Verslag Trans-siberië
Ulan Baator: de hoofstad van Mongolië – het land van
de Gobiwoestijn.
Op de voorlaatste dag van de maand augustus komen we
aan in Ulan Baator. Op het perron worden we aangesproken door 2 jonge meisjes
die voor een guesthouse werken.
Omdat we niet zomaar de eerste de beste guesthouse
willen nemen stappen we te voet verder naar het centrum van de stad, op zoek
naar een geschikte slaapplaats voor de komende 3 nachten.
Vanaf het treinstation moeten we zeker 20 minuten
wandelen om het centrum te bereiken, we hebben nog steeds veel geluk met het
weer en de temperatuur draait alweer rond de 26°.
Uit de Lonely Planet hebben we al een aantal
slaapplaatsjes genoteerd die ons interesseren, deze blijken allemaal volgeboekt
te zijn. Omdat we intussen al een aardige tijd rondlopen met onze rugzakken in
deze zomerse temperaturen besluiten we dan toch maar het Bed & Breakfast
Guesthouse te proberen waarvan de meisjes ons aan het treinstation aanspraken.
Hier hebben we uiteindelijk meer geluk, er zijn
helemaal geen gasten in dit appartement (ingericht als gueshouse zoals wel
vaker gebeurt) en zo hebben alle ruimte voor ons met 4. Het ontbijt is
inbegrepen, maar dit stelt echt niets voor. 1 dag kwam Mika voor ons ontbijt
maken (terwijl ik en Dave dan nog niet thuis waren) en de dagen daarna hebben
we voor onszelf gezorgd. Wat wel heel handig was, Mika deed voor ons de was.
Daarvan hebben we geprofiteerd en zowat de helft van onze kledij laten
uitwassen, de accidentjes die daarbij gebeurden namen we er dan maar bij want
sorteren doen ze hier niet.
Ulan Baator is de uitvalsbasis voor trekkings in de
Gobiwoestijn, dus willen we er zo snel mogelijk werk van maken en uitzoeken we
er zoal te beleven valt. Één van de bazen van onze guesthouse blijkt ook tours
te organiseren, dus wordt hij de eerste persoon die ons een voorstel mag doen.
De rest van onze eerste dag gaan we langs bij een
aantal bureautjes die trekkings organiseren om zo de prijs te kunnen
vergelijken en te bekijken wat er wordt aangeboden in de regio die wij willen
bezoeken.
Intussen hadden we onze buik wel bijna vol van het
treinreizen en besloten we om de rit naar China in een trekking te verwerken in
plaats van alweer per trein te gaan. Op deze manier combineren we de afstand
van Ulan Baator tot de grens met China in een trekking.
Na heel wat overleg en gediscussieer boeken we onze
trip via onze guesthouse, nu maar hopen dat we de juiste keuze hebben gemaakt…
Vrijdag 31 augustus begint voor ons vroeg, we moeten
ons visum voor China vandaag nog zien te regelen aangezien we maandag op
trekking vertrekken. We staan op om 8u20, de ambassade zou opengaan om 9 uur.
Daar aangekomen staat er al een mooie wachtrij voor
ons en blijkt dat er pas om 9u30 wordt opengedaan. Het wachten wordt een hele
beproeving, de hele tijd wordt er geduwd en gewrongen om toch maar eerst binnen
te geraken. Om 12u worden de deuren immers gesloten, of je nu in de wachtrij
staat of niet. Na een aantal zenuwachtige blikken op onze klok wordt de
binnendeur net achter ons gesloten, oef we komen zeker nog aan de beurt.
Uiteindelijk stappen we rond 11u45 de ambassade buiten
en mogen we, mits bijbetaling, ons visum vandaag om 16u afhalen.
In de namiddag bezoeken we het National Museum of
Mongolian History, dit wordt positief beschreven in de Lonely Planet en in een
ander reisverslag lazen we hierover ook een aantal positieve noten. Na een dik
uur staan we terug buiten, dit blijkt niet echt iets voor ons te zijn.
Quà geschiedenis blijken de Mongolen niet echt te
verschillen van andere nationaliteiten. We zagen heel wat gereedschappen,
gesteenten en andere voorwerpen die lijken te dateren uit de oertijd. Het enige
wat echt typisch was voor dit land was de klederdracht en de manier van
huisvesting.
