Verslag Peru

 

Ollantaytambo en Machu Picchu: twee prachtige overblijfselen uit het Incaverleden.

 

In plaats van de trein naar Aguas Calientes te nemen vanuit Cusco doen we het eerste traject tot Ollantaytambo met de bus. Van daaruit is het treinticket naar Machu Picchu ten eerste een pak goedkoper en bovendien willen we in Ollantaytambo de Inca-ruïne bezoeken.

In het dorpje Ollantaytambo werd de Inca urbanisatieplanning ten volle bewaard, het is dan ook een perfect voorbeeld van hoe de dorpjes er vroeger moeten hebben uitgezien. De huizen, de smalle straatjes met kinderkopjes, de waterlopen langs de gevelwanden,… Alles is heel authentiek gehouden en dat geeft dit dorp een bijzondere uitstraling. Ware het niet dat enorm veel toeristen hierop afkomen en vele van de traditionele huizen omgebouwd zijn tot souvenirwinkels. Het hoogtepunt hier is het prachtige Inca-fort met tempels, lange, brede terrassen tegen de heuvelwand en de indrukwekkende hoge muren gemaakt van grote rotsblokken die alweer perfect in mekaar passen. De beklimming van het reusachtige complex gaat langs een hele reeks trappen die opmerkelijk ver van mekaar liggen zodat je telkens grote stappen moet maken. Doordat het fort zo hoog tegen de bergwand ligt heb je van bovenaf een mooi uitzicht over het dorpje van Ollantaytambo in de vallei en de andere omliggende bergen.

In de bergen tegenover deze ruïne zien we nog een aantal andere, kleinere ruïnes liggen en daar wandelen we vervolgens naartoe. Alweer een fameuze beklimming met veel trappen en nu en dan smalle zandwegen. Ook deze ruïnes zijn bijzonder goed bewaard gebleven en geven een geweldig zicht over het fort dat we daarnet bezochten.

 

Terug beneden gaan we eerst een verfrissende limonada drinken, een typisch Peruaans recept van limoensap met suiker, water en een beetje eiwit en melk om een schuimkraag te krijgen. Jammer dat de trein pas vertrekt wanneer de zon al onder is, de omgeving is hier zo mooi met reusachtige hoge bergen maar daarvan zullen we onderweg niets te zien krijgen.

 

Aan het treinstation in Aguas Calientes, ook wel het Machu Picchu dorp genoemd, neemt een vrouw ons mee naar een hostel. Onderweg kopen we eerst nog onze bustickets voor morgenvroeg en halen we ons toegangsbiljet voor Machu Picchu. Met een studentenkaart krijg je hier 50% korting en aangezien we tot hiertoe nog nooit problemen hadden met onze valse kaarten proberen we het hier ook. De kerel achter de kassa is echter niet van de domste en merkt direct op dat het om valse kaarten gaat. Wanneer hij dreigt om de politie erbij te halen laten we het voor wat het is en betalen de volle pot, geloof ons, het gaat hier om veel geld ! Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de verkopers zo goed opgeleid worden, de staat wil geen halve cent mislopen.

 

Wanneer we toekomen in de hostel zijn we moe genoeg om direct in bed te kruipen. De hele dag hebben we trap op en trap af gelopen en dat voelen we stevig in onze benen. We willen morgenvroeg trouwens goed op tijd opstaan zodat we bij de eersten aan de bushalte komen, dat is de enige manier om tot de inkom van Machu Picchu te geraken tenzij je het ziet zitten om naar boven te wandelen.

Om stipt 4u20 loopt onze wekker af en nog geen 10min later zijn we vertrekkensklaar. Wanneer we om 4u40 aan de bushalte komen zijn er misschien wel al 20 wachtenden voor ons en toeristen blijven toestromen. Op dit vroege uur begint de ergernis al, de bustickets zijn niet genummerd en het werkt hier volgens het principe: eerst toegekomen, eerst op de bus. Altijd zijn er mensen bij die niet in de rij aanschuiven en zich nonchalant tussen de eersten plaatsen. Dat is dan wel even buiten Dave gerekend, zeker drie keer wandelt hij op de indringers toe. Net wanneer de bus er na vrij lang wachten komt aangereden zijn er weer twee die zich tussen de wachtrij wringen en blijken het nog wel Belgen te zijn. Zij vinden het blijkbaar niet nodig om eerlijk aan te schuiven, wat zijn we op zo’n moment trots om Belg te zijn…

 

Nog voor de deuren van Machu Picchu geopend worden staan we ook daar alweer in de wachtrij. We willen absoluut Wayna Picchu beklimmen en per dag worden er maar 400 mensen toegelaten. Van zodra we binnenmogen haasten we ons naar de andere kant van de fantastische Inca-ruïne, zelfs zonder rond te kijken, en komen zo als nummer 13 en 14 aan de volgende gesloten poort. Daar moeten we nog ruim een half uur wachten tot ook hier de deuren om 7u open gaan.

Hoewel er vooraf werd aangegeven dat de beklimming ongeveer anderhalf uur duurt staan wij na 30min pompaf en met zweetdruppels op het hoofd boven. Voor ons zijn er nog maar 3 andere toeristen en dat wil zeggen dat we het fantastische zicht over Machu Picchu bijna voor ons alleen hebben. Dave zoekt een mooi plekje uit van waar we het komende uur stilzwijgend genieten van de omgeving. Hoge, groene bergtoppen en waar je ook kijkt is er enkel en alleen maar jungle, buiten de indrukwekkende ruïne gerekend dan.

