Terug richting kust: Walvis Bay en
Swakopmund
We hadden al een keer ondervonden dat het
aan de kust behoorlijk wat frisser kan zijn.
Bij het binnenrijden van Walvis Bay bleek
dat nogal mee te vallen. Onder een blauwe hemel met daarin een felle zon valt
de koele zeebries nogal te verdragen.
Als het weer zo blijft, dan zien we het wel
zitten om een dagje extra aan zee te blijven.
Walvis Bay is een van de grotere dorpen die
we hier in Namibië al gezien hebben. Echt gezellig vinden we het niet, maar we
zullen op zijn minst nog een keer naar de supermarkt kunnen gaan.
We stoppen eerst aan het toeristinfo om te
informeren naar de mogelijke uitstapjes, we zijn niet gekomen om aan het strand
te liggen.
Een vriendelijke kerel onthaalt ons en
vertelt over de 2 mogelijkheden: een boottochtje in de baai waar we sowieso
zeehonden zullen zien, verschillende zeevogels, misschien ook wel een aantal
dolfijnen en met veel geluk ook nog een walvis. Daarnaast kunnen we ook een
trip per 4x4 naar Sandwich Harbour boeken, een mooie plek waar de duinen
uitkomen in zee.
De foto’s van die laatste trip zien er
indrukwekkend uit, maar omdat we onze twijfels hebben voor het weer de komende
dagen willen we er geen 75 euro per persoon tegenaan gooien. Akkoord, het zal
zeker een knappe trip zijn, maar tenslotte zagen we een soortgelijk landschap
ook reeds in de Sahara enkele weken geleden.
We overwegen de boottrip, maar gaan eerst
nog een keer verder informeren in de stad.
We doen snel boodschappen en kijken
vluchtig rond in het centrum van Walvis Bay. Naar ons gevoel ziet het er niet
speciaal gezellig uit, dus nemen we onze toevlucht naar de camping. Om niet nog
een keer heen en weer te moeten rijden naar het infocenter informeren we op de
camping naar een boottripje. De griet achter de balie heeft verschillende
folders, maar raadt de boot van een vriendin aan (hoe toevallig). Als ze voor
ons een korting kan regelen, dan boeken we de trip. Aan een verminderde prijs
van 5 euro per persoon laten we haar de reservatie in orde maken.
Het is intussen laat in de namiddag en
dikke wolken vullen de hemel die vanmiddag nog zo blauw was. Er komt ook een
stevige wind opsteken en het wordt al snel echt koud. Om de bbq brandende te
krijgen en houden moet Dave er zowaar een fort van dikke stenen rond bouwen.
Eens de zon volledig onder is wordt het zo
fris dat het niet meer aangenaam is om buiten te blijven zitten. Onze buren
kampeerders bleven in de auto zitten, waarschijnlijk ook wegens te koud.
Iets wat we vroeger nogal bizar vonden
gebruiken we vanavond met veel plezier.
Elke camping in Zuid-Afrika en Namibië
heeft naast een aantal douches ook altijd een bad. Wie gaat er nu op een
camping in godsnaam in bad? Wel, vanavond zijn wij dat !
We laten het bad vollopen met heerlijk warm
water en gaan daar een tijdje in ontdooien voor we in onze tent kruipen.
De volgende ochtend zijn de dikke, grijze
wolken nog helemaal niet verdwenen. We trekken dan maar een warme trui aan want
op zee zal het zeker niet aangenamer zijn.
Naast ons is er voor het boottochtje met de
catamaran nog een pasgetrouwd zwart koppel, den Doc en zijn vrouwtje en een
groep Duitsers die in Namibië naar de trouw van een nicht kwamen en samen nog
wat rond reizen.
Nog voor we goed en wel aan boord zijn valt
het ons al op wat een fake boel dit gaat worden. De catamaran meert nog maar
goed aan om ons aan boord te laten wanneer er langs achteren al een zeehond
opspringt. We moeten verplicht allemaal plaatsnemen vooraan, lekker in de koude
wind en dan start hun show met de zeehond. In ruil voor een aantal visjes komt
hij van achteren naar het dek vooraan gekropen, zwaait goeiedag en herhaalt dat
een paar keer.
