Dag 9 en 10 worden saaie rijdagen waarbij
we effectief niets anders doen dan kilometers vreten en urenlang rijden. De
route: Tafraoute – Laayoune – Dakhla
Tijdens de laatste briefing werden we
gewaarschuwd: hou elkaar wakker en zorg er vooral voor dat de chauffeur niet in
slaap valt.
Dat bleek geen overbodige mededeling, de
komende dagen zouden we oersaaie kilometers afleggen langs lange banen met
weinig interessante landschappen.
De bergen hebben we intussen geruild voor
eindeloze, dorre vlaktes waardoor 1 rechte baan loopt.
Zo nu en dan passeren we nog een aantal
huisjes, of iets dat daarvoor zou moeten doorgaan.
In dit verlaten landschap wonen de boeren
of families die kuddes dromedarissen bezitten. We laten ons vertellen dat zo’n
dier om en bij de 1.000 euro kost, als je dan even natelt en de rekening maakt
voor sommige kuddes…
In Laayoune slapen we in een
bedoeďenenkamp, uitgebaat door een Franstalige Belg uit Luik. Vanaf de hoofdweg
die we nu al ontelbare kilometers volgen rijden we rechts de zandberm in. Een
viertal kilometer verder staat er een klein gebouw met een tent erlangs, dat
zal onze bestemming zijn voor vannacht.
Intussen vormen we met een aantal teams min
of meer een vaste groep. We zetten onze auto’s in een kring en installeren onze
stoelen en tafels in het midden.
Het kookgerief laten we vanavond netjes in
de auto, bij het zien van de menukaart en de prijzen laten we ons verleiden om
een hapje te eten in de tent.
Wij drieën eten samen een tagine van kip en
courgette, heerlijk. Met Marokkaans brood doppen we in de kruidige saus, een
ware beloning na een zware dag.
Dave en Steven nemen nog een dessert,
nadien installeren we ons opnieuw bij de groep waar het alweer een gezellige
avond wordt. Keer op keer wordt er serieus wat afgelachen, een aantal van die
Hollanders zijn echt geld waard.
De volgende ochtend, op dag 10, vertrekken
we op ons gemak. We sluiten niet aan bij een groep en hoeven ons dus niet te
haasten.
Vandaag rijden we de hele dag langs de zee
wat zo nu en dan mooie beelden oplevert. Links van ons nog steeds de eindeloze,
droge vlaktes en langs rechts de oceaan met een kustlijn van ruige kliffen.
Na een paar uur rijden sluiten we aan bij
onze voorgangers. Zo gebeurt het wel vaker dat we anderen inhalen die ruim voor
ons vertrokken.
Om de saaie route te overleven houden we zo
nu en dan een kleine stop. Probleem van dit landschap, voor de vrouwen onder
ons: probeer maar eens een hoopje zand of een struik te vinden dat net hoog
genoeg is om je te verstoppen voor een plasje. Niet evident, zeker niet langs
zo’n drukke hoofdweg.
Na een trip van alweer ruim 8u komen we toe
in Dakhla waar we ons installeren op een primitieve camping, maar dan wel met
zicht op zee.
Dakhla ligt op een schiereiland, korte tijd
geleden waren er hier nog onrusten waardoor het niet zeker was of we hier wel
zouden kunnen overnachten. We merken echter niets van ook maar enige
onveiligheid, al is het een feit dat we de laatste 2 rijdagen enorm veel
checkpoints passeren.
Telkens moeten we een registratieformulier inleveren,
zo kan er door de gendarmerie opgevolgd worden welke personen zich in welk
gebied begeven.
Vanavond koken we opnieuw ons eigen potje.
De meeste challengers overleven op blikvoer of van die “all-in” blikken van het
leger. Ook niet slecht hoor, al geven wij toch de voorkeur aan een vers bereide
maaltijd voor zover dat mogelijk is.
De zware rijdagen beginnen door te wegen.
Hier en daar horen we van mensen dat ze op zijn, moe en futloos. Het verbaast
dan ook niemand dat velen vroeg in hun tent kruipen.
Dat geldt ook voor ons, we hebben lekker
gegeten, de mannen hebben de was gedaan in de hoop dat morgenvroeg alles weer
droog is. Na de briefing van 20u wordt er nog kort nagepraat waarna de nacht
vroeg wordt ingezet.