Verslag Nieuw-Zeeland - Zuidereiland
Queenstown: de uitvalsbasis voor stunts en
sensatiesporten.
Het super gezellige dorp Queenstown
staat alom bekend als het mekka voor de durvers. Op deze plek werd in 1988 het
bungee-springen voor het eerst gecommercialiseerd. Tegenwoordig zijn er een
aantal verschillende locaties van waarop je de sprong in het diepe kan wagen.
Verder kan je ook kiezen voor paragliding, rafting, canyoning, skydiven,
jetboating en nog veel meer.
Tegen dat wij Queenstown bereiken is
het avond, we lopen nog snel langs het visitor center en halen er de nodige
brochures om een keuze te kunnen maken uit het ruime aanbod. Nadat we ook nog
boodschappen gedaan hebben zetten we ons in een uithoek van de parking in de hoop
hier te kunnen blijven overnachten. Zoals gewoonlijk testen we of er toevallig
geen draadloze internetverbinding te verkrijgen is en we hebben geluk. Het
nadeel daarvan is dat we de hele avond chatten en surfen in plaats van te
werken voor onze site, maar dat kan later natuurlijk ook nog. Ik maak er
dankbaar gebruik van en bel sinds lang nog eens met mijn broer, schoonzus en
hun zoontje Jesse. Mijn metekindje is op schoolreis en haar kan ik jammer
genoeg niet zien.
Het is al na 21u en we zijn onze mails
nog aan het checken wanneer er op onze deur geklopt wordt, security ! Hij
vertelt ons dat het verboden is op de parking te overnachten, wat we uiteraard
wel wisten, dus ronden we af en gaan op dit late uur nog op zoek naar een
andere slaapplaats.
De volgende ochtend is het bibberen om
uit ons bed te komen, later vernemen we dat het maar liefst -8° geweest is
vannacht. Gelukkig hebben we een zalige winterdons en daar bovenop leggen we
nog een slaapzak en tot hiertoe hebben we het al altijd lekker warm gehad ’s
nachts. Maar ik kan je verzekeren dat als je dan van onder die warme dons komt
en je moet verfrissen met het ijskoude water uit de tank, dan staat het
kippenvel op je lijf.
Voor we ontbijten laten we eerst de
motor draaien en zetten de verwarming aan zodat we op een iets of wat
menselijke manier kunnen eten. Dat doen we wel vaker, ook ’s avonds wanneer het
begint af te koelen. De eerste dagen in Nieuw-Zeeland zijn we hopeloos op zoek
geweest naar een klein gasvuurtje, maar ze verkopen niets anders dan eentje dat
je op een grote gasfles moet aansluiten en dat zagen we niet zitten. Gelukkig
is onze camper bekleed met een warm wolleke zoals Dave dat noemt, dat is ook
meteen de naam die we aan deze camper gaven. Stoere Joss heeft plaats gemaakt
voor een warm Wolleke. De warmte blijft op die manier veel beter hangen dan in
onze Joss, met zijn kale wanden.
Direct na het ontbijt rijden we naar
het infocenter waar we een trip met de shotover jet boeken, een boot die tegen
enorme snelheden door een nauwe kloof raast. In afwachting van het vertrek
wandelen we door de straten van dit leuke dorp.
In de zomer kan het best zijn dat deze
plek leeft van de “durvers”, in deze tijd van het jaar is het veel te koud om
dergelijke sporten te boeken. Dit is de koudste plek tot nu toe in
Nieuw-Zeeland, overdag is het een graad of 9 en dus veel te koud om in het
water te springen of in de lucht te gaan hangen. Dat vinden we eigenlijk wel
erg jammer want het ziet er allemaal zo tof uit, maar in deze temperaturen zou
je er niet van kunnen genieten. Hoewel Dave zich graag aan een bungeejump had
gewaagd laat hij dat toch maar voor een volgende keer.
In deze koude tijden verandert het
dorp in een echt skioord, Dave staat te popelen om op de latten te gaan staan
maar het skiseizoen is nog niet begonnen. Voor ons straalt deze plek een echte
wintersfeer uit en met de omliggende besneeuwde toppen en de koude temperaturen
is het hier eens zo gezellig. Kleine straatjes met souvenirwinkels en
sportwinkels, veel cafeetjes en restaurants die hun terras verwarmen met
speciale lampen, binnen een gezellig haardvuur, hier zouden we zelf wel eens op
wintervakantie willen komen. Al zou het wel heel erg prijzig zijn om voor één
of twee weken naar hier af te zakken, toch zegt Dave meteen: hier kom ik ooit
nog skiën.
