In Botswana zijn er heel wat droge zoutvlaktes terug te vinden. Wij bezoeken het Nxai Pan National Park
Het loopt al tegen het middaguur voor we aan de ingang van het park komen. Omdat onze reisgids niet veel info geeft over het park gaan we eerst even informeren voor we het park inrijden en daarvoor inkom betalen. We hopen nu het park nog te kunnen bezoeken gezien er geen campsites in de omgeving zijn en slapen in het park duur is (226 pula of 25 euro per persoon).
Volgens de dame achter de balie is het geen enkel probleem om het park op een halve dag te bezoeken, dus gaan we alsnog van start.
We beginnen met de rit naar de gigantische baobab’s op een eilandje tussen de zoutvlaktes. Een stevige tocht door los zand die niet aan te raden is voor gewone auto’s vanwege de niet al te vlakke ondergrond.
Onderweg zien we giraffen, gemsbokken en enkele witte olifanten. Zij moeten in het beetje water gespeeld hebben dat in de zoutpannen staat en daardoor een witte kleur gekregen hebben, het zand hier in het park is heel fijn en wit van kleur.
Op het eilandje staan een aantal indrukwekkende baobab’s, gigantische bomen waarvan er eentje met een wel heel speciale vorm. Omdat we in de rest van het park de auto niet mogen verlaten nemen we nu nog een late lunchpauze.
De terugweg rijden we via dezelfde route omdat het wel eens verraderlijk kan zijn om over de zoutpan te rijden, zeker nu er hier en daar water in staat.
Aan het hoofdkwartier vraagt Dave aan de bewaker op welke route we het meeste kans hebben om leeuwen te zien. Hij vertelt ons dat het in deze periode zeker mogelijk is gezien de migratie van de zebra’s begonnen is en er dus veel hapjes rondlopen in het park.
Hij wijst ons de rit met de meeste kans op leeuwen en cheeta’s.
Het was ons al opgevallen dat er enorm veel zebra’s te zien waren, het is overduidelijk dat de trek van deze dieren inmiddels bezig is. Eigenlijk is dit zowat het enige dier dat we de komende uren te zien krijgen, overal zebra’s waar je ook kijkt. Leeuwen en cheeta’s daarentegen, ze laten zich alweer niet zien.
We hebben nog een lange terugrit te doen naar de hoofdweg en moeten voor 19u het park uit zijn. Misschien was een halve dag dan toch niet voldoende? We hebben amper twee kleine toertjes kunnen rijden in het park, al was daarnaast de rit naar de baobab’s ook wel de moeite.
De tijd begint te dringen en onderweg krijgen we te maken met een olifantenblokkade. De zon is inmiddels bijna onder, de temperatuur daalt en de olifanten beginnen aan hun avondmaal. Daarvoor palmen ze de hele rijweg in om dan langs de kanten van het groene gras te smullen.
Zo’n reus passeer je niet zomaar, dus houden we afstand. Een kolos van een mannetje maakt dat ik het benauwd krijg wanneer hij zich vlak voor de auto zet. Hij kijkt recht naar binnen, doet een paar stappen in onze richting en blijft daar staan kijken. Als die nu maar niet boos wordt omdat we zo dichtbij zijn, we kunnen geen weg op !
Gelukkig draait hij zich na een tijdje opzij en gaat dan gewoon verder met eten. Omdat we niet de tijd hebben om te blijven wachten start Dave de auto, hopende dat we daar de grijze reus niet bang of boos mee zullen maken.
Hij lijkt het geluid van een draaiende motor te herkennen en zet een paar stappen opzij. Heel rustig rijden we hem doorbij, kijkende in onze spiegels naar zijn reactie. Verderop staat er nog zo’n mannetje te eten, ook hij zet een paar stappen opzij zodat we kunnen passeren.
Net voor 19u checken we uit, nu wordt het oppassen geblazen om in het donker nog 60 km te rijden tot de volgende kampplaats.
In principe rijden we nooit na zonsondergang, maar vandaag hadden we niet veel keuze. De olifanten en andere wilde dieren zitten niet afgeschermd en kunnen dus op elke moment de rijbaan oversteken. Het gevaarlijkste zijn nog de impala’s omdat zij vanuit het niets plots de rijweg komen over gesprongen.
We halen het veilig en wel tot in Gweta waar we 1 nachtje zullen blijven. Op zich is het een hele leuke plek met een toffe bar en zwembad, maar de eigenares houdt nogal van muziek. De muziek staat echt loeihard, zo erg zelfs dat we het na 1 drankje in de bar alweer voor bekeken houden. Je kan geen twee woorden wisselen in dit lawaai waarbij de te hoge tonen gewoon pijn doen in je oren.