Dag 11: we steken de grens over naar
Mauritanië
Als laatste verlaten we camping Moussafir,
gisteren tijdens de briefing werd gevraagd om in groepen te vertrekken in
plaats van iedereen te samen.
Het eerste team reed de camping af rond
6u10, in ons geval was dat 7u45. Voor het eerst namen we de tijd om thee en
koffie te drinken en wat cornflakes te eten. Voor we dan goed en wel de auto
hadden ingeladen waren er al wat uurtjes voorbij.
Elke ochtend worden we gewekt voor 6u
wanneer de wekkers van de anderen afgaan, een waar getchingel-changel. Als dat
het niet is, dan is het wel het omroepen van het ochtendgebed dat door de
minaretten galmt. Dat is meestal rond een uur of half 5 waarbij je echt uit bed
wordt geroepen, zo luid klinkt het.
Vandaag zit ik zelf nog een keertje achter
het stuur, dat is geleden sinds Europese bodem. In de bergen werd vaak zo snel
gereden dat ik me er niet aan waagde, uit schrik dat ik ons het decor in zou
rijden.
Door de drukke steden leek me dat ook geen
plezier, dus zette ik me altijd veilig achteraan.
Al snel merken we dat het geen slimme zet
was om als laatste te vertrekken. Niet dat we dit bewust deden, want er werd
gevraagd om met tussenperiodes van een half uur te starten, maar wonderwel
waren vanochtend alle teams nogal snel klaar.
Zoals reeds geweten doet onze cb het niet
waardoor we geen boodschappen of oproepen kunnen overbrengen. Ook de gsm’s
werken niet, dus op geen enkele manier zouden we de groep kunnen verwittigen
indien we iets voor hebben.
Komt daar nog bovenop dat de dieselmeter
bijna in het rood staat en het nog een heel aantal kilometers rijden is tot de
eerstvolgende benzinepomp.
Voet op dat gaspedaal dus en proberen de
voorliggers bij te halen. Dit lukt ons na een aantal uren rijden, dat geeft
toch enigszins een veiliger gevoel.
Onderweg werden we eerst nog opgehouden
door een wegblokkade. Een kudde dromedarissen staat midden op de hoofdbaan en
is niet van plan om ook maar een poot te verzetten. We maken een aantal leuke
foto’s en rijden via de zandberm langs de kudde verdwaasd uitziende beesten.
Opgelucht zijn we wanneer we dan eindelijk
een benzinestation tegenkomen, ware het niet dat zowel de benzine als diesel op
is ! Ergens achterin een garage zou de man ons nog aan diesel kunnen helpen,
maar we vertrouwen het zaakje niet en besluiten onze jerrycan leeg te maken.
Slechts een paar kilometer verder komen we
opnieuw langs een benzinestation, hier kunnen we gelukkig toch geholpen worden.
De Patrol wordt tot aan zijn lippen gevuld
met diesel, dat doen we hier altijd. Ook de jerrycan laten we opnieuw
volgooien.
Een paar tientallen kilometers voor de
grenspost verzamelen alle teams en worden de laatste dirhams gespendeerd. We
gooien de dieseltank opnieuw vol en kopen brood voor onderweg.
We houden maar een korte stop, kwestie van
rond het middaguur toe te komen aan de grens. Nu kan het eindeloze wachten
beginnen…
We laten ons uitschrijven uit Marokko,
Steven zorgt ervoor dat hij dat ook doet voor de auto. Hij werd opgegeven als
driver en moet daardoor aan elke grens extra formaliteiten vervullen.
Tot nu toe verloopt alles redelijk vlot, al
wordt dat beetje wachten al een beproeving in deze hete middagzon.
Nadat we Marokko uit zijn volgt een stuk
niemandsland. Dit moeten we doorkruisen onder begeleiding van de gendarmerie
gezien er mijnen verspreid liggen in het landschap. Niet afwijken van de
normale rijweg is de boodschap, de autowrakken die we regelmatig zien zijn daar
niet neergelegd voor het spektakel.
We bevinden ons in een akelige omgeving:
grauw, grijs, dor en luguber, het lijkt wel een ideale omgeving voor een
horrorfilm.
Een rijweg werd hier door niemand aangelegd
(lees: niemandsland) waardoor het hotsen en knotsen wordt gedurende een aantal
kilometers.
Aan de grens met Mauritanië begint de ware
beproeving: wachten, wachten, wachten en nog meer van dat. Het duurt eindeloos
lang voor alle paspoorten in orde geraken, de hitte hier is bijna ondraaglijk.
In totaal deden we er zo’n 4u over, enkel
en alleen voor de overgang van Marokko naar Mauritanië.
We zijn opgelucht wanneer we verder kunnen
rijden, maar maken al snel kennis met een enorm vuil land. Niets dan afval
langs de weg, het lijkt wel een vuilnisbelt. Om dan nog maar te zwijgen van de
stank, die is ondraaglijk.
We rijden tot de stad Nouadibou en rijden
een terrein op dat zou moeten doorgaan voor camping. Heel primitief, maar wat
hadden we kunnen verwachten bij het zien van zo’n povere omgeving.
Binnen in het gebouw kunnen we geld
wisselen, we zijn zo laat toegekomen dat de banken inmiddels gesloten zijn. Ik
durf de gidsen, ja hoor vanaf nu worden we constant ‘begeleid’, er dan ook van
verdenken dat ze de groep onnodig lang hebben opgehouden aan de grens zodat ze
nu zelf voor bank kunnen spelen.
Morgen trekken we de Sahara in, daarvoor
moeten we nog een aantal boodschappen doen en hebben we dus geld nodig.
Die kerels verdienen hier vanavond pakken
poen, naar hun normen uiteraard.
Daarna moeten we verplicht een verzekering
afsluiten, dat grapje kost ons 25 euro voor amper 4 dagen in dit land. Denk je
nu echt dat we ook maar iets of wat gedekt zijn na het betalen van deze som? In
ruil krijgen we een of ander groen doordrukpapiertje wat dan moeten doorgaan
voor verzekeringsbewijs, yep !
Op voorstel van Cor eten we vanavond in een
Chinees restaurant, een paar huizen voorbij
de camping. Veel verder dan dat mogen we de stad niet in, we zouden om
problemen vragen in dat geval. Nu, heel eerlijk, de stad ziet er alles behalve
uitnodigend uit dus maakt het ons geen bal uit dat we niet op verkenning
kunnen.
Het fameuze Chinese resto valt dik tegen.
Het enige dat ze serveren is kip met meer bot dan vlees, een soort van beefstuk
lapjes of vis. Daarbij krijgen we slappe frieten en een schijf komkommer, mmm.
De avond wordt dan ook snel verder gezet op
de camping waar we met een aantal verzamelen. Zoals gewoonlijk is het weer
lachen geblazen, het team met de neefjes De Laet zorgt telkens weer voor
hilarisch momenten. Zet daar dan nog de Indonesiër Willem ( alias Moluk,
Marokkaan, kleine, boeddha, …)bij en je bent helemaal vertrokken.
Coen ligt al lang in zijn tent, maar volgt
het gesprek op de voet. Regelmatig gooit hij er iets tussen en gaan we weer
krom.