Van Banjul in Gambia terug naar Dakar in
Senegal: het echte reisgevoel komt weer boven. De luxe van eigen vervoer zijn
we even kwijt, als backpackers gooien we ons in de Afrikaanse drukte en zoeken
onze weg.
Er staat ons een serieuze trip te wachten,
dit wat het aantal reisuren betreft want in afstand zullen we maar zo’n 300km
moeten afleggen.
Toch beslissen we om eerst nog te ontbijten
voor we aan de tocht beginnen, het zal sowieso een lange dag worden en dan
hebben we toch al iets in onze magen.
Buiten de poort van het hotel staan
gewoonlijk een aantal taxi’s, zo ook vanmorgen rond 7u30. We bespreken een
prijs en laten ons naar de ferry rijden. In principe kan je dit stuk nog
goedkoper doen door een bustaxi te nemen, maar 7 euro voor ons twee vinden we geen
slechte prijs en zo besparen we ons het gerompslomp om eerst nog uit te zoeken
welke bus(sen) we moeten nemen.
Een vriend of kennis van de taxichauffeur,
eigenlijk zijn het hier in Afrika allemaal “vrienden” en kent iedereen mekaar
(of zo doen ze zich toch voor), loodst ons naar de toegang van de ferry en
koopt onze kaartjes. De overzet kost ons 0,25 euro per persoon en duurt
ongeveer een half uurtje. We hebben geluk en kunnen nog net mee op de
vertrekkende ferry springen, zo staan we hier al geen tijd te verdoen.
Het is nog vroeg in de ochtend en de zon
schuilt nog achter een grijs wolkengordijn, maar we voelen de hitte al opkomen.
Verkoeling tijdens de overtocht is het niet, daarvoor gaat de ferry veel te
langzaam.
We hebben gelukkig nog plaats op het
bovendek en hoeven dus niet recht te staan. Al is er veel volk, we zitten niet
op mekaar gepakt en onze bagage loopt dus geen gevaar. Toen we de ferry vorige
week in de andere richting namen werd Willem nog bestolen, we zijn dus op onze
kivief.
Eens de overtocht voorbij staan er een hoop
busjes en ook taxi’s. Opnieuw kiezen we voor de luxe van een taxi. Hoewel, luxe
is een groot woord, stuk voor stuk gammele bakken waarbij je je afvraagt of die
zelfs onze zware backpacks nog wel kunnen vervoeren.
Naar ons gevoel onderhandelen we een goeie
prijs, voor een kleine 4 euro laten we ons rijden tot de grens. Hoewel de
taxichauffeur akkoord gaat met het bedrag begint hij onderweg toch te klagen
dat we hem te weinig betalen. Daarom vertraagt hij regelmatig en roept uit het
raam in de hoop nog een derde persoon te vinden die vooraan kan meerijden. Wij
hebben geen zin in vertraging en Dave zegt hem dat hij moet doorrijden. Daarop
wordt de man helemaal boos, scheldt ons vermoedelijk uit in zijn eigen taaltje
en zet de muziek vervolgens kei hard. Maakt ons niet uit, als we maar geraken
waar we moeten zijn.
De grensovergang en de beide
paspoortcontroles verlopen heel erg vlot. Amper 15 minuten hebben we nodig om
uitgestempeld te worden in Gambia en onze entrystempel voor Senegal te
bemachtigen.
Volgende stukje van deze dagtrip gaat met
de paardenkar. Vanaf de grensposten moeten we naar het busstation zien te
geraken en dat kan achterop een brommer of op een paardenkar. Dit laatste vind
ikzelf veel leuker, dus springen we achterop zo’n kar.
In plaats van de asfaltweg te nemen rijden
we achterin over de zandwegen, zo zien we ineens nog een stukje van het
dagelijkse leven.
Eens “le garage”, het busstation, bereikt
begint het getrek en geduw. We zijn hier de enige toeristen (de enige blanken,
toubab genoemd in Gambia) en de Afrikaantjes zien vermoedelijk al dollartekens
in hun ogen verschijnen.