Zaterdag 1 september bouwen we een feestje, vandaag is
Steven jarig en dat moet gevierd worden. Zoals het intussen de gewoonte is
beginnen we onze dag met een ontbijt bij de French Bakery, zalig om te
ontbijten op de Europese manier met een croissantje of broodje met kaas en een
koffie. Bovendien is er hier gratis wifi-aansluiting, ideaal voor ons om onze
laatste updates door te sturen en onze mails te checken.
Om deze dag niet alleen te beperken tot eten en
drinken bezoeken we vandaag het Museum of Natural History waar je de fauna en
flora van Mongolië kan bekijken. Van dit museum verwachten we dat het meer in
onze smaak zal vallen dan het historical museum. Niet dus ! Ook hier zijn we
alweer vrij snel terug buiten, gelukkig zijn de inkomprijzen laag.
We zien hier alweer stenen en fossielen die we
eigenlijk al in het andere museum konden terugvinden. Als hoogtepunt gokten we
op de restanten van de dinosaurussen, maar ook dat viel tegen. Zowat alles wat
hier binnen staat is nep en nagemaakt, dat maakt het al minder boeiend en
geloofwaardig. Ook de opgezette dieren die je hier massaal vindt ben je snel
beu.
Dan maar verder naar het Gandantegchinlen Khidd, het
grootste en belangrijkste klooster van Mongolië waar nog ongeveer 150 monniken
wonen. Volgens onze Lonely Planet moet je geen inkomgeld betalen om het domein
binnen te komen, dit moet enkel wanneer je de bijgebouwen wil bezoeken. We
zetten nog maar 1 voet binnen het domein en worden al teruggefloten door iemand
aan van het ticket office. Volgens hem moeten we betalen om binnen te komen,
ook al lopen alle andere mensen gewoon door. Hoe we ook proberen om hem
duidelijk te maken dat we volgens ons helemaal niet hoeven te betalen voor dit
stuk van het klooster, hij blijft aandringen en geeft uiteindelijk toe dat
enkel de toeristen moeten betalen. Als het zo zit… laat het dan maar.
Tientallen mensen, ook toeristen, passeren ons zonder meer. Domper op de
feestvreugde, maar we laten ons niet afzetten, zeker niet op deze oneerlijke
manier.
Na dit voorval zijn we toe aan een biertje. De eerste
dag in Ulan Baator vonden we een terrasje waar je ongelofelijk goedkope satés
kan eten en waar ze goed bier serveren, Bavaria Red. Dus gaan we voor een hapje
naar daar en drinken daar alle 4 dit blijkbaar Hollands biertje van een halve
liter. Kleine pinten kennen ze hier niet, dus drink ik (Line) voor de eerste
keer in mijn leven een halve liter bier, wetende dat ik anders nooit bier
aanraak (behalve een kriekske) en dat dit toch wel 6,9% alcohol bevat. Ik voel
het dan ook in mijn benen wanneer we huiswaarts gaan om ons klaar te maken voor
Steven zijn verjaardagsdiner. Toch nog snel even stoppen in de supermarkt voor
een aperitiefje.
We verlekkeren ons nu al een aantal dagen om een
typische Mongolian BBQ, BD’s moet hiervoor perfect in aanmerking komen volgens
onze reisgids en volgens enkele andere reizigers. Deze zaak blijkt inderdaad in
de smaak te vallen, wanneer we daar toekomen is alles volzet, geen wonder want
het ruikt er heerlijk. Dit kunnen we niet aan ons voorbij laten gaan, dus
reserveren we tafeltje en komen binnen een uurtje terug. Wat kan je doen op
zo’n dag in afwachting van je avondeten? Drinken ! Iets verder in dezelfde
straat passeerden we een leuke pub, The Californian, waar we van een cocktailtje
genieten en onze eetlust opwekken.
