Verslag Nepal

 

 Chitwan National Park: genieten van de prachtige natuur, op zoek naar wildlife en rust.

 

Gedurende 4 dagen ontsnappen we aan de drukte van Kathmandu. ’s Ochtends om 6u30 worden we opgehaald door de man waarbij we deze uitstap boekten en we worden te voet begeleidt naar de plek waar de toeristenbussen vertrekken. Toen we deze 4-daagse boekten probeerden we echt het onderste uit de kan te halen en hebben we afgeboden op zijn prijs tot hij niet meer lager wilde gaan, we kunnen dan ook niet verwachten dat we met een luxe minibus of privévervoer gebracht zullen worden.

 

Na 4u rijden, waarbij we een half uurtje stopten in een klein dorpje voor ontbijt, worden we afgezet aan enkele sobere huisjes. Hier is de start van de rafting, de rivier die beneden loopt lijkt niet bepaald wild, benieuwd wat dat zal brengen.

Na 2u wachten komen eindelijk de 3 Chinezen erdoor waarop we moesten wachten voordat onze raft kon vertrekken. De Chinese beleefdheidsvorm voorziet blijkbaar geen sorry in zo’n geval, wat voor ons toch niet meer dan logisch is als je zoveel te laat komt. We zijn in totaal met 6, er gaat nog een jonge Tsjech mee die amper 16 lijkt maar toch alleen reist.

Het Chinese meisje draagt een jeans, niet bepaald comfortabel als je gaat raften. Deze 2 gasten, als je het zo kan noemen, die haar vergezellen dragen sportschoenen en de andere zware botinnen. Geen van hen spreekt een woord Engels, ze verstaan dan ook niets van wat de begeleider uitlegt alvorens we vertrekken.

 

Het duurt niet lang voordat iedereen door heeft dat onze 3 Chinese compagnons nog nooit een raft van dichtbij zagen, laat staan in een raft gezeten hebben, dat bleek in eerste instantie al aan hun kledij. Bovendien heeft de snuggerste onder hen zijn sigaretten nog op zak. Dat het meisje niet al teveel kracht kan zetten begrijpen we nog, maar die kerel die voor haar zit aait het water in plaats van zijn peddel er deftig in te steken. Hij wordt daar meermaals op gewezen door 1 van onze begeleiders, maar lijkt niet te begrijpen waarvoor zo’n peddel dient. De kerel die achter mij zit, jawel de derde Chinees, is niet slim genoeg om door te hebben dat het gemakkelijker is om met z’n drieën eenzelfde roeibeweging te maken in plaats van elk je eigen ding te doen. We zitten dan ook meermaals met onze peddels in mekaar vast en na een paar keer zuchten kijk ik hem even aan met de blik “ben jij nu echt niet slimmer” waarna hij het toch lijkt te begrijpen. Verder doet hij erg goed zijn best en raakt nog maar af en toe mijn peddel.

 

Het water is over het algemeen vrij rustig waardoor we volop van de prachtige omgeving kunnen genieten. De rivier stroomt in een kloof met links en rechts prachtige, groene bergen waarbij we zo nu en dan een waterval tegenkomen. Hoog tegen de bergflanken zien we ook huisjes waarbij we ons afvragen hoe de bewoners daarvan in godsnaam bij hun voordeur geraken. De flanken zijn vaak zo steil dat we ons niet kunnen inbeelden dat die mensen vaak ver van huis gaan. Er worden heel wat gewassen geteeld op de mooie, groene terrassen.

 

Na ongeveer een uurtje raften is het hoogtijd voor lunch aangezien de Chinezen veel te laat arriveerden. We zetten ons aan één van de kleine zandstrandjes maar moeten al snel weer verder omdat we zo laat vertrokken. Bij ons vertrek heeft de Chinese griet haar helm achterstevoren op en blijkt dat niet eens te merken, het zorgt alleszins voor de nodige hilariteit bij onze begeleiders.

 

We gaan verder en komen nu regelmatig een leuke stroomversnelling tegen. In het begin zijn de Chinezen hier nogal bang van. Het water komt nu soms wild op ons af en duwt de raft flink omhoog waarna we met een smak terug in het water vallen. Dit is waarop we gehoopt hadden, een beetje snelheid en moeilijkere stukken waarbij je je voet goed moet vastklemmen in de raft. Er is nooit gevaar geweest om eruit te vallen, zo wild was het net niet. Maar als de Chineesjes gedacht hadden om droog en wel aan te komen, dan hebben ze zich toch goed vergist. De hoge golven zorgen ervoor dat je regelmatig een kwak water binnenkrijgt.