 

In plaats van terug te gaan langs dezelfde weg besluiten we het circuit te wandelen dat je nog langs twee andere ruïnes brengt. Die tocht begint met een enorme afdaling van hoge trappen die maar blijven komen en komen. Het einde komt maar niet in zicht, het is bloedheet en bovendien zullen we straks nog de hele weg terug naar boven mogen klimmen. Uiteindelijk komen we dan toch aan de eerste ruïne die niet veel specialer blijkt te zijn dan de andere, kleine Incaruïnes die we tot hiertoe zagen. Ook de grot waarin een paar kleine raampjes werden uitgehouwen stelt niet bijzonder veel voor en ik krijg er spijt van dat we hieraan begonnen zijn. Zoals verwacht is de terugweg ongelofelijk zwaar, onze benen trillen van de inspanning van het constante stijgen en dalen en ik heb er moeite mee om terug te geraken.

 

Voor we aan de verkenning van Machu Picchu beginnen zetten we ons eerst even op een grote rotsblok om wat uit te blazen en iets te eten. Naar Wayna Picchu mag je enkel wat drinken meenemen en het doet deugd om een koek met chocolade in onze mond te kunnen steken. Omdat het zo warm is doen we onze schoenen uit om onze voeten even te laten verluchten, maar daar denkt de jonge wachter anders over. Met zijn fluitje blaast hij in onze richting, het past niet in het imago om hier op blote voeten te zitten. Dan maar weer die stinkende sokken aan en in onze natte schoenen. De jonge gasten die hier werken als toezichter doen niets liever dan op hun fluitjes blazen en mensen terecht wijzen. Als je de trap in de verkeerde richting neemt komen ze al fluitend achter je gelopen en terwijl we op onze rots uitrusten hebben we er plezier in om te zien hoe die kerel het ene groepje mensen na het andere achterna gaat.

 

Naar het effectieve doel en de functie van Machu Picchu is het nog steeds raden. In de naslagwerken van de Spanjaarden werd er nooit enige melding van deze Inca-site gedaan en het was pas in 1911 dat een Amerikaanse historicus de “lost city” ontdekte terwijl hij eigenlijk op zoek was naar de verloren stad van Vilcabamba. De ruïnes van Machu Picchu waren volledig overgroeid en bevinden zich in een dichtbegroeide jungle.

Met onze kaart en plattegrond in de hand bezoeken we deze geweldig bewaard gebleven Incastad. De gebouwen zijn nog duidelijk herkenbaar en hier zie je meer dan alleen op mekaar gestapelde rotsblokken. Bovendien is de omgeving adembenemend mooi en hoe hoger je klimt, des te beter het uitzicht wordt. Opmerkelijk vinden we de vele waterloopjes, ongelofelijk hoe doordacht de Inca’s deze honderden jaren geleden bouwden en zo het hele domein van vers water voorzagen. Kleine watervalletjes die van bassin naar bassin lopen, door smalle goten en zelfs hier en daar zijn er hoeken en bochten gemaakt, allemaal heel verfijnd.

 

Nadat we ongeveer 7u hebben rondgelopen op dit domein van de Inca’s zijn we moe en hebben we grote dorst. Ons flesje water is intussen leeg en dus kopen we een nieuw flesje voor we de lange afdaling naar Aguas Calientes inzetten. De prijzen zijn hier schandalig duur, bijna het tienvoudige dan wat je in het dorp betaalt. Alles wat met Machu Picchu te maken heeft is één grote geldklopperij en dat stoort ons. De enige manier om boven te geraken is door lang af te zien en te voet te komen of door een duur busticket te betalen terwijl je in amper 20min boven bent. Om die reden waren we te gierig om een retourticket aan te schaffen en zetten we de afdaling te voet in. Alweer een eindeloze reeks trappen brengt ons van bovenop de berg terug naar het dorp in de vallei. Chapeau voor de mensen die hier vanochtend te voet aan begonnen, ik kan me niet inbeelden dat je na zo’n tocht de fut nog hebt om aan de trappen van Machu Picchu te beginnen, laat staan die voor de Wayna Picchu.

 

In het onvermijdbare toeristisch centrum van Aguas Calientes gaan we eerst nog een hapje eten en wandelen daarna over de grote souvenirmarkt naast het treinstation. Ook vandaag vertrekt de trein na zonsondergang en zien we alweer niets van de prachtige omgeving onderweg.

Na een klein anderhalf uurtje treinen komen we toe in Ollantaytambo en we zijn blij dat er massaal veel taxi’s en minibusjes staan te wachten om toeristen naar Cusco te brengen voor een schappelijke prijs. Zo hoeven we ons morgen niet af te jagen en kunnen we lekker uitslapen alvorens de nachtbus te nemen naar Arequipa.

Op onze laatste dag in Cusco spreken we nog een allerlaatste keer af met Cristina en Joel. Zij vertrekken hierna naar het Amazonegebied in Iquitos terwijl wij meer naar het zuiden reizen. Bij een gezellige en lekkere lunch nemen we afscheid waarna wij de taxi nemen naar de busterminal.