Verslag Paraguay
Via de
Ruta Trans Chaco bussen we tot Filadelfia, een mennonietenkolonie die in onze
reisgids omschreven wordt als “het Munchen van Paraguay”.
De busrit over de ene geasfalteerde weg die Paraguay
doorkruist brengt ons doorheen de bijzondere landschappen van de Chaco. Dit is
een gigantisch natuurgebied, eerder wildernis te noemen, dat maar liefst 60%
van het Paraguayaanse territorium inpalmt terwijl er slechts 3% van de totale
bevolking woont. Deze bevolking bestaat voornamelijk uit mennonieten en
inheemse bevolking. Deze geïmmigreerde mennonieten zijn oorspronkelijk Duitse
vluchtelingen die hun toevlucht zochten in dit land omdat ze hier de vrijheid
kregen om hun geloof te behouden en in hun eigen levensbehoeften te voorzien.
De voertaal is nog steeds Duits en het is heel bijzonder om in een
Zuid-Amerikaans land Duitssprekende, blanke mensen tegen te komen.
De rit naar Filadelfia is gewoonweg prachtig. Eerst
passeren we niets dan gigantische palmbomenbossen en is groen de overheersende
kleur. Rondom de schaarse waterplassen zien we veel paarden en koeien en dit is
ook de drinkplaats voor vele vogels. Heel wat kilometers later verandert dat
landschap en wordt het eerder dor en droog. De palmbomen hebben plaatsgemaakt
voor gewone bosjes en bomen en zo nu en dan komen we langs een paar hele
triestige huisjes die in mekaar getimmerd zijn met een paar planken. Het is
echt onvoorstelbaar hoe die mensen hier kunnen leven, we vragen ons af hoe ze
zich droog houden bij regenweer aangezien er langs overal gaten en spleten zijn
tussen de planken. Meestal zitten de mensen op de zandgrond of op krukjes voor
hun huis voor zich uit te staren of maken ze een babbeltje met de buren.
Kinderen spelen in het zand of lopen achter elkaar aan op blote voeten.
Onderweg stappen er steeds mensen in en uit en hoe
verder we in de Chaco komen, hoe meer het volk verandert. De mooi geklede
stadsmensen worden vervangen door het stammenvolk, zij hebben een totaal andere
uitstraling en zijn armzalig gekleed. Hun geur doet me denken aan het
boerenleven zoals ik het ook thuis kende. Toen ik als kind melk ging halen bij
de boer hing er ook altijd een specifieke, zure geur en dat is wat ik ook bij
deze mensen herken.
Wanneer we onze bestemming naderen verschijnen er meer
en meer grote cactussen in het landschap wat alweer voor hele nieuwe zichten
zorgt op een paar uur tijd.
In volle
spanning rijden we de Duitse kolonie van Filadelfia binnen, zou dit echt het
Munchen van Paraguay zijn? Niet dus ! Één lange zandstraat vormt de hoofdweg en
daarlangs staan slechts hier en daar een paar huizen, op straat zijn er amper
mensen te bespeuren. Dat wordt alweer een spannende belevenis. Het enige dat ons
iets of wat aan de Europese normen doet denken zijn de bakstenen huizen, iets
wat je anders nergens ziet.
De voornaamste reden waarom we naar Filadelfia reizen
is voor een bezoek aan de wildernis van de Chaco. Dit gebied is voor toeristen
heel ontoegankelijk en je moet een gids vinden die je kan rondleiden. Via Hotel
Florida geraken we aan twee telefoonnummers van lokale gidsen, maar we kunnen
hen vandaag niet bereiken.
Wat doe je dan zoal in een levenloos dorp buiten je
voeten in het zand steken? Niets. Gelukkig hebben we opnieuw beter weer en
wandelen we een beetje over de zandwegen, doen inkopen in de plaatselijke
supermarkt en gaan informeren bij het busstation om hier weer weg te geraken.
We bezoeken ook nog het kleine museum dat gewijd is aan de mennonietengeschiedenis
en maken daar voor het eerst kennis met een Duitssprekende, Paraguayaanse
vrouw. Ze ziet er ook absoluut Duits uit, klein en rond, en spreekt geen enkele
andere taal. Tegen de avond belanden we opnieuw in hotel Florida voor het avondeten
en een pint om deze alweer triestige dag in Paraguay af te sluiten.
De volgende dag hebben we alweer geen geluk, de ene
gids blijkt de komende twee dagen geen tijd te hebben en de andere kunnen we
niet bereiken. Daar gaat ons avontuur in de Chaco, tot we een sympathieke
Paraguayaanse man ontmoeten. Hij nodigt ons uit bij hem thuis en na een lange
babbel over koetjes en kalfjes brengt hij ons op het idee om naar een nationaal
park tegen de grens met Bolivië te reizen. Wat ons voordien onmogelijk bleek vanwege
het weinige openbare transport verandert plots in een mooi, nieuw plan. Samen
met hem overlopen we de mogelijkheden en blijkt zelfs dat we van daaruit ineens
naar de grens met Bolivië zullen kunnen doorreizen. Bovendien kent hij de
ranger van het park en verzekert hij ons dat we meer dan welkom zullen zijn
aangezien er weinig toeristen zijn die tot daar reizen.
Met alweer een nieuw lichtje in de duisternis voor
morgen hebben we er opnieuw goeie moed in, we zullen dan toch nog een stukje
natuur te zien krijgen voor we Paraguay na amper een paar dagen terug verlaten.
Uit verveling gaan we opnieuw op wandel door de verlaten straten en komen zo op
het einde van het dorp bij een soort van fietsenrace terecht. Er werd een
fietsparcours aangelegd en het lijkt of de hele Duitstalige, blanke gemeenschap
zich verzameld heeft. Hoe bijzonder om die witte gezichten en blonde haren te
zien, laat staan dat er dan ook alleen maar Duits gesproken wordt. We wandelen
ook nog over het kerkhof van de Duitse gemeenschap waar dus werkelijk enkel
plaatsen gereserveerd zijn voor dit volk, verboden toegang voor de
Paraguayanen.
We ronden onze dag af met een caipirinha terwijl we
in, alweer hotel Florida, kijken naar een dvd over de geschiedenis van de
mennonieten. Die wordt allemaal heel rooskleurig voorgesteld, alsof het de
helden zijn die Paraguay gered hebben, maar als we vanmiddag de oude man
hoorden vertellen over hoe het leven er voor hem en zijn landgenoten aan
toegaat tussen de mensen van deze kolonie is het toch heel wat anders.
Aangezien we morgenochtend al om 4u moeten opstaan om
de bus naar het nationale park te nemen kruipen we maar tijdig in onze
slaapzakken. Hoewel het overdag lekker warm wordt koelt het ’s nachts heel erg
af en kan je dat donsje goed gebruiken.