Verslag Indonesie - Sulawesi
Tana Toraja: hier
komen we terecht in één grote brok cultuur en dat is ook de reden waarom je
naar dit gebied afzakt.
Na een nachtelijke busrit van een goeie 8 uur komen we
toe in Rantepao, het dorpje van waaruit je de regio van Tana Toraja ontdekt.
We zijn nog maar net onze rugzakken uit de koffer van
de bus aan het halen wanneer we al aangesproken worden door één van de lokale
gidsen die het dorpje rijk is. Hij wandelt met ons mee naar de guesthouse en
vertelt ons onderweg dat er vandaag een begrafenis zal plaatsvinden.
We vragen hem om ons eerst even op onze positieven te
laten komen op dit vroege uur, we willen ons nu eerst installeren en een douche
nemen en daarna tijdens het ontbijt kunnen we met hem onderhandelen.
Onze guesthouse is een gezellig plekje met een
huislijke sfeer. De kamers liggen in een klein, fleurig tuintje en beschikken
elk over een speciale badkamer.
Nadat we opgefrist zijn zijn we één en al oor voor
onze gids, Johannis. Hij weet ons heel wat interessante dingen te vertellen en
stelt een leuk schema op voor een tweedaagse trip. Die zullen we met de
motorbike afleggen, zo hebben we tijdens de rit nog een mooi zicht op de
landschappen en kunnen we gemakkelijk stoppen om foto’s te nemen. Keith, de
Engelsman die we leerden kennen op de luchthaven van Makassar is met ons
meegereisd en hij zal met ons meegaan deze twee dagen.
Rond 9u gaan we al op weg naar de eerste begrafenis.
Deze begrafenissen vinden telkens plaats in de afgelegen bergdorpjes waar de
traditie nog in stand gehouden wordt. Onderweg kopen we een pak sigaretten dat
we zullen afgeven als kado, het is zeer ongepast om toe te komen met lege
handen. De weg ernaartoe is erg mooi, we rijden langs de typische Toraja huizen
met de puntige daken, komen langs groene rijstvelden en zien overal hoge bergen
in de verte. We bevinden ons op het platteland en genieten van de rust en de
omgeving.
De laatste kilometers naar het dorp rijden we over
lastige zandwegen die vol losse keien liggen. Het wordt een moeilijke tocht
over de steile hellingen en afdalingen en Dave is heel voorzichtig. Op de
zoveelste afdaling remt Keith die voor ons rijdt waardoor Dave ook plots met
afremmen en de brommer gaat onderuit op de losse stenen. Voor ik goed en wel
doorheb wat er gebeurt lig ik al met mijn benen onder de brommer, gelukkig hou
ik er maar een dikke knie aan over en Dave enkele goeie schaafwonden op zijn
scheenbeen.
De 46-jarige vrouw waarvoor vandaag de
begrafenisceremonie start is een aantal dagen geleden gestorven aan kanker. Ze
heeft twee dochters en een zoon en behoorde tot de middenklasse. In dat geval
duurt de ceremonie 3 dagen, vandaag op de eerste dag worden de gasten ontvangen.
Deze bestaan vooral uit familie die vaak vanuit alle kanten van Indonesië naar
hier moeten reizen. Op de tweede dag worden de dieren geslacht en de laatste
dag wordt het lichaam begraven.
Bij onze aankomst worden we ontvangen door de zoon en
hij laat ons plaatsnemen in één van de zithoekjes. Deze worden speciaal
opgebouwd om de vele gasten te ontvangen. We overhandigen ons kado en daarna
wordt er thee en koekjes geserveerd. Van op deze plaats kunnen we het hele
gebeuren gadeslaan. Op het grasveld liggen al heel wat varkens klaar die
meegebracht werden als kado, zij zullen later op de dag en voornamelijk morgen
geslacht worden.
De familie heeft er geen problemen mee dat we foto’s
maken en dus lopen we rond om zoveel mogelijk van alle activiteit op te vangen.
