Verslag Peru

 

Cusco: een ronduit prachtige stad - een overblijfsel van het ooit zo machtige Inca-imperium, verrijkt met de archeologische verfijning van de Spaanse veroveraars.

 

Er is maar één manier om de schoonheid van deze stad te ontdekken: wandelen ! Dat is hetgene dat wij deden op onze eerste dag. We logeren vlakbij het mooie San Blas plein waar de gelijknamige kathedraal staat op een klein, gezellig pleintje. We gaan de trappen op het einde van het plein omhoog en hebben van daaruit een eerste mooi zicht over de bergachtige omgeving van deze stad. De omliggende, smalle straten van kinderkopjes zijn heel gezellig met het ene restaurant naast het andere. Sommige straten zijn zelfs zo smal dat je je op je zij moet draaien wanneer er een auto passeert.

Wat verder komen we aan de prachtige Plaza de Armas, omgeven door al even mooie gebouwen met arcadebogen, indrukwekkende kerken en een kathedraal. We zetten ons op een bankje en genieten van de bijzondere omgeving van deze stad. In de straten rondom het plein zien we de metershoge oude Incamuren gemaakt van grote rotsblokken die perfect op elkaar passen.

 

We verlaten de Plaza de Armas en wandelen onder één van de grote arcadebogen richting de centrale markt. Hier zijn alweer minstens 50 kraampjes waar verse fruitsappen gemaakt worden en ook de verse fruitsla is een lekkere vitaminebom. Daarna gaan we naar het ontbijtgedeelte van de markt waar Dave een kom rijstpap of arroz con leche leeglepelt en ik een stuk chocoladecake snoep. Dat is het fijne aan dergelijke markten, ze hebben er alles en dat nog eens tegen spotprijzen. Wanneer we de markt buitenkomen is het weer volledig omgeslagen van aangenaam warm naar heel bewolkt, grijs en fris.

 

Omdat we morgen een aantal ruïnes willen bezoeken en daarvoor vroeg op pad willen kopen we vandaag nog een Boleto Turistico. De prijs daarvan vinden we schandalig hoog, maar nu we in het land der Inca’s zijn kunnen we dat stukje geschiedenis moeilijk overslagen. We kopen het ticket in het Museum van de Regionale Geschiedenis en aangezien een bezoek inbegrepen is in de prijs van dit ticket besluiten we toch nog maar eens een poging te wagen. Zoals vele voorgaande keren zien we ook hier weer de intussen gekende gebroken potten en allerlei voorwerpen gemaakt uit steen. We lopen bijna door de verschillende kamers en op de bovenverdieping vinden we het nog erger worden. De kunst die er tentoongesteld wordt gaat enkel en alleen over Jesus en de Kerk en de schilderijen vinden we maar niets. Nog geen 10 min nadat er een gaatje in onze inkomticket geperforeerd werd staan we alweer buiten.

 

Op de volgende dag, nadat we onze bustickets geregeld hebben voor binnen een paar dagen, nemen we de lokale bus richting Pisaq die ons afzet aan de eerste ruïne voor vandaag, Tambomachay wat “resort” betekent. Op deze plek die gekend is als “the baths of the princess” logeerden de Inca’s regelmatig. Twee viaducten zorgen voor de aanvoer van vers water het hele jaar door. Al is het moeilijk om je voor te stellen hoe dit domein er vroeger (1.500 jaar voor christus) moet hebben uitgezien, de waterkanalen zijn er nog steeds en ook de resterende, perfect op elkaar passende rotsblokken doen je een vermoeden krijgen.

 

Aan de overkant van de rijweg ligt de ruïne van Puca Pucara of “het rode fort”. Wanneer de Inca’s feest vierden aan de overkant in het resort werd van hieruit de weg in het oog gehouden. Dit was bovendien ook de logeerplaats van de dansers en het personeel. Veel schiet er echter niet over van het rode fort en we moeten onze verbeelding laten werken om ons iets in de zin van een fort te kunnen voorstellen.

Hierna beginnen we aan de afdaling richting Cusco, het is een stralende dag vandaag en we zien het zeker zitten om de 11km naar het centrum terug te wandelen. Zo passeren we onderweg nog een paar hele kleine dorpjes en is het leuk om de mensen aan het werk te zien in hun weien of met de koeien.

 

Als volgende bezoeken we de grote ruïne van Saqsaywaman waar de Inca’s maar liefst 77 jaar aan werkten om het af te krijgen. We wandelen hier binnen over een groot grasveld waar de koeien gelukkig vastliggen aan kettingen, dat is veel korter dan langs de ingang binnen te gaan. Even later worden we teruggefloten door één van de toezichters omdat we een trap naar beneden wandelen met éénrichtingsverkeer. Die mannen nemen hun job wel heel serieus, maar wij zien er het nut niet van in om helemaal rond te gaan terwijl de trap breed genoeg is voor drie mensen.

De laatste ruïne voor vandaag is Q’enqo wat “labyrint” betekent. Naar aanleiding van de vondsten die men hier ontdekten gaat men ervan uit dat hier belangrijke ceremonies plaatsvonden, zo bijvoorbeeld een grote tafel in een grot die centraal moet gestaan hebben voor de bijeenkomsten.

 

Na deze vierde ruïne hebben we het wel gehad voor vandaag, tenslotte is het allemaal niet veel meer dan een hoop grote op mekaar gestapelde rotsblokken en heb je zelf veel fantasie of verbeelding nodig om je iets voor te kunnen stellen bij de omschrijving van elke site.

Wat we op voorhand niet wisten is dat er een nieuwe trap naar het centrum van Cusco loopt naast de ruïne Saqsaywaman, dus moeten we eerst opnieuw die richting uitgaan voor we aan het laatste deel van de afdaling kunnen beginnen.

 

Na een mooie, maar toch ook een beetje een vermoeiende dag in het bergachtige landschap rondom Cusco geven we onze benen te rust op een bankje op de Plaza de Armas. Diezelfde avond gaan we nog een hapje eten met Cristina en daarna is het tijd om onze dagrugzakken te pakken voor de langverwachte uitstap naar Machu Picchu.