Verslag Trans-siberië
De achtdaagse trekking: verkenning van de Gobiwoestijn
en ontdekking van het nomadenleven.
Hoge verwachtingen !! Vandaag, maandag 3 september,
vertrekken we op een achtdaagse trekking door de Mongoolse steppes en de
Gobiwoestijn.
In de late ochtend laden we het minibusje in, het
hoogtepunt van ons bezoek aan Mongolië zal nu starten.
Het eerste deel van onze trekking zal ons naar de
bergen en heuvelachtig gebied brengen. We rijden door Terelj National Park en
gaan op zoek naar Turtle Rock, een gigantisch steenformatie waarin je langs de
ene kant duidelijk de vorm van een schildpad kan onderscheiden.
We besluiten in dit park geen stop te houden omdat we
al een aantal keren vernamen dat dit heel erg op toeristen gebaseerd is en dat
is iets wat we net niet willen tijdens onze trekking.
We willen de Mongolen leren kennen zoals ze echt zijn
en leven en niet in een soort van kunstmatige omgeving.
We hebben vandaag nog een lange rit voor de boeg als
we bij de lokale familie willen geraken zoals gepland. We rijden verder en
verder weg van de bewoonde wereld en stoppen voor ons avondeten in een klein
dorpje, dit zal één van de laatste keren worden dat we eten voorgeschoteld
krijgen in een soort van restaurant.
We zetten onze weg verder en rijden de Mongoolse
steppes binnen. De asfaltwegen zijn intussen vervangen door zandwegen en al
hobbelend en bobbelend rijden we verder tot het gaat schemeren. Onze chauffeur
weet ook niet precies waar we moeten zijn, de familie die wij zoeken blijkt net
verhuisd te zijn. We stoppen bij de eerstvolgende ger en daar wordt besloten
dat we onze tent zullen opstellen in plaats van verder op zoek te gaan naar de
juiste familie. In het donker is het immers onmogelijk om verder te rijden en
zoeken naar een ger in dit landschap kan je vergelijken met zoeken naar een
speld in een hooiberg.
Vanavond maken we voor de eerste keer kennis met de
Mongoolse gastvrijheid. Nadat we onze tent hebben opgesteld worden we in de ger
uitgenodigd voor een tas thee en wat koekjes. De thee is een soort van melkthee
en goed drinkbaar, de koekjes daarentegen smaken heel erg zuur en zijn niet
meteen ons ding.
Eens de zon onder is merken we hoe donker het kan zijn
en hoe mooi de sterrenhemel wel is. De grote beer kunnen we gemakkelijk terugvinden,
ook de poolster staat duidelijk te schitteren tussen alle andere fonkelende
lichtjes, zelfs de melkwegen kan je hier zien ! Er is geen betere plaats om van
zo’n mooie sterrenhemel te genieten !
Nadat we hebben ontbeten rijden we verder, op zoek naar
de familie die we de dag voordien niet hadden bereikt. Onderweg stoppen we in
een klein buurtwinkeltje om nog wat eten voor de komende dagen in te slaan en
het is ook de gewoonte om het gastgezin iets aan te bieden, we nemen brood,
koekjes en appels mee.
In plaats van de tent op te stellen mogen we vannacht
in de ger slapen, op de grond welteverstaan. Deze familie vindt het een hele
ervaring om eens in een gewone tent te kunnen slapen en daarom willen ze met
ons van slaapplaats wisselen. Heel erg comfortabel slapen we alweer niet op de
harde ondergrond, maar dat maakt net deel uit van deze tocht.
Het verbaasde ons hoe snel je het gewoon wordt om back
to basic te gaan leven. Slapen in een tent, je behoefte doen in de natuur,
wassen met een beetje koud water uit een ketel, …
Op deze tweede dag neemt de man des huizes ons mee
voor een tocht te paard. Geen van ons allen had ooit paardgereden, gelukkig
zijn de paarden hier niet reusachtig want ik ben geen held als het op deze
dieren aankomt.
