End of challenge: een weekje welverdiende
rust in een mooi hotel aan zee
Hotel Lemon Creek was de finishplaats van
de challenge. Wanneer we hier toekomen zijn we maar wat blij dat we vooraf een
kamer reserveerden. Na 19 dagen waarvan de meeste primitief kamperen is een
kamer met airco een welkome afwisseling.
Veel van de challengers slapen in dit
hotel, toch zijn er ook een aantal die een andere plaats reserveerden.
De gezelligheid die er was tijdens de
challenge zet zich hier verder, al ligt het tempo deze dagen wel enorm laag.
Iedereen is moe, er zit nog weinig pit in ieder van ons. Onze hoofdzakelijke
bezigheden beperkten zich tot slapen, rusten, ontbijten, aan het zwembad liggen
of een duik nemen,… In zee heb ik me op een hele week maar een keer gewaagd, de
golven zijn hier enorm en vaak is het dan ook rode vlag. Laat dat nu net
hetgene zijn waar Dave zo’n plezier aan heeft, hij waagde zich dus toch
regelmatig in zee om in de golven te duiken.
Tijdens deze rustweek bezoeken de
verschillende teams hun project. Gezien we er al een paar mee bezochten op de
weg naar de finishplaats houden wij drie ons afzijdig en hangen luilekker rond
aan het hotel.
Op zondag is het onze beurt, dan bezoeken
we het weeshuis dat bestuurd wordt door Gert-Jan en Sia. Zij hebben ook het
project opgericht dat wij sponsoren, het uitboren van een nieuwe drinkwaterput.
Gert-Jan nam ook deel aan de challenge en
reed met een bus die zal gebruikt worden in het weeshuis. Tijdens de trip had
geen van ons drie echt contact met hem, hij leek ons als persoon niet echt te
liggen. Tot we hun project bezochten…
De aankomst in het weeshuis was
verbluffend. Om er te geraken reden we door een primitief dorp van zandwegen
met bouwvallige huisjes of hutjes. Dit is ook het dorp dat zo’n nood heeft aan
drinkbaar water, verbazen deed ons dat niet.
Achter de omheining zat een prachtig
weeshuis verscholen, een ware thuis voor de kindjes hier.
Sia leidt ons rond en vertelt dat ze jaren
geleden met de rugzak naar Gambia kwam om uit te zoeken hoe ze hier effectief
kon helpen. Ze hielp mee aan verschillende projecten, maar hield er nooit een
positief gevoel aan over. Afrikanen in het algemeen kunnen niet fatsoenlijk
iets leiden, ze kunnen niet met geld om en zijn alles behalve efficiënt. Sia
had genoeg gezien en wilde zelf iets beginnen, zo richtte ze dit prachtige
weeshuis op. Hier zitten enkel kindjes die dringend hulp nodig hadden, ze komen
uit verschillende buurlanden. De kindjes hier zijn misbruikt of mishandeld en
hebben stuk voor stuk een zwaar verleden. Om die reden mogen ze dan ook niet
gefotografeerd worden, ze worden afgeschermd voor de buitenwereld om verder
misbruik te vermijden.
We krijgen een rondleiding in het weeshuis
dat met de meeste zorg wordt aangepakt. Alles is hier kraaknet, in geen geval
naar Afrikaanse normen.
Van elke slaapkamer werd een themakamer
gemaakt, het is overduidelijk dat alle aandacht hier naar de kindjes gaat.
Sia en Gert-Jan voorzien zoveel mogelijk in
hun eigen behoeften. Ze wekken zelf elektriciteit op en hebben onafgebroken
drinkbaar water ter beschikking. Er werd een moestuin gemaakt zodat ze ook hier
zoveel mogelijk van hun eigen producten kunnen gebruiken.
Onze monden vielen werkelijk open bij het
bezoek aan dit weeshuis. Prachtig werkt wordt hier verricht en al ziet het er
nog zo fantastisch uit, het is absoluut een must dat dit ook verder onderhouden
wordt en daarom is Sia onafgebroken op zoek naar sponsors.
