Verslag Peru

 

De Colca Canyon: met zijn kloof van 3.191m de tweede diepste canyon ter wereld.

 

Om half vier ’s nachts worden we opgehaald door het privébusje dat ons naar Cabanaconde zal rijden, het dorpje van waaruit de afdaling in de Colca canyon begint. Eerst moeten we nog heel wat kilometers door de bergen afleggen en wanneer we het hoogste punt van 4.800m passeren voelen we de hoogte toch weer in onze hoofden.

Onderweg houden we een stop aan Cruz del Condor, een uitkijkpunt van waar je kans hebt om condors te zien vliegen. Het is een grote toeristenbijeenkomst, elke bus stopt hier rond hetzelfde uur wanneer de condors het makkelijkst te spotten zijn. In totaal zien we er vier door de lucht zweven en deze vogels zijn echt gigantisch wanneer ze over je hoofd gevlogen komen.

In het dorpje Chivay stoppen we voor een eenvoudig ontbijt, maar veel tijd krijgen we niet want we moeten de laatste kilometers naar Cabanaconde nog afleggen en er moet vandaag nog flink gestapt worden.

 

Normaal zouden we op driedaagse trekking door de canyon gaan, maar aangezien Dave ziek werd moesten we onze trip uitstellen en hadden we nog maar twee dagen over aangezien we onze bustickets al gereserveerd hadden. Echt heel jammer vinden we dat niet want op de tweedaagse krijg je krak hetzelfde te zien als op de driedaagse tocht, alleen moet je het allemaal een beetje sneller doen en een paar uur langer wandelen op de eerste dag.

Rond 10u30 starten we onze afdaling van 1.000m in de canyon. Het is intussen al bloedheet en de zon brandt op onze gezichten. We zijn in het gezelschap van een Pools-Peruaans koppel dat in Londen woont en we hebben ook een jonge gids mee, Ruth. Een vrolijk meisje die ons nu en dan leuke weetjes weet te vertellen en ook een mondje Quechua spreekt.

Het wandelen gaat in het begin vrij gemakkelijk, maar wordt al snel vermoeiend in onze benen. Door de droogte is het moeilijk wandelen op de ondergrond van zand en keien. De hele tijd schuiven we onderuit en vaak moet je echt moeite doen om je evenwicht te bewaren. Het gaat steil naar beneden en je moet meer naar je voeten kijken om niet te vallen dan dat je van de omgeving kan genieten. Die is trouwens echt prachtig en af en toe moet je de tijd nemen om even rond te kijken. Een diepe afgrond naar beneden in de droge canyon met een paar dorpjes in de verte tegen de steile wanden. Heel beneden zien we de oase waar we tegen de avond moeten geraken, een groene plek met palmbomen te midden van het dorre landschap.

 

Terwijl we verder naar beneden zakken komen we zo nu en dan de bewoners van de kleine dorpjes tegen die met hun ezels op weg zijn naar boven. Daar doen ze hun inkopen en laten ze de ezels alles weer mee naar beneden dragen. Na een goeie twee uur wandelen komen we aan de hangbrug die naar het eerste dorpje leidt, dat is ook de plaats waar we zullen lunchen. Een mooie lodge met een kleurrijke tuin en een mooi zicht over de omgeving en de hoge canyonwanden. Hier mogen we een uurtje onze benen te rusten geven want terwijl de trekkers van de driedaagse hier overnachten moeten wij nog een heel aantal kilometers afleggen.

 

Na een lekkere lunch trekken we onze schoenen terug aan en gaan opnieuw op pad. We wandelen door een paar kleine dorpjes, groeten de lokale bevolking, hun kinderen, paarden en ezels. Langs de smalle wandelpaden en door de hoge bergwanden heen hebben deze mensen zelf een irrigatiesysteem aangelegd. Ongelofelijk hoe ze het klaar gekregen hebben in dit landschap, zelfs onze gids kan niet verklaren hoe ze in godsnaam die kanaaltjes hebben kunnen bouwen in de steile rotswanden. Op die manier zorgen ze voor een groen stukje land in de canyon waar ze groenten en fruit kunnen telen zoals sinaasappels, avocado’s, vijgen en meer.

