Verslag Paraguay

 

Parque nacional Teniente Agripino Encisco: we brengen twee dagen door in de dorre wildernis van de Chaco. Als we daarna het land willen verlaten komen we onverwachts lang vast te zitten wegens de problemen in Bolivië.

 

In de vroege ochtend, om 4u45, verzamelen we aan het busstation van Filadelfia. Inmiddels zijn we met z’n vijven want buiten de Duitse Agnes heeft er zich nog een Duits koppel, Dirk en Dani, bij ons gevoegd. Met een klein busje rijden we eerst tot Mariscal Estigarribia, de plaats waar we onze exit stempel voor Paraguay moeten halen. Ook al verlaten we het land overmorgen pas definitief, er is geen grenspost waar je stempels kan krijgen dus moet je ervoor zorgen dat je dat voordien al doet.

 

Aangezien we vroeg vertrokken komen we ook vroeg toe in het nationale park. Daar worden we ontvangen door twee jonge rangers, het oudere duo dat gewoonlijk van wacht is geniet op dit moment van een vakantie. We vertellen hen dat we minstens 1 nacht willen blijven en tot onze grote verbazing krijgen we een mooie logeerplaats toegewezen. We hoeven hiervoor niets te betalen, in ruil daarvoor verwachten ze enkel een tip wanneer we het park opnieuw verlaten. Zoals verwacht zijn we de enige toeristen, het park ligt zo afgelegen dat er weinig bezoek komt en wanneer we later op de dag het gastenboek doorlezen merken we op dat er slechts om de 3 weken eens een paar bezoekers opduiken.

 

We hadden gehoopt direct in actie te kunnen schieten, maar de ranger beslist daar anders over. Volgens hem is het beter om te wachten tot ongeveer 3u alvorens een wandeling te maken en zo hebben we nog uren de tijd om onze nieuwe omgeving te verkennen. We installeren ons in de vijfpersoonskamer, inspecteren de keuken die we eveneens gratis mogen gebruiken, er is ook een comfortabele badkamer en naast ons logeergebouw is er nog een bijgebouw waar we kunnen bbq-en. Nadat we deze ochtend vroeg moesten opstaan hebben we nu dus lekker de tijd om te luieren en rond het middaguur wandelen we naar de boerderij die één kilometer verder ligt om eten in te slaan voor deze middag en voor een bbq-festijn deze avond. De dikke, vriendelijke boerin bezorgt ons aardappelen, maniok, uien, een klomp vlees van 3kg en bier. Veel keuze heeft ze niet in haar kleine winkeltje en ze stelt voor om voor onze lunch van morgen een sopa te maken, dat is een droog gebak van aardappelen, uien en maismeel.

 

Intussen hebben we ook kennis gemaakt met de hond van het park, ik heb hem Woefie gedoopt. Een heel lief beest dat niet liever dan vertroeteld wordt, hij wijkt geen minuut meer van onze zijde en gaat elke keer mee op wandel.

Om 3u stipt wandelen we terug naar het rangergebouw, maar de jonge gast staat precies niet echt te springen om erop uit te trekken. Hij drinkt rustig van zijn koude maté, die tetere genoemd wordt, en stelt ons geduld op de proef. Wij daarentegen gaan maar al te graag van start, in de hoop een aantal dieren te kunnen zien. In deze wildernis leven wilde varkens, de Amerikaanse tijger, jaguars, tapirs,… Vooral die laatste willen we doodgraag zien en dat zou normaal gezien niet heel moeilijk moeten zijn. Op de tippen van onze tenen lopen we achter de ranger aan, maar wanneer we zien dat het park niet meer is dan een wandeling over een pad dat dan zelfs nog een keer met pijlen staat aangegeven begint onze hoop al snel te zakken. We gingen ervan uit dat hij ons echt mee in de bush zou nemen, maar in de plaats daarvan wandelen we amper een half uurtje over eenzelfde pad. Mooi is het hier alleszins, de vele gigantische cactussen passen perfect in dit dorre en droge landschap. We komen langs een waterplas wat de enige waterbron uit de omgeving zou zijn, maar zelfs hier valt er geen beest te bespeuren. Wel zien we restanten van loopgraven die dateren uit de Chaco-war die in dit gebied plaatsvond en vele slachtoffers eiste.