Een half jaar lang wonen ze in Gambia, dan
keren ze terug naar Luxemburg en ook daar stopt het werk voor het weeshuis
nooit.
Samen met Gert-Jan rijden we naar de plaats
waar reeds een drinkwaterput voorzien werd. Niet alleen het weeshuis wordt door
hen gerund, ze hebben ook nog verschillende andere projecten op touw gezet om
het Gambiaanse volk te helpen.
We
houden zo’n goed gevoel over aan dit project en kunnen niet anders dan laaiend
enthousiast zijn over het feit dat de opbrengst van onze 4x4 hier goed zal
besteed worden.
Na het bezoek aan het project stoppen we
onderweg bij Senegambia, hier zijn de restaurantjes en cafés te vinden. In deze
buurt logeren de Cameltigers en brengen we hen nog snel een bezoek in hun
hotel.
Dit is ook de buurt waar we ’s avonds op
stap gaan, alweer een belevenis op zich.
Het wordt dan wel gezegd dat Gambia “the
place to be” is voor vrouwen die op zoek zijn naar een Afrikaanse
vakantieliefde, het is onwaarschijnlijk in welke mate de Afrikaanse vrouwen
hier een blanke man benaderen.
De directe aanpak, dat is nog zachtjes
uitgedrukt. Als man wordt je hier als het ware overvallen en opgeslokt door een
van de negerinnen in de bar. Deze dames komen niet gewoon een pintje drinken,
ze zijn op ware vrijersvoeten. De mannen onderling lachen er op los, al blijft
dat plezier niet duren wanneer je de hele avond door wordt vastgeklampt door een
hopeloze zwarte dame.
Dit is absoluut de leidraad doorheen het
uitgangsleven in Gambia. Elke keer dat we op stap gaan draait het maar uit op 1
ding: negerinnen die hopen dat ze een blanke man voor zich kunnen winnen en dus
kunnen doen betalen.
Op initiatief van de Friese jongens brengen
we de voorlaatste dag in Gambia nog een bezoek aan een vissersdorpje. De Nissan
Patrol van deze jongens werd ingericht als ambulance waardoor er slechts plaats
is voor 2 personen. Dave, Steven en Janko kruipen op het dak van de Patrol.
Onderweg naar het vissersdorp botsen we op
politiecontrole, prijs ! We worden, uiteraard, aan de kant gezet en vrezen dat
we een boete zullen moeten betalen. Niets is minder waar, de agent vraagt Johan
die achter het stuur zit simpelweg om wat langzamer te rijden, dit wat de
veiligheid van de jongens op het dak betreft J
Het vissersdorp is een ware beleving op
zich. Er zijn net een aantal boten teruggekomen van een paar dagen op zee. De
vis wordt in grote, plastieken manden geladen en aan wal gebracht. Daar staan
honderden mensen, het ziet hier letterlijk zwart van het volk, al te roepen en
teken te doen aan de jongens met de manden om hun richting uit te lopen. De vis
wordt overgeladen in kruiwagens en vervolgens het dorp ingereden waar de vrouwen
zitten te wachten. Zij maken de vis schoon waarna deze vis, hoofdzakelijk
haring, gerookt wordt. De vis die op deze plaats toekomt wordt verdeeld over
heel westelijke Afrika, big business !
We zijn blij dat de jongens van de Grutte
Pier ons hier nog mee naartoe kregen, dit was absoluut de moeite om eens te
bekijken.
Hiermee eindigt dan ook echt onze
vakantieweek, de mooie tijd van zonnen, zwemmen, luilekkeren en verse
fruitsapjes drinken zit erop. Zo leerden we hier ondermeer het fruit van de
Baobab kennen, heerlijk wanneer het gemengd wordt met appelsien- of
pompelmoessap.