Wanneer de zon al begint te zakken en voor grote schaduwplekken zorgt naderen we stilaan het einde. We hebben flink doorgestapt en na ongeveer 5u 30min wandelen komen we toe aan de oase waar we zullen overnachten. Een klein, groen dorpje met niets dan lodges en overnachtingsmogelijkheden voor toeristen. Het zwembad ziet er verwelkomend uit, maar nu de zon verdwenen is koelt het snel af en houden we een duik toch maar voor bekeken. In ruil gaan we ons verfrissen onder een wel heel koude douche, maar na al die uren zweten kunnen we dat wel gebruiken. We overnachten in een bamboehut waarvan de bamboestokken toch wel minstens een halve centimeter van mekaar staan en veel wind binnenlaten. We slapen hier samen met het andere koppel en hopen op geen al te frisse nacht. Lang zal die alleszins niet duren want morgen moeten we er alweer om 5u uit om opnieuw te beginnen wandelen. Onze gids Ruth zorgt voor een lekkere spaghetti en een dessertje van banaan met zoete melk. Niet veel later kruipen we in onze bedden op houten poten.

 

Heel goed hebben we vannacht niet geslapen. Dat kwam niet door de koude wind, maar door de harde bedden. Onze heupen en benen begonnen er pijn van te doen zodat we ons de hele tijd van de ene kant op de andere moesten draaien. Uit schrik voor de koude waren we toch maar met zijn tweetjes in een éénpersoonsbed gekropen en dat was best gezellig.

Op dit vroege uur beginnen we aan de klim van 900m terug naar boven. De hele tijd zullen we moeten stijgen en dat opnieuw over een pad met veel zand, stenen en keien. Maar het zijn vooral de hoge treden die het zwaar in je benen maken en naar het einde toe geraken we echt uitgeput. Onze gids en de twee anderen hebben we achter ons gelaten, zij gingen toch net iets te traag en aangezien dat het voor ons nog vermoeiender maakt besloten we alleen verder te gaan en hen boven op te wachten. Ook vandaag zien we een aantal keer mannen met hun paarden of ezels en vergezeld door een aantal honden naar beneden komen. Vaak staan zij ook vermoeide toeristen op te wachten en voor diegene die het niet denken te halen bieden ze een ritje op het paard of de ezel aan tegen betaling uiteraard.

2u 10min hebben we moeten wandelen om op de top te geraken en daar aangekomen was ik zo leeg en uitgeput dat ik in één keer twee pakjes chocoladekoeken heb opgegeten. We waren dan ook vertrokken zonder ontbijt en dan voel je je krachten precies nog sneller minderen. Een klein half uurtje later komen ook onze gids en de twee anderen boven en kunnen we gaan ontbijten. In het dorpje Cabanaconde, tevens de plaats waar we gisteren ook vertrokken, is er een gezellig pleintje waar we uitrusten in het zonnetje dat intussen veel warmte geeft. Al moeten we nog een paar uur wachten op de bus, het was geen slecht idee om vroeg aan de klim te beginnen want als we dat in volle zon hadden moeten doen zouden we nog harder afgezien hebben.

 

Tijdens het ontbijt blikken we terug op de mooie tocht door de canyon. Al was het wandelen soms zwaar, we zijn blij dat we het in twee dagen hebben afgerond.

Iets voor de middag worden we opgehaald door het busje en rijden we naar de hotsprings in Chivay. Daar zijn verschillende zwembaden met warm water afkomstig uit de bergen en het is zalig om hier even te relaxen en te bekomen van de zware beklimming deze ochtend.

Nadien gaan we lunchen en nu we een Peruaan in ons gezelschap hebben krijgen we een aantal lekkere tips en proberen we een paar nieuwe gerechtjes die heel lekker zijn.

 

Diezelfde avond, nadat we terug in Arequipa zijn toegekomen, nemen we de nachtbus naar Nazca. Voor de eerste keer worden we gefilmd wanneer we de bus opstappen en zien we dat ook de bus langs de buitenkant op film wordt vastgelegd. Dat doen ze voor een gemakkelijkere identificatie van de slachtoffers in geval van een crash. Maar we komen toe in Nazca zonder brokstukken en deze keer ook zonder bestolen te worden.