Na een tijdje krijgen onze vrienden de smaak te pakken en lossen ze zelfs af en toe een kreetje van spanning wanneer ze een volgende versnelling zien afkomen, best wel grappig eigenlijk.

 

Naar Chinese gewoonte moet het meisje naar het einde van de rafting toe dringend plassen, blijkbaar zo dringend dat ze niet kan wachten tot het einde. Het is niet zomaar mogelijk om de raft op eender welke plek aan de kant te krijgen, dus moeten we met z’n allen hard peddelen wanneer we een stukje strand zien naderen. We bevinden ons in diep water en in geen geval een geschikte plaats om zomaar even aan te meren, maar gezien de hoge nood maken we een uitzondering. Één van onze begeleiders komt naar voren en springt op het strand om de boot vast te houden, jammer genoeg blijkt het Chinese meisje niet door te hebben dat we ons in diep water bevinden. Ze klimt langs de zijkant uit de raft en schrikt heel erg wanneer ze enkele seconden later kopje onder gaat, heel even paniek, maar ze kan gelukkig wel lachen met haar stomme stoot.

 

We kijken terug op een geslaagde halve dag van deze rafting, al bij al hebben we ons goed geamuseerd en goed kunnen lachen met onze bootgenoten.

Aan het eindpunt worden we op een lokale bus gezet, al een pak minder comfortabel dan de toeristenbus van vanmorgen. We worden op de achterbank geperst samen met nog 3 Nepalezen. Anderhalf uur en heel wat gehobbel en gebobbel later komen we aan in Sauraha, een dorpje aan het Chitwan NP.

 

Onze lodge, Traveller’s Jungle Camp, ziet er heel gezellig uit. Er blijken niet veel gasten te zijn, van de 24 kamers zijn er amper 4 bezet. De kamers zijn heel sober maar gezellig ingericht en hebben een badkamer. Na een heerlijk diner kruipen we vroeg in bed, toch enigszins afgemat van de rafting.

 

Op onze tweede dag worden we gewekt rond half 6 ’s morgens door de kletterende regen op het golfplaten dak. Tijdens de nacht had ik al een aantal bliksemflitsen opgemerkt, maar nu is het menens. Dit is één van de ergste regenbuien die wij al meegemaakt hebben met nu regelmatig de bijhorende donderslagen en bliksemflitsen. Wetende dat alle activiteiten hier buitenhuis zijn belooft dat niet veel goeds.

Tijdens het ontbijt bespreken we met de verantwoordelijke van de lodge de mogelijkheden en laat hij de keuze aan ons over. We mogen de planning volledig zelf opstellen en beslissen wanneer we wat willen doen. Na het ontbijt wachten we nog een aantal uren, maar het stopt niet met regenen.  Omdat we niet de hele dag willen blijven afwachten besluiten we de fiets te nemen en naar het Elephant Breeding Center te rijden. We hebben onze regencapes bij die we 4 jaar geleden in Borneo kochten en nog geen één keer gebruikten, de ideale moment lijkt ons. We rijden langs zeer primitieve, lemen huisjes en zien hoe veel van de gronden volledig onder water staan. Het is echt om medelijden met deze mensen te krijgen, maar misschien zijn ze hier wel meer gewoon. We rijden verder door diepe plassen over de modderige wegen en komen na een half uurtje aan bij het breeding center. Dit is een overheidsproject om de olifantenpopulatie te vergroten.

 

Aan de inkom kunnen we koekjes kopen voor de kleine olifanten. Normaal gezien komen ze, nieuwsgierig als ze zijn, een kijkje nemen als er bezoekers zijn maar met dit verschrikkelijke regenweer is de kans groot dat ze lekker droog onder hun afdak blijven staan. De koekjes zijn onze enige kans om de kleintjes van dichtbij te kunnen zien en te kunnen aaien. Gelukkig zijn toch 2 onder hen moedig genoeg om de regen te trotseren en eten ze samen onze hele zak leeg, of waren het gewoon gulzigaards? Het is jammer dat we hier geen foto’s konden maken, maar door de felle regen was het niet mogelijk om onze camera boven te halen.

Wanneer we terug wandelen naar onze fietsen zijn de plassen intussen uitgegroeid tot moerassen. We staan tot boven onze enkels in het water en het blijft maar gieten, de fietstocht richting de lodge werd niet bepaald gezellig.

 

De dag voor wij hier in Chitwan arriveerden stierf er een wild olifantenmannetje. Rondom het domein van het breeding center zijn er draden met elektrische spanning om de vrouwtjes en hun baby’s te beschermen. Die avond zouden ze door iemand gesaboteerd zijn waardoor er een veel te hoge spanning op stond, het mannetje dat een vrouwtje kwam zoeken om te paren werd daardoor gedood. Het verhaal deed de ronde dat ditzelfde mannetje een kind had gedood een aantal dagen voorheen, kan er enig verband zijn??