Van een heksenketel gesproken…nergens staat
er ook maar iets aangegeven, het is ons niet duidelijk welke bus welke richting
uitgaat.
Hoe langer we staan te twijfelen, hoe hoger
de prijs voor het busticket lijkt te worden. Dus stappen we maar op en nemen we
plaats in de gang van de bus. Hier werden extra klapstoeltjes voorzien om nog
meer mensen te kunnen vervoeren, de overige plaatsen zijn al volzet.
Na het nodige geroep en gerommel rijdt de
bus na kort wachten dan toch door. Met veel geluk zou de rit 5u duren, een
stevige rit en dat op zo’n comfortabele plaats.
Langs de weg is het een en al
bedrijvigheid. Aanstaande zondag wordt “Tabaski” gevierd, dit zou een
moslimfeest zijn waarbij geiten geofferd worden. Er worden dan ook honderden en
duizenden geiten en bokken verhandeld, allen staan ze opgesteld langs de kant
van de weg. Nog een paar dagen voor ze stuk voor stuk opgepeuzeld worden.
De busrit blijft maar duren, maar grote
vrees zal nog werkelijkheid worden. Gezien we maar kort in Dakar zullen
verblijven hebben we ons niet voorbereid. We hebben geen idee waar naartoe,
waar te logeren, in welk deel van de stad en waar het toeristische centrum zich
bevindt. Gezien de bus vanmiddag om 12u vertrokken is en de rit max 5u zou
duren hoopten we erop om nog ‘in de lichte’ toe te komen. Tot we Dakar naderen
en stilstaan in een monsterfile. Dag verandert stilaan in schemer en na lang
aanschuiven en amper vooruitgang worden we uit de bus gezet. “Hier stopt de
bus” is de mededeling van de chauffeur waarop een Afrikaanse vrouw naast me
serieus van haar (dik)gat begint te geven. Dat schijnt niks uit te halen,
iedereen eruit !
Wij op straat op zoek naar de chauffeur met
de vraag hoe we nu verder naar Dakar moeten. “Neem een taxi” luidt zijn
antwoordt waarop wij reageren “ik denk er niet aan, we hebben betaald tot
Dakar”.
In alle drukte hier op straat regelt hij
een minibusje zoals er hier duizenden rijden. We moeten maken dat we opstappen,
zij brengen ons verder.
De jonge kerels die achterop dat busje
hangen vragen ons waar we naartoe moeten; geen idee. Ze besluiten ons dan in
een welbepaalde buurt af te zetten, we kunnen uiteraard niet anders dan akkoord
gaan gezien we zelf van niks afweten.
Nadat we een goei kwartiertje hebben
gereden en het inmiddels pikdonker is worden we er opnieuw uitgegooid in een
donkere steeg. Dat blijkt ook de eindbestemming van deze bus te zijn. Amper
wetende waaraan en waaraf moeten we maken dat we uit het busje zijn, achter ons
staan er al een hoop te toeteren.
Onze bagage is nu niet van de lichtste en
op het moment dat Dave zijn rugzak wil nemen en afstappen rijdt de chauffeur
bruusk vooruit en valt zijn rugzak op straat. Gelukkig springt een van die
kereltjes erachter en tilt hem naar de zijkant van de rijweg.
Het busje stopt opnieuw, Dave loopt naar
zijn rugzak en ik sukkel uit het busje met de twee dagrugzakken en m’n eigen
overbeladen backpack.
Pfff, goed gezind wordt een mens niet van
dit alles.
En daar stonden ze dan weer, in een
pikdonker Dakar en niet wetende waar naartoe.
Dan maar weer een taxi in en hopen dat de
chauffeur zo vriendelijk is om ons ergens af te zetten waar we wat keuze hebben
aan overnachtingplaatsen.
Hij vraagt ons 2,50 euro want het is een
stuk rijden. Yeah right, hij stopt bij wijze van spreken achter de eerste de
beste hoek van de straat. We proberen een beetje om ons heen te kijken en heel
toeristisch ziet het er hier niet uit. Geen denken aan dat we hier uitstappen
en we zeggen hem dan ook dat hij ons naar een betere plek moet rijden.
