Verslag Nieuw-Zeeland - Zuidereiland
Van Oamaru naar
Moeraki en Dunedin: tijdens deze route staan de dieren centraal, ik kan al
verklappen dat we zeker niet ontgoocheld werden.
Aangekomen in Oamaru rijden we ineens naar Bushy
Beach, dit is de plaats waar de zeldzame Yellow Eyed Pinguďns aan land komen.
Deze diertjes zijn erg schuchter en daarom werd er een schuilhokje gebouwd van
waaruit je ze kan gadeslaan. Bij onze aankomst, rond 15u30, was er nog geen
pinguďn te bespeuren. Wel lagen er twee zeehonden op het strand te zonnen, de
eerste keer dat we deze dieren in het wild zien en dus een geweldige ervaring.
We hebben een dik uur geduld nodig, maar vanaf 16u30
komen de eerste pinguďns aangezwommen. Met een grote golf laten ze zich op het
strand duwen waarna ze het op een lopen moeten zetten zodat de volgende golf
hen niet terug mee in zee sleurt, een grappig zicht is dat. In totaal zien we
zes van deze bedreigde pinguďns aan land komen, ze hebben precies een geel
oogmasker op vandaar dat ze yellow-eyed genoemd worden.
De volgende dag worden we wakker op een paar
tientallen meters van het strand in Moeraki. Hier hadden we ons gisterenavond
op de parking gezet omdat we geen andere slaapplaats vonden en zonder het te
beseffen konden we bij wijze van spreke vanuit de camper in zee stappen.
Aan het strand in Moeraki kan je de “boulders”
bezoeken, dat zijn een heel aantal ronde rotsen die miljoenen jaren geleden uit
de rotswanden gesleten werden. Met de zon die opkomt boven de oceaan kleuren de
rotsbollen mooi oranje, de omgeving is eens zo mooi in dit zonlicht.
We wandelen hier kort over het strand en rijden daarna
naar de Memorial Lookout in het dorp van Moeraki. Als je hier de millennium
walkway volgt tot beneden aan het strand heb je kans om zeehonden te zien
zonnen op de rotsen. En dat geluk hadden wij ook vandaag, er lag er eentje op
de rotsen en een andere zwom vrolijk rond in zee.
We gingen van dichterbij een kijkje nemen, maar toen
Dave een stap teveel zette ging de zeehond rechtop zitten en gromde. Om hem
niet overstuur te maken wandelden we weg en gingen van bovenop de berg foto’s
maken waarbij hij zich terug lui neerlegde op de rotsen en ging slapen. Zijn
kameraad bleef rondtollen in het water en leek zich goed te amuseren in zijn
eentje.
Na deze geslaagde ochtend rijden we door naar Dunedin,
een gezellig stadje om even rond te wandelen. Eerst gaan we op zoek naar
Baldwin Street, het steilste straatje ter wereld. We parkeren de camper voor
alle veiligheid onderaan en wandelen tot boven en terug. Gelukkig is het
voetpad aangelegd met trapjes, dat maakt het al heel wat gemakkelijker om boven
te geraken.
Nadat we gewinkeld hebben en de nieuwe bestanden voor
de website hebben doorgestuurd lopen we wat rond in het centrum. We bezoeken
het mooie treinstation en komen langs de eerste kerk van Otago. Op het centrale
pleintje is een marktje, maar het is nogal triestig met amper 5 kramen.
In de late namiddag rijden we door de Otago Peninsula
via de Highcliff road. Deze weg geeft prachtige zichten over de omgeving die
bestaat uit groene heuvels met de Otago Harbour in de verte. Op het
alleruiterste puntje van deze peninsula woont een albatroskolonie, de enige
plek ter wereld waar deze vogels aan land broeden. De enige manier om hen van
dichtbij te kunnen zien is door een begeleide toer te boeken, omdat deze dieren
beschermd moeten worden kan je er enkel in groep naartoe. Wil het toch wel
lukken dat de laatste groep net voor onze komst vertrokken is. Het gebeurt al
niet vaak dat we overwegen om te betalen voor een dier dat je vrij in de lucht kan
zien rondvliegen, maar in deze tijd van het jaar zijn er kleintjes die je kan
zien liggen in de nesten en dat wilden we niet missen. We hebben nog een dik
uur staan rondkijken van op de kliffen, maar geen enkele albatros kwam
overgevlogen.
Het laatste bezoek dat we afleggen in de omgeving van
Dunedin is Tunnel Beach. Spectaculaire, hoge kliffen van kleisteen die uitkomen
in zee. Het duurde even voor we de eigenlijke tunnel gevonden hadden, doordat
de zon nog niet boven de bergen uitkwam lag het gat in de schaduw en vonden we
nergens de toegangsweg. Nadat we al een hele tijd op de kliffen hadden
rondgelopen vond Dave de tunnel die toegang geeft tot een stukje strand bij
laagtij. Gelukkig ligt het er vol rotsblokken en keien want in ons geval was de
zee nog niet volledig weggetrokken en zo konden we bij een grote golf op de
rotsen gaan staan en natte voeten voorkomen.
Het duurde lang voor we de tekst vonden die Conny en
Koen hier een aantal maanden geleden achterlieten. Ze gaven ons de opdracht hun
inkervingen te gaan zoeken en dat was moeilijker dan we gedacht hadden. Tot
slot lieten we zelf nog een boodschap achter op één van de rotsen, in totaal
zijn we met dit alles toch wel een tweetal uurtjes zoet geweest.