiddellijk voor 2 nachten te reserveren zodat we morgen niet opnieuw moeten verhuizen.

 

                birds_up.gif                 birds_next.gif