Er klinkt een hels geschreeuw wanneer de varkens opgepakt worden om te worden
afgeslacht. Deze beesten zijn niet dom en ze weten goed genoeg wat er te
gebeuren staat, mijn hart breekt wanneer ik ze krijsend en schoppend zie
weggedragen worden. Ze krijgen een messteek in hun linkerzij, recht in het
hart. Het bloed wordt opgevangen en bij sommige varkens duurt het toch wel een
aantal minuten voor ze dood zijn. De hele tijd blijven ze stampen, krijsen en
vechten voor hun leven. Daarna wordt de buik opengesneden en worden alle
ingewanden eruit gehaald, de meeste daarvan steken ze in bamboe om het zo te
koken en op te eten. Het varken gaat daarna in zijn geheel op het vuur.
Ik bekom nog van deze wreedheden wanneer er een buffel
naar het middenplein gebracht wordt, ook zijn tijd is gekomen. Zijn poten
worden vastgebonden zodat hij niet kan gaan lopen en hij wordt ook vastgemaakt
aan een houten paal. De slachter komt naar voren en snijdt in de hals van het
dier, de buffel ocharme bloedt niet hard want de snee is niet diep genoeg. Het
bloed sijpelt maar lichtjes uit zijn keel, maar het beest ziet er natuurlijk
wel van af en stapt zenuwachtig in het rond. Het duurt een aantal minuten voor
de slachter een tweede keer snijdt en zelfs nu is het nog niet diep genoeg. De
buffel begint nu wel heel erg te bloeden, maar doordat de luchtpijp nog niet
over is kan hij blijven ademen en ook dit dier vecht voor zijn leven. Het is
afschuwelijk om aan te zien, het dier lijdt en dat zie je maar al te goed. Hij
valt een eerste keer op de grond wanneer de kracht uit zijn benen verdwijnt
maar slaagt er toch nog een aantal keer in om terug recht te komen. Pas wanneer
hij zijn laatste krachten heeft opgebruikt wordt er voor een derde keer in zijn
hals gesneden en gelukkig is hij een paar minuten later dan toch dood.
Ik sta te bibberen op mijn benen en heb meermaals
moeten wegkijken omdat ik het leed van die dieren niet kan aanzien. Maar dit
maakt nu eenmaal deel uit van hun cultuur en je kan niet anders dat dit te
accepteren. Had de slachter iets meer ervaring gehad, dan had het dier zo lang
niet moeten afzien. We besluiten dat we genoeg gezien hebben voor vandaag,
gelukkig worden er geen andere dieren meer naar voor gebracht op deze eerste
dag, de grote slachtpartij is voor morgen.
Ik word aangesproken door de dochter van de overleden
vrouw, zij is ongeveer van mijn leeftijd en spreekt een beetje Engels. Ze wil
ons graag de varkensstallen laten zien van haar schoonbroer, een Fransman. We
volgen haar naar de voet van de berg waar er tientallen zwijnen zitten en gaan
daarna mee kijken naar haar huis dat gebouwd wordt door haar schoonbroer. Ze is
er erg fier op en toont ons de prachtige omgeving.
Nu we hier een paar uur hebben doorgebracht wordt het
stilaan tijd om te vertrekken. We nemen afscheid van de familie en bedanken hen
voor de ontvangst.
De terugweg verloopt iets vlotter, toch ben ik blij
wanneer we opnieuw over asfaltwegen rijden.
Onze volgende halte is Londa, de plaats waar de
lichamen begraven worden in een natuurlijke grot. Ook hier is net een ceremonie
bezig en wordt een kist naar boven gehesen met enkele dikke touwen. Tegen de
rotswand worden er lange bamboestokken gezet waarlangs de kist met mankracht
naar boven getrokken wordt. Daarvoor zijn een hoop mannen nodig om zo’n gewicht
naar boven te krijgen. Onder het nodige geroep en gezang trekken ze de kist
omhoog waarna er nog een klein kistje met offers volgt.
Nadien gaan we ook binnenin de grot een kijkje nemen,
hier liggen heel wat kisten waarvan sommige al opengebarsten zijn door de
ouderdom.
Vervolgens rijden we op onze motorbikes naar Suaya,
ook dit zijn rotsgraven maar voorbehouden voor de hoogste klasse en meer
bepaald de belangrijke figuren en leiders uit de regio, ze worden de King Stone
Graves genoemd. Dat het hier om mensen uit de hoogste klasse gaat herken je aan
de “tau tau” die op een balkon staan. Dit zijn poppen die nagemaakt werden naar
de overleden persoon, elke pop verwijst dus naar iemand die hier begraven ligt.