Mongolen zijn heel wat kleiner en vaak ook fijner dan
wij Belgen, dat merk je dan ook aan de zadels die ze gebruiken voor de paarden.
Na ongeveer anderhalf uur te hebben gereden wordt het eerder een marteling dan
een plezier. Onze billen beginnen langs de binnenkant heel erg pijn te doen en
onze knieën lijken te verstijven door heel de tijd met opgetrokken benen in de
teugels te zitten, onze mannen hadden het ook hard te verduren op dergelijke
zadels.
Resultaat: de terugrit doen we met onze minivan, geen
van ons ziet het nog zitten om anderhalf uur terug te rijden. We komen bijna
kreupel van de paarden gestapt en de dag nadien merken ik en Stefanie zelfs
roze tot lichtpaarse plekken in onze liesstreek. Kan je je al een beetje
voorstellen hoe pijnlijk het moet geweest zijn? De omgeving op zich was leuk om
te paard te verkennen, hoewel je hier in het steppegebied niet veel meer ziet
dan uitgestrekte graslanden.
De rit te paard eindigde aan een natuurlijke bron,
hier komen de nomaden uit de buurt hun bidons vullen met drinkbaar water.
Lekker verfrissend dachten wij, na anderhalf uur op een paard in zo’n 30°. Het
water is licht bruisend, maar smaakt metaalachtig waardoor vooral de nasmaak
niet echt prettig is in je mond. Dan maar wachten tot we terug zijn aan het
kamp om onze dorst te lessen.
Eens terug maken we kennis met Ideree (uitgesproken
als Itré), een jongetje van anderhalf. De eerste 3 jaar wordt het haar van de
kinderen hier niet geknipt, vandaar dat het in staartjes wordt gedaan als het
langer wordt.
In het begin lijkt hij bang te zijn van ons, maar
wanneer ik een ballon bovenhaal is de schrik snel over. De ene ballon na de
andere springt kapot door de harde grassprieten en doorns hier in de Mongoolse
steppe. Ik blaas er één minder hard op en dat helpt. Zoals een echte jongen
houdt ook Ideree van voetbal, een goeie kans om een deel van de opdracht die
Wanda ons gaf te vervullen, ook al is het met een ballon in plaats van met een
voetbal.
Na een eerder korte nachtrust worden we deze ochtend
gewekt door de activiteit binnen de ger. De mannen staan vroeg op om de dieren
te gaan laten grazen, de vrouwen maken zich klaar om de koeien te melken,
daarbij mogen we een handje helpen. Heel vlot gaat dat niet, maar ik slaag er
toch in om een aantal stralen melk in de emmer te krijgen.
Na het ontbijt gaan we een andere familie helpen
verhuizen. Het gras rondom hun ger is bijna allemaal opgegeten door hun dieren
en dan wordt het tijd om verderop een nieuwe woonplaats te zoeken.
Wanneer we bij hen aankomen is alles reeds gepakt dus
rijden we ineens mee naar hun nieuwe stek. Heel hun hebben en houden staat op
een kleine pick-up, op nog geen uurtje is alles alweer opgebouwd. Zo hebben we
ook een keer gezien hoe een ger in elkaar zit en konden we gemakkelijk een
handje toesteken, het lijkt wel een simpel bouwpakket.
Alweer krijgen we te maken met een staaltje van
Mongoolse gastvrijheid. Nadat de buitenkant van de ger in mekaar staat worden
we binnen ontvangen met warme koeienmelk, yoghurt, een soort van platte kaas
die heerlijk smaakt op een stukje vers brood met wat suiker erover en alweer de
zure melkkoekjes die we aan ons voorbij laten gaan.
Eens terug bij onze gastfamilie pakken we onze spullen
en rijden verder naar onze volgende wel heel primitieve slaapplaats.
