Dag 14: zorgt de Sahara voor nog meer
slachtoffers?
Ook vandaag laat de start weer op zich
wachten, het vooropgestelde uur haalt de groep nooit.
Als eerste vertrekt een van de
bevoorradingswagens van de moto’s, al rijdt die niet zelf. Als kers op de taart
ging gisteren de automatische versnellingsbak kapot en moest die kanjer van een
4x4 getakeld worden doorheen de duinen ! Het was uiteraard al pikdonker
vooraleer dat konvooi toekwam op de kampplaats.
Vanmorgen wordt de weg dus ook slepend
verder gezet. Kort nadien vertrekken alle andere auto’s, maar het duurt niet
lang voor we weer stilstaan.
De moto’s laten op zich wachten, wat is er
nu weer aan de hand? Blijkt dat er per vergissing water in de benzinetanken
gegoten werd ipv benzine, zo kom je inderdaad niet ver.
Eens de groep terug samen is slagen we erin
om onafgebroken zeker 5km te rijden, een ware opdracht ! Dan rolt van diezelfde
verdomde klapkar het wiel er onderuit. Had er voordien eentje aan zitten
knoeien en de bouten niet voldoende aangedraaid, dus staan we weer stil en moet
er in het zand gezocht worden naar de losgekomen bouten.
Je zou denken dat het stilaan lachwekkend
wordt, dat was het tot voor kort ook, maar het mag nu stilaan toch gaan
ophouden.
Telkens staan we daar in de broeierige hitte,
de voorraad water slinkt snel.
Nu ook dit weer hersteld is, is het nog een
keer aan onze Patrol om dwars te liggen. We rijden weer een aantal kilometers
doorheen het indrukwekkende landschap van de Sahara wanneer de temperatuur
alweer oploopt.
We begeven ons inmiddels richting zee, daar
waar we vannacht verondersteld waren om te overnachten.
Verschillende voertuigen rijden zich vast
in het losse zand, zo ook wij een paar keer. Meestal is dan snel verholpen door
even mee te duwen, in sommige gevallen moet er geschupt worden en voor diegenen
die zich echt volledig ingraven in een poging om uit het zand te komen moeten
de sleeptouwen gebruikt worden.
Afzien is vandaag het kernwoord, zowel voor
ons als voor de 4x4’s.
De fameuze klapkar wordt intussen door een
andere auto getrokken, gezien de auto met de kapotte versnellingsbak terug naar
de hoofdweg werd gebracht.
We wippen doorheen de woestijn en achterin
word ik door mekaar geschud en raak ik 1 keer met mijn hoofd het dak.
Intussen heeft de aanhangwagen het
meermaals begeven, toch wordt hij elke keer hersteld en weer meegenomen. Dit
mooie liedje kan uiteraard niet blijven duren, benieuwd wanneer het ook voor
deze kar over and out zal zijn.
Tijdens het zoveelste herstelmoment voor
die kutkar krijgt motorrijder Mike the bike het echt te zwaar en valt flauw.
Geen enkel plekje schaduw vind je hier, die man zit dan ook nog een keer goed
in het vlees en draagt een dik motorpak.
Met
wat water en cola is hij er snel weer bovenop, gelukkig maar want wat zouden we
hier in de woestijn in godsnaam moeten beginnen met iemand die echt ziek is.
Piet trekt het pak aan van Mike, hij ruilt
zijn passagierszetel in voor de tweewieler en moet de verdere weg zien te
trotseren zonder ongevallen.
Tijdens heel dit gedoe met Mike en de
klapkar wordt ook onze auto nogmaals onder handen genomen. De viscokoppeling is
vermoedelijk naar de vaantjes, deze wordt voorlopig vastgezet zodat de radiator
constant gekoeld wordt.
Dan komt eindelijk de zee in zicht, wat een
opluchting ! Hier verlangde iedereen naar, een verfrissende duik na een goeie 2
dagen niets dan zand.
Ware het niet dat die vervloekte kar het
eerst nog een keer moest laten afweten, voor eens en voor altijd deze keer.
In plaats van ze nogmaals te herstellen
wordt de meeste bagage overgeladen, de rest wordt achtergelaten en in brand
gestoken.
Tot onze grootste ergernis zijn er
verschillende mensen die het nodig vinden om op dat vuur ook hun afval van de
laatste dagen te verbranden. Dit kan je toch even goed meenemen tot de stad
waar we vanavond zullen toekomen? Voor sommige is vervuiling of natuurbehoud
blijkbaar geen punt.
Na alweer het nodige wachten bereiken we
dan toch de zee. Hoe verfrissend kan een duik zijn. Van hieraf zetten we onze
weg verder over het strand. Het water begint echter op te komen waardoor we ons
moeten haasten en binnen de kortste keren weer in de auto zitten.
Gelukkig is het van hieraf niet meer zo ver
rijden en komen we via het strand terug op de gewone rijbaan.
Hoe dichter we de hoofdstad waar we vannacht
zullen slapen naderen, hoe erger de stank wordt. Nouakchott ziet er op zich
iets aangenamer uit dan de vorige stad waar we verbleven, al komen we niet in
de verleiding om hier een voet buiten de herberg te zetten waar we slapen.
We installeren onze tenten op het dak, daar
waait een heerlijk verfrissend windje.
Hoe primitief (lees: vies) het sanitair ook
is, het doet deugd om te kunnen douchen en het zout en zand van je af te
spoelen.
Ons avontuur doorheen de Sahara zit erop,
wij en onze Patrol hebben het gehaald. Iets wat je niet van alle andere
voertuigen kan zeggen.