Onderweg naar een volgende unieke plaats stoppen we
eerst nog in Duntu Kalando, een plek waar grote megaliet stenen opgesteld
staan. Elke familie beschikt over een steen, hoe belangrijker de familie, hoe
groter de steen. Deze plaats was heilig voor hen, nu is er nog maar één keer
per jaar een bijeenkomst van de familie.
Kambira is heel speciaal, hier werden kinderlijkjes
begraven in een boomstam van een speciale boomsoort. In de stam worden gaten
gemaakt waarin de baby’s gestopt worden, daarna worden ze afgesloten met
deurtjes. Op die manier geloofden de mensen dat hun volgende kind volledig
gezond zou zijn doordat ze hun overleden kind offerden aan de boom. Wanneer de
stam na vele jaren terug dichtgegroeid is worden de deuren eraf gehaald en zie
je nog een groef die is overgebleven. Deze traditie wordt niet langer in stand
gehouden, overleden baby’s en kinderen worden in deze tijd ook begraven in de
grotten of in gewone graven.
Na deze eerste en goed gevulde dag zijn we doodop
wanneer we terug in de guesthouse komen. We hebben erg veel gezien vandaag en
zijn onder de indruk van al deze speciale gewoontes.
Wat ook erg bijzonder is, is dat het overgrote deel
van deze regio katholiek is. Onderweg zagen we tientallen kerken die voorzien
zijn van de typische puntdaken uit Toraja.
Terwijl we met Johannis afspreken wat we morgen kunnen
bezoeken krijgt hij telefoon dat er een belangrijke begrafenis zal plaatsvinden
waar een Amerikaanse filmploeg aanwezig zal zijn. Dit mogen we niet missen, dus
spreken we met hem af om morgen alweer vroeg op stap te gaan.
Onze gids staat ons al op te wachten en direct na het
ontbijt springen we op onze brommers. Onderweg naar de tweede begrafenis
stoppen we eerst nog in het plaatsje Lemo waar we opnieuw heel wat graven
aantreffen, deze keer in limestone grotten. De belangrijkste zijn ook hier
gekenmerkt door de tau tau poppen. Op deze plek worden er in deze tijden ook
mensen begraven in stenen gebouwen die daarvoor gebouwd worden, het lijken wel
kleine huisjes.
Het is alweer een hele trip om in Menduruk te geraken,
het dorpje waar er een begrafenis plaatsvindt van een 80-jarige man uit de
hoogste klasse die reeds een jaar geleden gestorven is. De begrafenis laat zo
lang op zich wachten omdat er voor deze mensen heel wat geregeld moet worden,
de ceremonie duurt in dit geval 7 dagen en vraagt veel voorbereiding. Er wordt
een constructie gemaakt waarin het lichaam van de overledene gelegd wordt en
daarmee naar een andere plek gedragen wordt waar het opgeborgen zal liggen
tijdens de hele ceremonie.
Ook hier geven we als kado een pak sigaretten waarna
we opnieuw mogen plaatsnemen voor thee en koekjes.
Rond het middaguur maakt de familie zich klaar om het
lichaam over te brengen. Kinderen zijn volledig opgemaakt en dragen kleurige
pakjes, zij moeten vooraan in de ceremonie lopen. De familieleden zijn in het
zwart gekleed en lopen onder een lange rode doek die ze vasthouden boven hun
hoofd. Dit doek hangt vast aan de constructie waarin het lichaam ligt en deze
wordt gedragen door de mannen.
In zekere zin is zo’n begrafenis ook een feest,
familieleden zien elkaar terug na een vaak lange periode en kunnen bijpraten.
Ze hebben wel een speciale manier om hun vreugde uit te drukken, terwijl ze
onder het rode doek lopen stampen ze elkaar voortdurend onder makaars
achterwerk, hoe harder hoe liever. De mannen komen al springend, zingend en
juichend naar beneden gewandeld met de zware bamboe constructie op hun
schouders.
Eens het lichaam opgeborgen ligt in het speciaal
gebouwde Toraja huis is het alweer tijd om een buffel te slachten. Varkens
worden er al de hele dag geslacht aangezien er hier veel volk verwacht wordt en
er dus veel eten moet zijn.