 

Een beetje teleurgesteld komen we terug aan onze verblijfplaats en we besluiten er vanavond nog een keer zelf op uit te trekken. Op dit uur is het nog steeds stikkend warm, te heet zelfs om in de zon te blijven lopen. In de boom die voor ons logeergebouw staat hebben vele papegaaitjes een nest gemaakt en de hele dag is het er een gefluit van jewelste, wat kunnen die vogels een lawaai maken. De planten op de grond voor het gebouw hebben allemaal venijnige doorns en dat maakt het gevaarlijk om op je slippers rond te lopen. Ze zijn zo groot dat ze er doorheen prikken en meermaals moesten we ze uit onze voetzolen trekken, tot bloedenstoe.

Nadat we ’s avonds lekker gebarbecued hebben, al was het vlees niet bepaald het zachtste dat we ooit gegeten hebben, horen we in de struiken achter ons een lawaai van dieren. Het lijken knorrende varkens en Dave gaat een kijkje nemen in het pikdonker. We gaan hem met onze zaklampen achterna, op de voet gevolgd door Woefie, maar zien niets. Plots komt Woefie teruggelopen naar Dave, begint hem in de handen te bijten, draait rond zijn benen en duwt in de richting van onze logeerplaats. Wanneer we daar terug in het licht komen zien we dat Woefie aangevallen werd en bloedt aan zijn hoofd en in zijn nek, hij is heel erg bang en kruipt weg. Het leek wel alsof hij Dave wilde waarschuwen voor de wilde dieren en ons duidelijk wilde maken dat we moesten terugkeren, gered door een hond !

 

Na een lange nachtrust beginnen we aan een tweede luie dag in het park. Al hadden we het ons anders voorgesteld, zonder eigen vervoer ben je hier niet veel. Ook de rangers beschikken niet over een jeep waarmee ze ons de chaco kunnen laten zien, dus houden we het op een korte wandeling langs hetzelfde pad dan gisteren en veel hangen en water drinken. Ongelofelijk hoe hoog de temperaturen hier oplopen en hoe graag we ook in de zon zitten, hier is dat niet uit te houden. Onder het afdak van ons logeergebouw werk ik op de pc terwijl anderen over vanalles en nog wat babbelen of een boek lezen. Om de eeuwige stilte van dit park te doorbreken zet ik een muziekje op en de cd’s die we eindeloos afspeelden in onze camper in Australië doen ons heimwee krijgen naar die mooie tijden. Zo’n dooie momenten als vandaag hebben we niet al te graag, dan ga je veel te hard nadenken en dat maakt je soms triest.

 

Tegen 12u wandelen we op ons gemak naar de boederij waar we gisteren onze lunch bestelden en de vrouw heeft een heerlijke ovenschotel klaarstaan. Omdat we hier in de Chaco in een erg afgelegen stuk van Paraguay zitten hebben we een probleem quà vervoer, slechts twee keer per week komt er een minibusje dat ons terug naar het kruispunt met Bolivië kan brengen en we zijn niet van plan zolang te wachten. De ranger stelde ons voor om de boer te vragen of hij ons tegen een vergoeding kan brengen, maar die man vraagt daarvoor schandalig veel geld. Onderhandelen lijkt niets uit te halen en bovendien rekent hij meer aan voor de goederen die we vandaag kopen dan wat zijn vrouw ons gisteren aanrekende. Zo’n mensen gunnen we geen extra cent dus moeten we alweer naar een andere oplossing gaan zoeken. Die vinden we niet veel later bij de twee jonge rangers van het park. Eerst zagen ze het niet zitten om ons zelf te voeren aangezien ze geen jeeps ter beschikking hebben, maar gelukkig geven ze toe als we hen vragen of ze de tractor niet kunnen gebruiken. Als voorwaarde stellen ze dat we laat genoeg vertrekken want eerst willen ze nog de voetbalmatch Paraguay-Venezuela zien en Dave is maar al te happig om mee te kijken.

 

Intussen hoorden we al van verschillende bronnen dat het een groot probleem zou kunnen worden om naar Bolivië te reizen. Grote stukken van het land, en vooral ook de grensovergangen, zijn afgezet door blokkades. Alle transport ligt stil, niemand mag het land nog binnen of buiten en dat geldt uiteraard ook voor de busmaatschappijen. Om voorbereid te zijn op lange wachttijden koken we voldoende water om onze drinkflessen te vullen, het zou wel eens een lange nacht kunnen worden. Omdat we dezelfde waterkoker gisteren gebruikten om onze aardappelen mee te koken, er was immers geen enkele ander pot te bespeuren in het keukentje, heeft het water nu een niet al te lekkere aardappelsmaak.

