Wanneer je op de onderstaande figuren klikt wordt je doorgelinkt naar de volgende pagina’s:

Reisverslagen (boek) foto’s (fototoestel) achtergrondinfo (geldzak)

Thailand is niet langer het onontdekte paradijs van weleer. Met zijn 25 miljoen rijstboeren, zijn koning en zijn milde godsdienst biedt het land bezoekers echter nog altijd een oosterse sfeer, gemengd met westers comfort en de spanning, frustraties en sensatie van een totaal andere wereld. Thailand is soms kleurrijk, soms chaotisch, maar blijft altijd volkomen zichzelf.

Topografisch is het land verdeeld in vier regio's: de bergen in het noorden, de vruchtbare centrale vlakten, het droge en niet echt vruchtbare plateau in het noordoosten en natuurlijk het zuiden met zijn mooie stranden en betoverende eilanden.

Tof:

In het drukke Bangkok staan honderden tempels en vele bijzondere (floating) markten.

Thailand heeft prachtige stranden en eilanden. In Ko Samet, Phuket en Ko Samui heb je daarbij ook erg goede keukens.

Chiang Mai in het (westelijke) noorden is de uitvalsbasis voor treks naar de Hill Tribes, kleurig handwerk, meditatie cursussen, olifanten tochten door de fantastische heuvelgebieden en uiterst relaxte bergsfeer.

In Thailand zijn 80 nationale parken. Kaeng Krachan (gibbons en neushoorn-vogels), Doi Inthanon (vogels, orchideeen), Khao Yai (olifanten), en Khao Sok (regenwoud met tijgers en luipaarden) zijn een paar van de beste.

Het noord-oosten heeft nog veel nauwelijks bezochte gebieden, mooie tochten over de Mekong rivier en een imponerend grensgebied met Cambodja.

Wat we niet willen missen:

- Omdat we nu al 2 keer in Thailand geweest zijn, is er niets speciaals dat we nog willen zien.

Niet zo tof:

Toeristische gebieden zijn aan de relatief prijzige kant aan het worden.

Wat we zeker kunnen missen:

- Lemon grass in het eten. (krijgen hier allebei maagproblemen van)