De dood van dit olifantenmannetje was voorpaginanieuws ! Nepalezen uit nabij gelegen dorpen kwamen een kijkje nemen, toeristen waren niet welkom. Er werd onmiddellijk een grote put gegraven om hem te begraven.

 

Die middag stopte het gelukkig nog met regenen en zo vertrokken we om 15u alweer met de fiets naar de 20.000 meren. De zon vergezelde ons op deze fietstocht van 40km, we moesten echter flink doortrappen om terug te zijn voor het donker. Door de hevige regen van deze ochtend lag de weg er heel slecht bij, de wegen zijn hier al zo miserabel en al dat water maakte de tocht niet gemakkelijker. Na een dik uur rijden we het nationaal park in en zien een groepje bambi’s, zij worden nogal snel opgeschrikt en spurten weg als ze onze stemmen horen. Blijkbaar wonen er hier wel veel, want we botsen nog een aantal keren op andere groepen bambi’s. We zien ook een wild varken, barking deer en heel wat vogels. Het meer waarvoor we gekomen zijn is heel mooi, zeker nu de avond stilaan valt. Grote delen van het meer zijn bedekt met waterlelies en hier zien we een aantal mooie watervogels.

We rijden nog verder tot het einde van dit stuk van het park, maar dan wordt het hoog tijd om terug te keren, we moeten nog 20km terug en het zal snel donker worden.

Onze gids trapt fameus door en het kost ons bloed, zweet en tranen om hem te blijven volgen. Het is echt afzien, de heenrit deden we op het gemak zodat we rustig de dieren konden spotten, nu moeten we dat goedmaken. De zandwegen zijn op sommige plaatsen echte modderpoelen waarin ik zeker 2 keer vast rij en met beide voeten in het slijk kom te staan. Maar toch ben ik blij dat we de tocht per fiets deden, zeker wanneer we op onze terugweg een aantal jeeps tegenkomen waarbij de toeristen rechtstaan in de laadbak. Vergeleken met hen is dit het afzien wel waard.

 

Na enkele kilometers zijn we uit het nationaal park en moeten we de volgende km’s over de highway afleggen. Dit kan je niet letterlijk vertalen, een highway hier in Nepal is de hoofdweg, maar daarom niet bepaald de beste weg die je je kan voorstellen. Er is amper straatverlichting en je rijdt van de ene put in de andere. Het is nu bijna helemaal donker en zonder lichten op onze fietsen is het hier echt gevaarlijk, zeker met het zware vrachtverkeer en de vele bussen die je passeren.  Ik ben al blij als we van deze hoofdbaan af zijn, maar dan komt nog het lastigste stuk. Het is inmiddels pikdonker en we hebben nog heel wat km’s te gaan tot onze lodge. We fietsen verder op gevoel en de schim van onze gids die voor ons rijdt. De weg is hier een ramp, de onverwachtse putten maken het heel erg zwaar. Zo nu en dan worden we voorbij gestoken door een auto waarbij we even kunnen profiteren van diens lichten. Tegenliggers zorgen ervoor dat we helemaal verblind worden, wanneer zij je passeren met hun grootlichten op heb je enkele seconden zwarte vlekken voor je ogen en moet je het daarna weer stellen met het licht van de maan. We zijn dan ook opgelucht wanneer we de lodge eindelijk veilig en wel bereiken.

 

Die avond nog maken we kennis met een Nederlands koppel, zij huurden een auto met chauffeur en trekken zo door Nepal. Zij vertellen ons over de plaatselijke onrusten door problemen met geplande verkiezingen en de Maoisten. Er zouden al opstanden gepland zijn en zij ondervonden al enige hinder. Wanneer ze een lokaal dorpje bezochten werden ze gevraagd om te doneren, omdat ze dat niet wilden werden ze bedreigd. Benieuwd of wij hiervan enige hinder zullen ondervinden.

 

Die avond ontdekten we in onze kamer de grootste Nepalese huisspin. De gedachte dat deze jongen in onze kamer rondkroop maakte dat ik maar moeilijk in slaap geraakte. We hebben hem daarna echter niet meer teruggezien.

Nog even vermelden dat we vanuit onze kamer regelmatig olifanten zagen die kwamen drinken aan de waterpomp samen met hun mahout. Toch prettig als je ’s morgens wakker wordt en er staat zo’n kolos naast je kamerraam.

 

De volgende ochtend gingen we op olifantensafari. Dat vooral om de neushoorns te zoeken die hier in het wild leven. In het Chitwan NP leeft immers meer dan 30% van de wereldpopulatie van dit soort éénhoornige neushoorns die tot 2 ton kunnen wegen. Ze zijn de grootste in hun soort op het Aziatisch continent.