We hebben ons nu al een aantal dagen moeten behelpen
met een emmertje water om ons te verfrissen en slaan voor deze nacht de tent op
aan de grootste rivier van Mongolië. Aan de overkant van deze rivier staat een
ger, verder is er in de omgeving niets of niemand te bespeuren. Onze gids en
driver gaan op zoek naar visgerief terwijl wij de tent opzetten en een flinstone-nederzettinkje
bouwen. Ook al blijven we hier maar 1 nacht, we proberen het ons zo gezellig
mogelijk te maken, maken voor ieder een stoeltje en bouwen een tafel aan het
kampvuur.
Intussen verschijnt er een visser op de brug die onze
mannen uitnodigt om ook een poging te wagen. Het duurt nog niet te lang voor de
ene vis na de andere wordt bovengehaald, tot grote verbazing van de Mongoolse
visser. Op dit uur van de dag kan je enkel de kleine visjes vangen, voor de
grote moet je ofwel ’s morgensvroeg ofwel ’s avondslaat terugkomen.
Haku, onze gids bereidt een lekker Mongools soepje van
schapenvlees met noodles, aardappelen en wortelen.
We sluiten deze toch wel bijzondere avond af met een
kaartspelletje aan het kampvuur.
Alvorens we verder rijden nemen we de volgende ochtend
nog een uitgebreid “bad” in de rivier, het water is verschrikkelijk koud maar
de gedachte dat het nog wel eens lang zou kunnen duren voor we de mogelijkheid
krijgen om ons te kunnen wassen zorgt ervoor dat we op onze tanden bijten en
genieten van de frisheid.
Voor de rest van deze dag hebben we een lange rit voor
de boeg en komen we pas ’s avonds aan in een toeristisch gerkamp. Hier logeren
ook heel wat Mongolen tijdens hun vakantie omdat er hier een natuurlijke bron
aanwezig is, zij volgen dan een kuur van ongeveer een week waarna ze gezond
terug naar huis keren.
Wie had gedacht dat we kans zouden krijgen om te
dansen in de woestijn?? Vanavond werd er een disco-avond georganiseerd in het
kamp. Om iets na 21u begeven we ons naar de kantine waarbij we van op afstand
de discoverlichting al zien flikkeren. Binnen zijn alle tafels weggeschoven en
staan de stoelen in een cirkel rond de dansvloer opgesteld. De muziek staat
loeihard en de boxen zijn niet meer van de nieuwste, de meeste noten komen er
vals uit en het gekraak van de te luide muziek doet pijn in je oren.
Wanneer we juist toekomen krijgen we een staaltje van
Mongoolse dans te zien. Hierbij wordt er in paar gedanst, de muziek doet denken
aan een Weense Wals, de pasjes zien er vrij eenvoudig uit. Het volgende nummer
is met een stevige beat, een aantal Mongolen waagt zich op de dansvloer en op
dat moment valt het ons op dat zij heel weinig gevoel voor ritme bezitten. Wij
toeristen worden op de dansvloer getrokken en krijgen meteen alle ogen op ons
gericht. Niet veel later loopt het fout met de muziek, de cd’tjes zijn
blijkbaar al zo vaak afgespeeld dat het ene nummer na het andere hapert en het
de moeite niet meer is om van je stoel af te komen. Amper een uur na de start
van de disco-avond komt er al een einde aan, een aantal Mongolen blijft nog
achter om karaoke te zingen, wij houden het voor bekeken en kruipen onder de
lakens.
Nadat we de nacht doorbrachten in een echt bed, ook al
was het niet het meest comfortabele dat je je kan voorstellen, rijden we verder
naar een nomadenfamilie. Daar worden we alweer ontvangen met thee en koekjes,
hier zouden we vandaag gaan kameel rijden. Jammer genoeg werden zijn dieren
uitgeleend aan een andere familie en weet de eigenaar niet wanneer zijn dieren
zullen terugkomen.