 

Om 22u stipt, nadat de voetbalmatch is afgelopen, komt de tractor voorgereden met een grote laadbak er achteraan. Een dikke anderhalf uur zijn we onderweg geweest over de stoffige aardeweg voor we na 23km de hoofdbaan bereikten. We worden afgezet aan een politiepost, niet meer dan een houten kot, hier kan het wachten op vervoer beginnen. De afgelopen nacht is er blijkbaar nog een bus naar Bolivië gepasseerd, maar verder is er in geen dagen nog beweging geweest. We zetten ons samen met de agenten in het midden van de rijweg en krijgen daar nog een gratis pintje bovenop, wat een onthaal. Het is inmiddels middernacht geworden, vandaag is Dani jarig. Omdat ze zich haar verjaardag toch heel anders had voorgesteld maken we voor haar als troost een verjaardagstaartje met een stukje sopa-gebak dat we overhadden en daarop steken we een aantal lucifers die als kaarsjes dienen. Rond 2u ’s nachts besluiten we dan toch maar een beetje te gaan rusten, in afwachting of er al dan niet een bus of vrachtwagen zal passeren. We leggen ons in het zand, op de grond naast het politiehok, onder een klein afdak. Gelukkig koelt het deze nacht niet zo hard af en hebben we het warm genoeg in onze slaapzakken, toch bizar om zo naast een doodse hoofdweg te slapen. De hele nacht is er geen kat gepasseerd en ook op de bus die normaal dagelijks rijdt kunnen we niet rekenen. De straten zijn verlaten buiten af en toe een paar geiten, kippen en brommers.

 

Nadat we de hele ochtend met de politiemannen hebben getaterd en samen liters tetere hebben gedronken komt rond het middaguur onze redding. Achterin de laadbak van een grote truck mogen we gratis mee tot aan het militaire kamp van Paraguay dat maar een paar kilometer voor de grens met Bolivië ligt. Een goei uur zitten we achterin de vrachtwagen in de brandende zon met zand en stof dat de hele tijd in onze gezichten waait.

Wanneer we toekomen aan de militaire controlepost zien we de soldaten een vragend gezicht trekken, toch worden we hartelijk ontvangen. Via de radio wordt een jeep opgeroepen die onze zware bagage naar hun gebouw moet brengen en niet veel later nadat wij daar arriveren krijgen we een bed in een grote slaapzaal toegewezen, mogen we een deugddoende douche nemen en worden we eveneens uitgenodigd voor het avondeten. We praten lang met de soldaten over de toestand in Bolivië, maar veel komen we op die manier niet te weten. Allemaal vertellen ze ons een ander verhaal en het komt erop neer dat geen één van hen raad weet en we nog langer in het ongewisse zullen moeten blijven. We gebruiken deze namiddag om wat uit te rusten na de afgelopen nacht en de frisse tetere smaakt heerlijk bij zo’n warm weer. Na een lekker avondmaal, we konden het gebruiken want hadden van de hele dag nog maar amper iets tussen onze tanden kunnen steken, kruipen we vroeg in bed in de hoop dat we deze nacht gewekt zullen worden door de soldaten wanneer de bus gearriveerd is.

 

Wanneer we ’s ochtends wakker worden en merken dat het al licht is buiten beseffen we dat we ook vandaag niet zullen weg geraken. Om er zeker van te zijn dat de toestand veilig genoeg is om verder te reizen naar Bolivië bekijken we ’s morgens eerst nog een nieuwsbericht, maar wanneer er niets noemenswaardig verteld wordt besluiten we verder te gaan. Wachten op vervoer heeft geen zin meer, we zullen zelf het werk moeten doen als we verder willen.

We nemen afscheid van de gastvrije soldaten en beginnen aan onze eerste 6km tot de Paraguayaanse douane. Daar komen we na 1u15min wandelen uitgeput toe, het is geen lachertje om met de volledige bagage te wandelen wanneer de zon meer en meer hitte begint te geven. Bij de mannen van de douane mogen we onze drinkflessen opnieuw vullen met fris water en na een korte babbel besluiten we door te gaan, het zal alleen maar heter worden hoe dichter het bij het middaguur komt.

 

Hoe dit verhaal afloopt lees je in ons eerstvolgende verslag van Bolivië !