DAG 15: de eindbestemming nadert, al hangt
er ons eerst nog een en ander boven het hoofd
Vandaag steken we de grens over met
Senegal. Verschillende grensposten zijn mogelijk, maar Rosso staat erom bekend
dat de douaniers daar graag een extra zakcentje verdienen door toeristen te
bedriegen en geld af te troggelen. Om die reden kiest Cor ervoor om de groep
via Diama binnen te loodsen in Senegal.
In konvooi vertrekken we ’s morgens rond
een uur of 8 naar de grens. De eerste kilometers rijden we over de gewone
geasfalteerde weg, daarna volgt alweer een kilometerlange zandpiste. Al moeten
we vandaag in afstand gezien niet al teveel km’s overbruggen, op dergelijke
wegen gaat het langzaam. Het stof komt weer langs alle hoeken en spleten de
auto binnen gewaaid, hier moet je niet eens een poging doen om alles netjes te
houden.
Hoe dichter we bij de grens met Senegal
komen, des te natter en groener het landschap wordt. Zo rijden we de laatste
km’s voor de grenspost over een zandweg die middenin natuurgebied loopt. Om
hier te passeren moeten we toegangsgeld voor het nationale park betalen,
hiervoor hadden we net voldoende geld apart gehouden. Dat bleek geen goed idee
te zijn geweest, het inkomgeld was verdubbeld tov vorig jaar.
Cor riep die boodschap af over de cb, hij
drukte erop om een ticket te vragen als bewijs dat er betaald werd en des te
meer als bewijs dat de parkwachter het geld wel degelijk ontvangen had. Indien
hij het ticket niet langs beide zijden zou invullen, dan stopt hij het geld
vermoedelijk in eigen zak.
Gezien wij een van de eerste voertuigen in
rij waren hadden we niet veel bedenktijd, al gaf Cor ons zonet de pap in de
mond.
In plaats van erop te drukken dat we een
correct ingevuld ticket wilden, vroegen we de parkwachter om onze 3.000 (ipv
6.000) Ouguiya te aanvaarden. Hij reageerde eerst nogal nors en wilde 6.000,
maar toen we hem voorstelden om de 3.000 te aanvaarden zonder ticket ging hij
toch akkoord. Uiteraard steekt hij dat geld volledig in eigen zak, maar zo
besparen wij ons een nutteloze discussie en tegelijkertijd ook 3 euro per
persoon.
Aan de grens met Mauritanië worden alle
paspoorten verzameld, Cor begint de onderhandelingen met de douaniers. Voordien
deelde hij de groep reeds mee dat hij dit jaar niet bereid was om smeergeld te
betalen, hij zou die gangsters van douaniers wel eens een lesje leren. Yeah
right…
Aan deze grenspost wordt ons al 10 euro per
auto afgetroggeld om alle papieren en paspoorten in orde te maken. Soit, we
zijn hier in groep en hebben niet veel keuze.
Vervolgens rijden we verder naar de
grenspost om Senegal binnen te komen, hier start het echte verhaal.
Het is zo rond een uur of 2 in de namiddag
wanneer we ons aanmelden bij deze post. Opnieuw is Cor diegene die het woord
voert en ervoor zal zorgen dat we zonder betalen de grens over komen. Het
probleem hier is dat het verboden is om voertuigen ouder dan 5 jaar in Senegal
binnen te brengen. In principe is er slechts 1 optie om deze wet te ontwijken:
smeergeld betalen. Laat dat nu net zijn wat Cor deze keer weigerde. Bij zijn
vorige bezoek in maart van dit jaar had hij al een gigantische discussie
hieromtrent met de douaniers. Hij vertelde ons dat hij die kerel de oorlog had
verklaart, uiteraard zou dat in omgekeerde richting ook wel zo zijn !?!
Wat dacht je nu? Wie zou er aan het kortste
eind trekken? Juist ja, wij.
Uren en uren gaan er voorbij tot we te
horen krijgen dat de discussie niet opgelost geraakt en we de grens
vermoedelijk niet voorbij zullen kunnen. 250 euro per auto wordt er gevraagd,
geen denken aan dat we dat zullen betalen.
Cor tracht enkele connecties te bereiken,
niet evident op een zaterdagavond. Met een zondag in het vooruitzicht zou ons
ook niet al teveel hulp kunnen geboden worden. De verschillende telefoontjes
draaien uit op niets, we kunnen enkel afwachten en hopen dat we vroeg of laat
toch de grens zullen over mogen zonder al teveel te moeten betalen.
Inmiddels tikt de klok 21u, het wordt
duidelijk dat we hier vanavond niet meer wegkomen. Gelukkig hebben de meesten
nog iets te eten en drinken bij, dus koken we ons eigen potje aan de grens met
Senegal.
Het wachten duurde verdomd lang, maar nog
veel ergerlijker waren de bedelende kinderen. We werden ervoor gewaarschuwd dat
alle ramen en deuren van de voertuigen op slot moesten, geen overdreven waarschuwing
zo bleek. Tientallen en tientallen kinderen kwamen op onze groep afgelopen, ze
gaven hun ogen de kost naar onze spullen in de auto en konden zowat alles
gebruiken. Zelfs terwijl je zelf nog in de auto zat zouden ze het erop wagen om
iets te stelen, het gezaag aan je kop na zo’n dag als vandaag was er echt
teveel aan.
Op een gegeven moment krijgt Steven een jongetje
aan zijn raam terwijl hij P-magazine leest.
In plaats van hem af te wimpelen draait hij het tijdschrift met enkele
foto’s van een schaars gekleed model in de jongen zijn richting. Je had dat
ventje zijn ogen moeten zien ! Eerst leek hij geshockeerd, even later stond hij
er terug met een aantal van zijn vriendjes. Ze zouden maar al te graag het
tijdschrift gekregen hebben en kwamen die avond nog verschillende keren terug
in een poging het te pakken te krijgen.
Ook nadat we onze kampeermaaltijd binnen
hadden kwam er geen verandering in de situatie. Dan maar tentje opzetten tussen
de geparkeerde auto’s en hopen dat de volgende dag raad zou brengen.
Gelijk een hoop vetzakken kropen we in onze
tent, er was hier niet eens water beschikbaar om je een beetje op te frissen,
laat staan een toilet. Dan maar wachten tot het donker werd om ergens achter de
auto’s te gaan plassen.
Na een harde nacht, we namen gisterenavond
de moeite niet meer om de luchtmatras op te blazen en sliepen dus op de harde
ondergrond, begint het wachten opnieuw.
We drinken samen een kop koffie en worden
dan plots aangespoord om snel op te kramen, het zou nu wel eens snel kunnen
gaan.
Na opnieuw onderhandelen mogen we voor 50
euro per auto de grens over, te nemen of te laten. Deze rotzooi heeft nu lang
genoeg geduurd, tijd om het grensgebied te verlaten.
Uiteindelijk rijden we pas kort voor de
middag weg, al zijn we meer dan gelukkig dat dit bijzondere verhaal nu toch een
einde kreeg.