We rijden dan verder naar een volgende familie waar we
onze tent opstellen tussen de rotsen. We bevinden ons hier in een prachtige
omgeving met speciale rotsen, het lijken wel gigantische platte keien die op
elkaar werden gestapeld. Op de top van deze rotsen hebben we een ongelofelijk
uitzicht op de omgeving.
De zus van onze gids werkt op 5 min. van hier voor
“Earthwatch”, een organisatie die werkt met vrijwilligers en gediplomeerden
zoals biologen en dierenartsen. Zij trachten de populatie van wilde dieren in
de Gobiwoestijn in kaart te brengen, dit zowel voor zoogdieren, vogels en
reptielen. Van aan onze kampeerplaats wandelen we over de rotsen en heuvels tot
aan hun basiskamp, een mooie wandeling die slechts een uurtje duurt. We
vernemen dat zij vanavond zullen proberen om wilde geiten en schapen te vangen
met behulp van een groot net. We stellen voor om hen te helpen, maar de baas
(een Amerikaan) kan hiermee niet instemmen omdat er toch wel een basisopleiding
voor nodig is. Als we zomaar zouden meegaan is de kans groot dat we meer in de
weg lopen dan dat we ons nuttig kunnen maken.
Hij stelt wel voor om de volgende ochtend terug te
komen om samen met een biologe de vallen voor de kleine dieren te gaan
controleren.
Eens terug in onze gastfamilie wachten zij ons op voor
thee en een koekje, zij hebben een stapel traditionele kledij voor ons
klaarliggen die we moeten proberen. Ze willen er een heuse fotoshoot van maken
en laten ons poseren voor de ger. Daarna wordt een typische pijp bovengehaald,
proberen we snuiftabak uit en wordt er nog wat verteld over de traditionele
Mongoolse levenswijze.
De volgende ochtend staan we op om 5u om onze tent op
te breken en ons klaar te maken, we moeten al om 6u in het basiskamp zijn om de
opgezette vallen te gaan controleren.
In totaal vinden we 10 vallen waarin een dier vastzit,
een vrij goeie vangst voor deze periode want gisteren werd er maar 1 hamster
gevangen. In totaal worden er ongeveer 180 vallen uitgezet, verspreid over 2
hectare. Onze mannen checken de vallen voor de grote dieren zoals de rode vos
maar hebben geen geluk. Wij vangen een aantal gerbils, een hamster en een
baby-hamster, deze krijgen allemaal een nummer in hun oor, worden gewogen en
opgemeten en het geslacht wordt bepaald.
Het was een leuke ervaring om in dit project te kunnen
helpen, we wisselen onze gegevens uit met de biologe zodat we haar een aantal
foto’s kunnen toesturen en nemen dan alweer afscheid.
Vandaag moeten we nog een heel eind rijden, maar voor
we vertrekken nemen we eerst nog afscheid van de familie waar we vannacht
sliepen.
Zij hebben voor ons reeds een ontbijt bereid dat
bestaat uit gedroogd schapenvlees (dat bij hen in de ger aan het plafond hangt)
in een soort van soepje met couscous, niet meteen wat wij gewoon zijn om ’s
morgens te eten. Uit beleefdheid proeven we ervan, samen met de thee die wordt
voorgeschoteld en die ook niet meteen ons ding is.
Nog voor de middag gaan we alweer verder omdat we
vandaag een heel eind moeten rijden om de zandduinen te bereiken. Hier komen we
pas aan wanneer het al donker is, dus zetten we onmiddellijk de tent uit en
zullen we moeten wachten tot morgen om de omgeving te ontdekken.
Het heeft lang geduurd, maar deze nacht heb ik (Line)
prijs. Ik doe bijna geen oog toe van de buikkrampen, zo’n hevige pijn heb ik
nog nooit gehad. Ik tel de uren af tot het licht wordt en na 2 buscopans en een
dafalgan gaat het al wat beter.