Terwijl we rondwandelen in het centrum
zien we op een balustrade een kleurrijk papegaaitje zitten. Het is dezelfde dan
diegene die we in Australië ook al zagen en ze hebben veel verschillende, felle
kleuren. Als ik naar hem toe ga voor een foto en mijn hand uitsteek komt hij op
mijn vinger zitten. Wat een lieverd, zelfs als ik ertegen praat en met mijn
hoofd dichterbij kom blijft hij rustig zitten en bijt in mijn mouw.
Net voor de middag worden we met de
bus naar Shotover River gebracht, laat de actie maar komen. We krijgen een
lange regenjas en reddingsvest, met dit weer is het aangenaam om niet doornat
te worden. De handrails in de jetboat zijn verwarmd wat ook meer dan welkom is
in deze koude.
En dan kunnen we aan boord, met een
gigantische snelheid scheuren we over de rivier die op sommige plaatsen amper
15cm diep is. Het speciale aan deze boten is dat ze niet varen op het water
maar erover vliegen ! Via een gat in de bodem wordt er water naar binnen
gezogen en dat wordt dan tegen een enorme snelheid langs achter uitgestuwd
waardoor de boot enorme snelheden haalt, tot wel 80km/u. We schieten vooruit
door een smalle kloof en gaan rakelings langs de kliffen, ik kan niet
tegenhouden dat er af en toe een gil ontsnapt. Ongelofelijk hoe die mannen de
boot besturen en overal tussen vliegen en voorbij razen, geweldig is dit. En
dan heb ik het nog niet over de topper: de 360° spin. Wanneer onze stuurman
zijn arm in de lucht steekt en een draaibeweging maakt volgt er zo’n spin waarbij
de boot volledig ronddraait binnen zijn eigen lengte. Het was een geweldige
ervaring en wanneer onze beurt erop zit blijven we nog even kijken naar de
andere boten die vertrekken en voorbij gescheurd komen.
Eens terug in het centrum van
Queenstown stappen we naar de Gondola. Met een kabellift gaan we omhoog naar
zo’n 800m, hier hebben we een heel mooi zicht over het dorp en de omliggende
bergen. In de verte zien we ook The Remarkables, een bekend skigebied in deze
regio. Hier boven gaan we nog een keer “lugen”, in Singapore was ons dat
uitstekend bevallen. Zo’n luge is een soort van go-kart op 3 wielen waarbij je
afremt door aan je stuur te trekken. We kochten een pasje waarmee we drie keer
konden racen, heel erg leuk op deze hoogte en met zo’n uitzicht.
Tijdens onze tweede rit begint het
zelfs te sneeuwen, dat maakt deze leuke dag helemaal compleet. Na de derde rit
staan onze vingers stijf van de kou maar we hebben er absoluut plezier aan
beleefd. Terwijl we terug afdalen in de kabellift verandert de sneeuw in regen
naarmate we lager komen.
We hadden deze middag al heel wat
restaurantjes afgelopen op zoek naar de Nieuw-Zeelandse greenlipped mussels
maar we konden ze nergens vinden. Uiteindelijk belanden we in een Irish pub en
staan er toch wel geen mosselen op de menukaart zeker ! 2 vliegen in één klap
want Dave zat zich al lang te verlekkeren op een guiness van ’t vat. Omdat er
niet genoeg is voor twee porties bestellen we de vangst van de dag in de plaats
wat een lekker wit visje bleek te zijn. De greenlipped mussels zijn reuzegroot
wat het ongemakkelijk maakt om te eten omdat je mond zo propvol zit met één
enkel mosseltje. De schaal is zeker 8cm lang en de mossel die daaruit komt is
van een gelijkaardig kaliber. Onze Zeeuwse jumbo’s zijn er niets tegen, hoewel
ze volgens ons van smaak toch net iets beter zijn. Deze reuzen zijn wat taaier
en eten minder smakelijk dan de onze.
Onze supertoffe dag in Queenstown
sluiten we af op de parking waar we gisterenavond stonden toen we weggejaagd
werden. Van het gratis draadloos internet maken we graag gebruik om onze mails
nog snel te checken en wanneer ik zie dat mijn broer ook nu thuis is en met
beide kindjes kan mijn dag helemaal niet meer stuk. Sinds heel lang kan ik nog
een keer skypen met Nona erbij, het doet me zo’n plezier haar nog een keer te
zien en te horen. Ik heb me nu al 9 maanden sterk gehouden, maar deze keer
rollen de tranen over mijn gezicht. Langs de ene kant van blijdschap bij het
zien van de kindjes, langs de andere kant omdat ik hen zo hard mis. Nu ik hen
beide nog een keer gezien heb, en uiteraard ook mijn broer en schoonzus, kan ik
er weer even tegen.