Zo rijden we nog een paar straten door voor
hij opnieuw bij een hotel stopt. Veel anders of beter ziet het er niet uit,
maar we hebben geen keuze.
In het donker ziet alles er uiteraard wel
wat groezeliger uit, ik heb geen zin om te voet verder te gaan zoeken en dik
tegen mijn goesting nemen we dan maar de kamer waarvoor we maar liefst 63 euro
per nacht betalen en dan nog zonder ontbijt.
Wat een dag, zo hoeven er niet al teveel
meer te komen. Dan is eigen vervoer toch zo’n super de luxe… Oke dat het een
hele ervaring is om op deze manier te reizen, om die reden wilde Dave dan ook
zonder fout deze trip maken. Zo hebben we toch weer een beetje het gevoel van
reizen gehad, al denk ik er zelf iets minder euforisch over.
Na die vermoeiende dag gisteren volgde ook
nog eens een slechte nacht. Wat een vreselijk bed was me dat. De hele nacht
hebben we liggen draaien en keren, resultaat zijn mooie wallen als ik mezelf in
de spiegel bekijk.
Vandaag hebben we een dagje vrij, pas
morgenvroeg (heel vroeg) vliegen we naar Zuid-Afrika. Nu we hier toch zijn
kunnen we maar zo goed even de stad gaan verkennen.
Bij aankomst gisteren had ik het helemaal
gehad en was zelfs niet meer in staat om nog op zoek te gaan naar iets waar we
zouden kunnen eten. We gingen met lege magen slapen, een hele dag lang hadden
we niets meer gegeten sinds het ontbijt.
Op straat heerst een onwaarschijnlijke
drukte. Mensen lopen op straat, taxi’s en auto’s rijden er al toeterend
tussendoor. Het stinkt hier, veel rommel en viezigheid op straat en dan maar
proberen om iets te zoeken waar we een hapje kunnen eten.
We dwalen een beetje rond, Dave had in het
hotel even op een stadsplan gekeken waar we foto’s van namen zodat we het de
rest van de dag konden gebruiken.
Op een bepaald moment worden we
aangesproken door een neger, wat een verrassing, waar we maar niet vanaf
geraken. Of we hem nu negeren of niet, hij houdt vol en blijft tegen ons
lullen. Op een gegeven moment komt het zowat tot een ruzie met een andere
Afrikaan die ons eveneens wil rondleiden of wat dan ook.
Gelukkig kunnen we ons uit de voeten maken
en wandelen we zelf rustig verder. Hoewel, rustig is relatief in deze stad.
Opgelucht en blij ben ik wanneer we een
soort van bakkerij zien. Hier kunnen we een koek eten en koffie drinken, het
werd tijd. Ik voelde me zo slap en leeg, dringend energie nodig.
Nadat we rustig iets gegeten hebben en onze
batterijen bijgeladen zijn wandelen we richting zee. Dakar ligt langs de oceaan
en hier is het zalig wandelen. Weg uit de drukte van de stad, prachtige zichten
over zee.
Hier
lopen we kilometers en kilometers tot we aan de achterkant van het
presidentieel paleis komen. We wandelen weg van de kustlijn, terug het drukke
centrum in.
Ter hoogte van de toegang van het paleis
nemen we enkele foto’s en steken dan de straat over om het gebouw van
dichterbij te kunnen bekijken. Onmiddellijk worden we teruggefloten
(letterlijk, want hier roepen ze niet, maar fluiten) door een militair. We
mogen geen foto’s nemen van dichterbij en zelfs niet stoppen om te kijken,
doorlopen en oprotten is de boodschap.
Al wandelend brengen we de rest van onze
vrije dag in Dakar door. Zo hebben we heel wat kilometers in de benen en konden
we meer dan genoeg van de sfeer opsnuiven.
Vooraleer we onze bagage klaarmaken voor de
vlucht nemen we nog even een duik in het zwembad, de enige troef van het hotel
waar we verblijven.