In de voormiddag maken we een wandeling door de
zandduinen, heerlijk met zo’n zacht zand onder je voeten. We genieten een
laatste keer van de Mongoolse woestijn en rijden rond het middaguur verder naar
de Chinese grens. We logeren hier nog een laatste keer in een toeristisch kamp en
brengen onze laatste nacht op Mongools terrein door in een ger. Morgen rond het
middaguur steken we de grens over en start het volgende deel van onze reis:
China !
Beoordeling van onze trekking:
We kijken tevreden terug op onze 8-daagse doorheen het
Mongoolse landschap. De tour die wij kozen bracht ons doorheen 3 verschillende
gebieden van Mongolië: het berglandschap, het steppegebied en de woestijn.
Omdat we tot aan de grens met China wilden geraken
wisten we op voorhand dat we toch een hele afstand moesten overbruggen. Daarom
hebben we dan ook bijna 2 volledige dagen gereden, maar onderweg kan je
absoluut genieten van de omgeving. Zo zagen we wilde antilopen en schapen in de
verte, kom je voorbij drinkplaatsen waar je heel wat dieren tezamen ziet, vaak
zie je roofvogels vliegen, maar het is ook opvallend hoeveel karkassen,
skeletten en beenderen je ziet liggen. Eigenlijk niet meer dan logisch als je
bedenkt hoeveel dieren hier wel niet leven.
Wat spijtig genoeg heel erg is tegengevallen is de
begeleiding door onze gids. Wat ze hier in Mongolië, of althans waar wij onze
tour boekten, verstaan onder gidsen is ons nog steeds niet duidelijk.
Haku, een studente van 19, vertelde bijna nooit iets
spontaan, telkens moesten we haar zelf vragen stellen om enige feedback te
krijgen. Als we iets over het land of de leefgewoonten wilden te weten komen
moest zij dit bijna altijd navragen bij de lokale families of onze driver.
Bovendien was haar Engels ook niet goed genoeg, vaak begreep ze onze vragen
verkeerd en beperkte haar antwoord zich tot “maybe” of “possible”.
Stefanie heeft haar daarover reeds op de tweede dag
van de trekking aangesproken omdat we voelden dat er iets verkeerd liep. Vaak
liet ze ons gewoon wat zitten en wachten en moesten we zelf informeren naar de
plannen van de dag alvorens ze in actie schoot.
Jammer genoeg heeft die confrontatie niet veel
uitgehaald, want veel beterschap kwam er niet in de loop van de trekking.
Dus legden we ons daar op de duur gewoon bij neer en
probeerden we er alsnog het beste van te maken. Gelukkig hadden we het heel
gezellig met ons 4 en konden we het goed vinden met onze driver, jammer genoeg
sprak hij geen woord Engels.
Moesten we dergelijke trekking opnieuw doen, dan
zouden we op voorhand zeker willen weten hoeveel ervaring de gids heeft en of
het al dan niet een student is.
Bovendien zouden we overwegen om enkel een driver met
vervoer te regelen (die dan toch een klein woordje Engels spreekt) en zelf voor
eten zorgen. Veel moet er onderweg niet geregeld worden, als de driver de regio
kent kan hij je perfect de mooiste plekjes tonen en heb je daar geen gids voor
nodig. De nomadenfamilies zijn zo gastvrij dat ze er geen probleem van maken
dat je je tent naast hun ger opstelt.
Wat de activiteiten betreft, ook hiervoor is er geen
voorbereiding nodig. Paardrijden doe je bij een nomandenfamilie, wanneer je
graag eens op een kameel zit zoek je hiervoor naar een familie die kamelen
heeft en om te vissen hoef je gewoonweg iemand aan te spreken die nabij een
riviertje woont om zijn visgerief te lenen.
Achteraf bekeken had het geen probleem geweest om dit
zelf allemaal te regelen en hadden we niet zoveel geld moeten uitgeven aan onze
trekking. Het eten kost hier werkelijk niets, de activiteiten doe je bij de
families en verder hoef je aan niets geld uit te geven.
Misschien een tip voor diegenen die een trekking
willen doen doorheen Mongolië?