De buffel wordt naar het midden van het grasveld
gebracht en gelukkig is deze slachter iets bekwamer dan die van gisteren. In
één keer snijdt hij de volledige keel van het dier over en het bloed gutst
eruit. Kort daarna valt het beest neer en enkele minuten later is hij al dood.
Daarna vindt er een buffelgevecht plaats. Twee buffels worden tegenover mekaar
gezet op het grasveld, maar erg agressief zijn ze niet. Na twee keer duwen zijn
ze het beu en stoppen ermee. Dan maar twee andere slachtoffers, maar ook deze
keer lijkt het niet te lukken. Ze beginnen goed met hun horens te duwen maar
een paar tellen later zetten ze het allebei op een lopen en rennen weg. Daar
gaan hun offers, gelukkig houden ze het hiermee voor bekeken.
De familie nodigt ons ook vandaag uit om mee te eten.
Zoals gisteren bestaat de maaltijd uit rijst en vieze brokken vlees waarvan
meer vet. Uit beleefdheid eten we mee van de rijst want het vlees is echt niet
binnen te krijgen. Terwijl we eten horen we geroep en geschreeuw, de twee
buffels zitten mekaar nu blijkbaar toch op de hielen en komen het plein
opgelopen. Ze passeren de tent waar wij eten en lopen daarna langs de diepe,
steile afgrond naar beneden waarop één van hen in de diepte valt en zijn poot
breekt.
Als afsluiter van ons bezoek kijken we nog naar een
traditionele dans van de mannen. Het was echt speciaal om dit alles gezien te
hebben en we zijn al blij dat we de kans kregen om twee verschillende
begrafenissen bij te wonen aangezien deze normaal vooral in de maanden juli –
augustus plaatsvinden.
Voor we terugrijden naar de guesthouse stoppen we nog
in Ke’te Kesu waar er een aantal eeuwenoude, tradetionale Toraja huizen staan
die versierd zijn met houtsnijwerk. Achterin het dorp bezoeken we ook de
hangende graven waar de kisten op een speciale manier aan de rotswanden zijn
vastgemaakt.
De laatste kilometers rijden we in de regen terug. Na
alweer een goed gevulde en vermoeiende dag genieten we van een diner in de
guesthouse. De eigenares kan heerlijk koken, het nadeel is wel dat het meer dan
een uur duurt voor de gerechten klaar zijn.
We nemen afscheid van Johannis en bedanken hem
uitvoerig voor de twee aangename dagen. Hij is een uitstekende gids, spreekt
goed Engels en toonde ons vele leuke dingen.
Op onze laatste dag in Rantepao willen we graag nog
een goeie wandeling maken, maar eerst gaan we langs de grote markt waar er
buffels en varkens verkocht worden. Als toerist moet je hier inkom betalen, hoe
belachelijk. In plaats van ticketjes te kopen geven we de wachter wat smeergeld
en kunnen binnen voor de helft van de prijs.
Onder de buffels staan er een aantal reuzen waarvan de
grootste € 11.500 kost !
De varkens liggen vastgebonden op bamboestokken, klaar
voor verkoop en transport.
Achter de markt op het plein willen we een minibusje
nemen dat ons naar het startpunt van de wandeling brengt. Na meer dan een half
uur wachten worden we het beu, de busjes zitten stampvol maar vertrekken niet.
Het is voor ons een groot vraagteken, maar het wordt ons alleszins wel
duidelijk dat we hier niet zullen weg geraken. Een groot probleem hier is wel
de benzine, Jakarta houdt het meeste voor zich waardoor andere regio’s in
Indonesië vaak zonder komen te zitten. Aan de benzinestations staan dan ook
vaak honderden brommers en auto’s in de wachtrij tot er een levering gebeurt.
We stappen dan maar terug huiswaarts en maken er een
lekkere, luie dag van. Onderweg kopen we nog een heleboel fruit zodat we
vanavond van een goeie portie vitaminen kunnen genieten. We maken er een fruit
festival van met verschillende exotische soorten die we nog niet geproefd
hadden. Doerian laten we liever aan ons voorbijgaan, dat proefden we gisteren
al en viel niet echt in de smaak.
Na een goeie dosis cultuur zit onze tijd in Toraja
erop. De volgende morgen nemen we de bus naar Sengkang waar we nog een korte
tussenstop maken voor we opnieuw naar Bali vliegen.