Met een grommende maag keren we om 21u terug naar BD’s
en genieten van een heerlijke Mongolian BBQ. Heel bijzonder is dit eigenlijk
niet, je kan het vergelijken met de wokpaleizen die tegenwoordig overal bij ons
opduiken. Je neemt zelf je groentjes, vlees en noodles, kiest een sausje en
toepasselijke kruiden en daarmee ga je naar een kok. Deze gooit alles samen op
een grote ronde bakplaat en voert een kleine show op terwijl je eten wordt
klaargemaakt. Het smaakt ons geweldig goed, de kwaliteit van het eten is
geweldig.
Als afsluiter van de avond drinken we nog een
koffietje in een pub dichtbij onze guesthouse.
Op onze laatste dag in Ulan Baator bezoeken we het
winterpaleis, de plaats waar de achtste boeddha en laatste koning 20 jaar heeft
gewoond. Hier weten we gratis binnen te komen, gelukkig maar want veel is er
niet te zien. Het domein op zich is niet zo groot en is toe aan restauratie. De
gebouwen op zich zijn mooi, maar de kleuren aan de buitenkant zijn heel erg
vervaagd. Binnenin komen de kleuren beter tot zijn recht, alleen zijn alle
bijgebouwen vrijwel identiek.
Anderhalve kilometer verder op een heuvel ligt het
Zaisan Memorial, een herdenking aan de onbekende soldaten en helden van
verschillende oorlogen. Er gaan heel wat trappen aan vooraf om de top van dit
monument te bereiken, maar je wordt beloond met een schitterend uitzicht over
de stad.
Als afsluiter van ons bezoek aan de hoofdstad van
Mongolië gaan we voor sushi. Als we aankomen aan het White House Hotel blijkt
het restaurant dat hiertoe behoort vrij chique te zijn. Ook al zijn we er niet
echt op gekleed, we wagen het erop en gaan een kijkje nemen. We krijgen een
apart kamertje waar we, zoals het moet, op de grond zitten aan een laag tafeltje
met kleurrijke kussentjes.
De menu blijkt vrij prijzig te zijn, maar nu we hier
toch zitten en ons al de hele dag verlekkeren op japans bestellen we iets dat
volgens onze backpacker-normen betaalbaar is.
Dave en Steven
gaan voor sashimi en krijgen een aantal heerlijke stukjes vis voorgeschoteld.
Stefanie gaat voor rijst met gebakken zalm en ik ga voor een simpele rijst met
ei en kip. Zoals het hier vrijwel altijd gebeurt komen niet alle gerechten
tezamen en hebben Dave en Steven hun misosoepje al op wanneer de serveuse
binnenwandelt met onze gerechtjes. Mmm, ziet er heerlijk uit. De serveuse zet
haar dienblad neer en nadat ze Stefanie haar schoteltje geeft laat ze haar
plateau vallen en daar ligt mijn lekker uitziende maaltijd op het rieten
tapijt.
Grote paniek !! Het meisje excuseert zich tientallen
keren en geraakt in paniek. We trachten haar te sussen en duidelijk te maken
dat zoiets geen drama is, niet echt makkelijk want ze spreekt geen woord
Engels. Ze kuist het boeltje op met onze servetten (lauwe handdoekjes) en
verdwijnt achter het gordijn van onze kamertje.
In volle afwachting van een nieuw bordje wacht ik
geduldig terwijl de anderen intussen verder eten. In de veronderstelling dat er
in de keuken wel voorrang zal gegeven worden aan mijn bestelling wacht ik
geduldig af. Blijkbaar is de Mongoolse logica niet zoals wij die kennen, het
blijft maar duren en van ambetantigheid begint mijn honger te verdwijnen.
Wanneer alle anderen gedaan hebben met eten is ons
geduld op. Blijkt nu dat die serveuse blijkbaar niet eens een nieuwe maaltijd
had besteld in de keuken en misschien uit schrik niet eens had durven zeggen
wat er gebeurd was.
Dan maar geen eten voor vanaovond, de gezelligheid van
het tafelen is nu wel helemaal voorbij.
Top of the bill !! We vragen naar de rekening en wat
blijkt: mijn eten dat niet verder is geraakt dan het dienblad wordt gewoonweg
aangerekend. Het wordt nu echt tijd dat we vertrekken, we roepen er iemand bij
ivm de rekening, mijn gerecht wordt eraf getrokken en dat is het.
Jammer van deze domper op onze laatste avond.