Hetzelfde gebeurt met de pelikanen. Bij het
maken van een bepaald gebaar komen de vogels langs de catamaran gevlogen en
duiken dan in het water, eveneens in ruil voor vis.
Omdat het zo’n donkere, grijze, bewolkte
morgen is geeft dat nogal een trieste indruk. De koude wind doet onze blote
tenen tintelen, gelukkig is de crew voorzien op warme dekens. We varen door de
baai richting Pelican Point waar er duizenden en duizenden zeehonden liggen.
Leuk om zien hoe velen van hen daar liggen en spelen en anderen in het water
tollen, spelen en sprongetjes maken.
Naast het slechte weer hebben we toch een
beetje geluk want we krijgen enkele dolfijnen te zien, een walvis zit er niet
in al hadden we dat vooraf ook niet verwacht.
De groep Duitsers, waarvan eentje er de
nadruk op legt dat ze in Kaapstad woont en dus geen echte Duitse is, zorgt toch
voor enkele hilarische momenten.
Zo stelt de Duitse/Zuid-Afrikaanse dame de
vraag aan de gids waar de blauwe tonnen in zee voor dienen. “Slapen daarin de
zeehonden?” Nee mevrouw, daarin worden de oesters gekweekt ! Zou ze dat nu
werkelijk menen? Zo klonk haar vraag alleszins, maar waar in godsnaam haal je
het dat een zeehond een “bed” heeft, laat staan een plastieken ton. De oceaan
zou er nogal uitzien moest elke zeehond zo’n blauwe ton hebben om in te slapen.
Dan vertelt de gids dat de oesters om de
drie-vier weken gekuist worden. Vraagt zo’n andere Duiters of ze daarvoor uit
hun schaal gehaald worden… Nee, wat dacht je nu? Het is net de schaal die
schoongemaakt wordt, natuurlijk wordt die oester niet geopend om de oester zelf
schoon te maken !
Tot zover het onboard entertainment.
Kort voor het boottochtje eindigt krijgen
we een glas champagne en enkele koude hapjes. Op zich wel oke, al hoefde die
champagne voor ons niet tenzij er oesters zouden gepresenteerd worden J wat jammer genoeg niet zo was. Een
boottochtje afsluiten met zeevruchten zou toch beter smaken dan met wat
simpele, koude hapjes.
In de namiddag rijden we verder naar
Swakopmund, best een gezellig dorpje met mooie gebouwen en huizen. We doen er
niet meer dan wat rondwandelen.
In een coffeeshop maken we gebruik van de
gratis Wifiverbindingen om nog een en ander op onze site te zetten en drinken
er een heerlijke rooibos latte.
Die avond nemen we een iets of wat foute
beslissing.
In plaats van gewoon in Swakop te
overnachten rijden we verder in de richting van Cape Cross. Onderweg merken we
dat er zo goed als geen kampeermogelijkheden zijn, tenzij een schrale camping
langs de zee waar het veel te hard waait.
Na heel wat kilometers rijden komen we nog
langs een andere kampeerplaats, daar waar vermoedelijk veel vissers
overnachten. We vinden de prijs voor de campsite echter te hoog voor wat ze te
bieden hebben en rijden verder.
Een goeie beslissing? Een viertal kilometer
verder is er weer zo’n schrale camping langs de zee en omdat we intussen wel
beseffen dat het dat zal worden of niets pingelen we wat van de prijs en
blijven.
Warm water is er niet en de toiletten, als
je het al zo kan noemen, zijn op het degoutante af. Gelukkig is er buiten ons
geen volk, hoe zou dat komen, en is het intussen al bijna donker en wordt het
een plasje in de duinen.
Ook hier onwaarschijnlijk veel wind, dus
probeer maar eens iets te koken op een gasbrandertje. We zetten dat ding in de
douches en houden het vanavond op soep met een boterham.
Uit pure miserie lagen we gisteren al in
een warm bad, vandaag doen we daar nog een schepje bovenop en eten we in de
auto. Dave met zijn kom soep achter het stuur, handig is dat niet maar op zijn
minst zitten we dan niet in die koude wind.
Opnieuw liggen we snel in onze tent, aan
uren slaap zullen we niet te kort komen.