Vlucht naar het noorden, op zoek naar beter
weer en beweging
Vanwege het slechte weer en de triestige
sfeer in Mossel Bay vluchtten we rond de middag landinwaarts.
We stopten in het dorpje Oudtshoorn dat
vroeger de hoofdstad van de struisvogelindustrie was. Hier werden de mensen
rijk door de verkoop van de veren van de grote vogels en dat zou te zien zijn
aan de huizen die er gebouwd werden.
Of wij reden door de foute regio, hoewel
het dorp helemaal niet groot is, of we moeten de mooie huizen gemist hebben
doordat we tussen de ruitenwissers door naar buiten moesten gluren. Het weer
zat dus nog steeds niet mee waardoor we de stop in Oudtshoorn heel kort
hielden. We dronken er iets op een terras, overdekt weliswaar, en reden al snel
weer verder.
Tegen de avond bracht Bakkie, de 4x4, ons
tot Prince Albert. We logeerden er op een camping die zeer mooi gelegen was
tussen hoge rotsen en maakten er een korte wandeling. Tot onze grote vreugde
kwam het zonnetje erdoor tegen de tijd dat we onze tent uitvouwden en konden we
na zo’n regenachtige dag toch nog even opwarmen.
’s Ochtendsvroeg alweer werden we gewekt
door het geroep en gebrul van een aantal bavianen, bobejanen in het Afrikaans.
Ze brulden heen en weer en communiceerden met zoveel lawaai dat we er wakker van
werden.
We waren sowieso niet van plan om laat weg
te rijden want we wilden nog een wandeling maken in de buurt. In onze reisgids
stond er een mooie wandeling in de buurt beschreven en omdat we de laatste tijd
zo weinig beweging hadden wilden we wel een keer stevig stappen. Wij dus
volledig voorbereid en uitgerust op weg… naar een plek die er niet bleek te
komen. We volgende de routebeschrijving uit de Lonely Planet maar konden
nergens een wandelpad of wegwijzers vinden. Zeer teleurgesteld reden we dan maar
verder, alweer een lange dag in de auto zonder enige fysieke inspanning.
Het leek ons vooraf wel al raar dat er hier
in de buurt een wandelpad zou zijn.
De weg die we gisteren volgden richting
Prince Albert bracht ons over een mooie bergpas en daar zagen we aan een van de
rest area’s een wandelpad richting een waterval. Omdat het toen pijpenstelen
regende had het geen zin om aan de trip te beginnen.
Verder is in Zuid-Afrika zowat alle
landgoed omheind en is er vrijwel nergens een vrije doorgang. Waar zouden we
dan in godsnaam ook een wandelpad of weg moeten gaan zoeken?
In Beaufort West hielden we een korte stop,
tot onze verbazing was dat best een leuk dorp. We wandelden er maar kort rond
gezien we al snel bleven plakken in een koffiebar met gratis wifi. Zo konden we
eindelijk nog eens een en ander in orde maken voor de website want echt op zoek
gaan naar internetverbinding doen we niet.
Al houden we het thuisfront graag op de
hoogte, we nemen de tijd niet om bewust te gaan internetten en de website te updaten.
Dat doen we enkel wanneer de gelegenheid zich toevallig voordoet.
Deze lange reisdag sluiten we af op een
mooie camping in Britstown. Toen we het dorp inreden kwamen we uit op de
municipal camping, maar dat hielden we snel voor bekeken gezien het toch wel
rare sfeertje en volk dat er rond zwierf.
Dan betalen we toch liever een cent extra
om op ons gemak en in een enigszins comfortabele omgeving te logeren.
De volgende rijdag werd misschien wel de
saaiste tot nu toe. Zonder ook maar 1 afslag te moeten nemen gaf de gps aan dat
we zo’n 350 km rechtdoor moesten rijden. Over een vervelende reisdag gesproken,
uiteraard viel ik alweer in slaap terwijl Dave op automatische piloot verder
reed.
Eindbestemming vandaag: Upington. Een iets
of wat grotere stad naar waar we op zoek gingen naar het Infocenter voor
toeristen. Na een tijdje rondrijden en zoeken vonden we dan toch het verscholen
kantoor waar ze blijkbaar raar opkeken van onze vragen. Bizar wanneer ze je in
een infocenter niet eens kunnen vertellen waar de campings in de buurt gelegen
zijn.
We namen dan maar onze intrek op een
camping langs een rivier waar een hoop zwarte werkmannen logeerden. Voor het
eerst waren we niet de enige gasten op de camping al waren er naast ons amper
andere toeristen.
In het centrum van Upington gingen we op
zoek naar Sakkie se Arkie waar er boottripjes over de Oranjerivier
georganiseerd werden. Het leek ons wel leuk om een keer een uitstapje te maken
en de omgeving leende zich er hier wel toe.
Niks van aan… Sakkie was zo gesloten als
maar zijn kon, we zullen dan maar weer vermoeden dat er in deze periode te
weinig toeristen zijn en het geen zin heeft om voor die enkeling iets te
organiseren.
Tot zover onze trip richting het noorden
van Zuid-Afrika. Niet bepaald een succes te noemen, al staat er op onze agenda
voor morgen nog een nationaal park waarvan we maar kunnen hopen dat het de
moeite zal lonen.