Verslag Panama
Santa Catalina: een echte surferbestemming, maar wij
maken de omweg er naartoe om een opdracht te vervullen.
Om in het kleine dorp van
Santa Catalina te geraken moeten we vanuit Panama City de bus nemen tot Sona en
daar overstappen. Slechts een paar bussen per dag doen het traject tussen Sona
en Santa Catalina, maar wij verkiezen om 3u te wachten op de volgende en tevens
laatste bus van de dag in plaats van een dure taxi te betalen. Om de
wachtperiode te overbruggen gaan we een hapje eten in een lokaal restaurantje
en daar worden we nog een keer geconfronteerd met de Panamese manier van
toeristen benaderen. Wanneer we de rekening vragen blijken de prijzen net
allemaal de lucht ingegaan te zijn en hetgene dat uithangt tegen de muur klopt
niet meer. Jaja, dat zal wel, toeristenprijzen ja ! We kunnen best begrijpen
dat deze mensen iets meer willen verdienen aan een toerist, hoewel we dat
absoluut niet goedkeuren, maar als je er dan eerlijk achter vraagt gaan ze
liegen en dat haten we.
Het laatste uurtje wachten
brengen we door in het internetcafé, nog steeds heen en weer gemail met de
banken in België, en een zoveelste vruchteloze poging om geld af te halen.
Pas tegen zonsondergang
komen we toe in Santa Catalina en het is niet alleen donker maar het regent ook
nog eens fameus. Het eerste hostel waar we langsgaan is volzet dus lopen we een
stukje over het strand verder op zoek naar iets anders. We komen aan triestig
uitziende cabanas maar weten dat er niet veel keuze zal zijn. De kerel vraagt
een schandalige prijs van 20USD voor een dof en verouderd kot met een betonnen
bed waarachter kakkerlakken wegkruipen. We krijgen die prijs gelukkig naar
beneden tot 13USD en troosten ons met de gedachte dat we hier toch niet heel
lang zullen blijven.
De reden waarom we naar
dit surfersdorpje afzakken is het vervullen van een nieuwe opdracht die we
onlangs kregen van mijn nicht en haar man. Na wat opzoekwerk kwamen we erachter
dat de Sonagevangenis uit de reeks Prison Break op Isla Coiba moet gelegen
zijn. Dat eiland ligt in de Stille Oceaan en is te bereiken vanuit Santa
Catalina.
De volgende ochtend,
gelukkig schijnt nu de zon en zijn de regenwolken verdwenen, gaan we
onmiddellijk op onderzoek om de opdracht te doen lukken. Omdat dit dorpje zo
piepklein is en er amper een paar huizen, een winkel en wat restaurantjes zijn
hebben we niet echt een idee hoe we hieraan gaan beginnen. Terwijl we over het
strand teruglopen naar het dorp zien we een man aanmeren met zijn boot en ik
besluit hem een keer te ondervragen. Hij legt ons uit dat het eiland zeker
anderhalf uur varen is en de enige manier om er te geraken is een tour boeken
bij de plaatselijke duikvereniging. Isla Coiba is immers heel gekend voor zijn
onderwaterwereld en dat moet inderdaad fantastisch zijn moet manta’s en haaien
in de buurt. Wanneer hij ons een idee geeft van de kostprijs trekken we toch
even grote ogen, zomaar even een schatting van 180USD voor ons beiden. In dat
geval zou er ook een bezoek aan de gevangenis bijzitten en zou het een volledig
dagtrip zijn met snorkelmogelijkheden. Als we hem zeggen dat we die prijs echt
niet zien zitten zegt hij ons eventueel een andere visser aan te spreken die
ons zou kunnen brengen voor 160USD. Pff, jawadde… Een beetje van de kaart over
de kostprijs en het mogelijke mislukken van de opdracht wandelen we verder het
dorpje in en passeren we een duikshop. Daar hangt uit dat je als passagier
meekan op een boot met duikers voor 60USD, daar komt dan nog wel de inkom van
het nationale park bij van 25USD dus als we die optelsom maken zitten we alweer
aan een torenhoog bedrag. We kunnen niet anders dan er ons bij neerleggen,
zoveel geld hebben we er echt niet voor over om de opdracht te doen lukken.
Dan maken we er maar een
simpel dagje strand van en vertrekken we hier morgen alweer. Het dorpje is zo
klein, er is werkelijk niets te zien. Wanneer we later op de middag een
strandwandeling willen maken valt ook dat iets anders uit dan gedacht. Veel
strand is er immers niet en uitgezonderd van een kleine strook zwart
kiezelstrand schuilt er niet veel achter elke nieuwe hoek die we omdraaien.
Langs de kleine strandjes wandelen is vrijwel niet mogelijk, altijd opnieuw
duiken er rotsen op waar we over moeten klimmen en die zitten vol vieze, pissebedachtige
wegglippende beetjes. We houden het een tijdje vol, maar wanneer het tij komt
opzetten besluiten we toch maar terug te keren.
We halen een fles Pepsi in
het winkeltje en installeren ons op een plastieken stoel voor onze kamer met
onze fles Ron de Medellin. Ook een ontspannende manier om de namiddag door te
brengen ;-) We maken er dus een luilekker dagje van en wandelen wat later nog
een keer naar de andere kant van het strand, maar daar botsen we dan weer op
een rivier die uitmondt in zee en die veel te diep is om erdoor te lopen.
’s Avonds eten we een
lekkere pizza in zowat het enige restaurantje en gaan dan voor een tweede en
laatste keer slapen in onze vochtige kamer met potig gezelschap.