Diezelfde avond bellen we ook nog met
onze vrienden Tania en Tony, we zijn blij te horen dat alles goed gaat met hen.
Ten tijde van de cycloon in Myanmar waren zij daar aan het rondreizen en
aangezien er langs geen kanten communicatie met de buitenwereld mogelijk was
zaten wij dagenlang op nieuws te wachten.
Na een lange chat- en belavond rijden
we nog verder richting Lake Wanaka, we overnachten op een rest area met nog
twee andere mobilhomes langs een meer.
We hadden gepland om aan Lake Wanaka
een wandeling te maken naar een van de omliggende bergtoppen, maar omdat het
weer echt niet meezit vandaag schrappen we dat van ons lijstje. Het regent
intussen al een aantal dagen onafgebroken en de wolken hangen zo laag dat het
geen zin heeft om een berg te beklimmen. Het meer dat zo mooi zou moeten zijn
mist alle effect in dit grijs regenweer, de omliggende bergen zien we niet
eens. Daarom rijden we verder en maken onderweg een korte fotostop aan zowel
het Lake Hawea als Lake Wanaka. De rit gaat over de Haast Pass en is op zich al
de moeite, al zou het mooier zijn in het zonnetje. Om toch nog even de benen te
kunnen strekken stoppen we voor een wandeling met een lookout over Haast Pass.
Slechte beslissing… Via een fameus steil stuk wandelen we de berg omhoog en het
uitzicht slaat nergens op, we staan letterlijk met onze hoofden in de wolken en
zien niets dan witte mist. Het was de inspanning niet waard en we staan dan ook
snel weer beneden.
Onderweg stoppen we nog aan een
snelstromende rivier waar het water tussen enorme rotsblokken loopt. Ook aan de
Thunder Falls gaan we een kijkje nemen, maar ze zijn minder spectaculair dan de
naam doet vermoeden.
Eens we het kleine dorpje Haast
gepasseerd zijn begint het open te trekken en komt het zonnetje er alsnog door.
De route gaat verder langs de oceaan, een prachtige groene kustlijn die
schittert in de zon. We maken nog een paar korte fotostops, we bevinden ons in
een prachtig staaltje Nieuw-Zeelandse natuur. Hoge bergen landinwaarts terwijl
we nu vlak naast die gigantische blauwe plas rijden die gesierd wordt door
groene bossen.
Wat typerend is voor rijden doorheen
Nieuw-Zeeland is de leegte, niet moeilijk met een land waar slechts 4 miljoen
mensen wonen verspreid over beide eilanden. Je kan dan ook heel wat kilometers
rijden zonder een levende ziel of dorp tegen te komen. Schapen daarentegen zie
je overal, die beestjes zijn met 40 miljoen talrijk aanwezig.
De wegen zijn heel erg goed, al moet
je wel oppassen voor steenslag door de vele kiezels op de rijbaan. Triestig
zijn de dode opossums langs de weg, heel regelmatig zie je zo’n pluizigaard
liggen die overreden is. Gelukkig zijn het geenszins bedreigde diersoorten, ze
worden zelfs aanzien als een echte plaag omdat ze zo massaal aanwezig zijn in
dit land.
Diertjes die we liever niet zien zijn
de vervelende zandvliegen. In deze tijd van het jaar zal dat al een pak minder
erg zijn dan in de zomer, maar het blijven ettertjes. Ze zijn heel klein maar
verschrikkelijk vervelend en bijten. Eens ze in de camper kruipen zit je met de
miserie, probeer ze dan maar eens weg te krijgen (lees: doden).
Verder zijn er in dit land vele “one
lane bridges”, bruggen die maar breed genoeg zijn voor één voertuig. De
voorrang is in dat geval wel geregeld door borden, maar het kan erg lastig zijn
wanneer die brug achter een bocht ligt en je de tegenliggers niet kan zien
komen. Voorzichtig zijn is de boodschap !
Met dit beetje randinformatie zijn we
intussen op de weg naar Fox Glacier beland. We slapen deze nacht langs de zee
met het nodige lawaai van de golven op de achtergrond. Morgen vliegen we er
vroeg in, we kijken al uit naar de eerste voet die we op een gletsjer zullen
zetten.