We bleken geluk te hebben en zagen in totaal 4 van deze neushoorns waaronder een moeder met haar jong. Toch indrukwekkend om deze beesten van dichtbij te zien, en dan nog vanop een olifant.

Na deze safari gingen we rustig een glaasje drinken aan de Rapti rivier. Een prachtig uitzicht met rechts in de verte de Himalaya en recht over ons het NP. Even later werden we vergezeld door 2 mahouts die hun olifanten kwamen laten baden in de rivier. Toch leuk om te zien hoe deze dieren genieten van hun wasbeurt.

 

In de namiddag maakten we een tocht met de kano over dezelfde rivier. We zagen een waterslag die snel door onze gidsen werd weggejaagd omdat ze anders wel eens in onze boot zou kunnen springen. We kwamen ook een aantal krokodillen tegen die lagen te zonnen aan de kant van de rivier. Alweer een prachtige en rustige omgeving, puur genieten van de schoonheid van dit stukje Nepal. Na deze boottocht werden we afgezet en wandelden we in 2u terug tot aan onze lodge.

 

De jungle hier is prachtig, je hebt de bossen langs de kant van de rivier maar er zijn ook enorme grasvlaktes die in deze tijd van het jaar niet toegankelijk zijn doordat de grassen metershoog staan. Alweer complete stilte, maar dat is jammer genoeg ook waar het bij blijft. Hier in de jungle van Chitwan leven heel wat dieren in het wild zoals de eenhoornige neushoorns, Bengaalse tijgers, Indische olifanten, antilopen, apen, zoetwater dolfijnen, luipaarden, beren, hyena’s en nog veel meer. Wij hadden de pech dat we geen enkel dier te zien kregen en moesten het stellen met de meest voorkomende insecten en bloedzuigers. Daarvan nam Dave er 1 mee naar huis, ik merkte een bloedvlek op op de zijkant van zijn broek en inderdaad toen hij zich uitkleedde hing er ééntje aan zijn bil die al lekker dik stond van het zuigen. Hij had blijkbaar ook al op een andere plek op die bil gezogen, daarvan waren de bloedvlekken op zijn broek afkomstig. Even de aansteker tegen die bloedzuiger houden en hij krimpt ineen en laat zich vallen. Het enige lastige aan deze diertjes is dat ze een stof inspuiten dat je bloed heel erg verdunt waardoor het moeilijk is om het bloeden te doen stoppen.

Op een gegeven moment tijdens de tocht door de jungle horen we vlakbij een luide bonk, iedereen zwijgt en kijkt achterom naar de struik van waar het geluid lijkt te komen. De hele dag zagen we nog niets fatsoenlijks en wat voor wild beest zit nu vlakbij?? Onze gids zet een stapje terug om te kijken en wat blijkt? Onze fles water was uit Dave zijn rugzak gevallen en zorgde voor die luide bonk, geen beer in de buurt dus.

 

Op onze laatste ochtend in het park nam een gids ons mee naar de rivier om vogels te spotten. Veel stelde dat niet voor, hoewel die man er blijkbaar wel wat van kende en ons de vogels die we in de verte zagen kon tonen in zijn boek.

 

Na het ontbijt werden we dan weer op een toeristenbus gezet die ons naar Kathmandu zou terugbrengen. Heel wat bussen stonden klaar in een weiland, maar door de hevige regen van de afgelopen dagen reden ze één voor één vast toen ze wilden vertrekken. Een traktor moest bijna elke bus zien te bevrijden waarbij vaak ook nog mankracht nodig was om de vastgereden bussen vrij te krijgen.

Na al heel wat uren te hebben gereden kwamen we in een file terecht. In de verte zagen we hoe alle verkeer vaststond, bleek dat er 2 bussen frontaal op elkaar gereden waren in een bocht. Geen wonder dat zoiets vroeg of laat gebeurt, als je ziet hoe de chauffeurs hier de berghellingen oprijden en voorbijsteken in de meest onmogelijke situaties.

Nadat we dit punt eindelijk gepasseerd waren kwamen we alweer vast te staan doordat er een vrachtwagen die uit de andere richting kwam probeerde in te halen en daarbij stil kwam te staan naast de aanschuivende file. Als je weet dat de baan, die constant zigzaggend door de bergen loopt, amper breed genoeg is voor 2 vrachtwagens, dan ken je je al voorstellen wat door problemen dit soort typische Nepalees rijgedrag met zich meebrengt. Nadat we ook hier nog eens een kwartier hebben stilgestaan rijden we weer verder en komen na 7u30 eindelijk aan in Kathmandu.