Verslag Indonesie - Bali
Ubud: vanaf hier
gaan we het rustiger aan doen zodat we onze laatste dagen in Azië kunnen
genieten van een vakantie op deze reis.
Ubud is een toeristische trekpleister, het is voor ons
de eerste plek in Indonesië waar we heel wat toeristen tegenkomen.
Verspreid over Indonesië vind je zowat alle
godsdiensten, op Java waren het de moslims die overheersten, in Sulawesi en dan
vooral Toraja zijn de mensen voornamelijk katholiek en hier in Ubud is het
hindoeïsme ontstaan. Dat merk je onmiddellijk van zodra je het dorp
binnenrijdt, overal staan er tempels, de wierookgeuren komen je tegemoet en op
de stoep voor de huizen en winkels staan kleine, fleurige schaaltjes met
bloemetjes die geofferd worden.
Ubud staat ook voor een grote brok cultuur, dit is
onder andere de uitvalsbasis voor de Balinese dansen en die worden dagelijks
massaal aangeboden. Ook wij lieten ons direct verleiden en kochten de avond dat
we toekwamen al een ticket.
De mannen van het orkest spelen op heel wat
verschillende, traditionele muziekinstrumenten. Jonge meisjes, vrouwen en soms
ook mannen brengen op anderhalf uur tijd 7 verschillende dansen. Allen dragen
ze kleurrijke kostuums, het ziet er prachtig uit. Ook de make-up is erg
verzorgd en in hun haren dragen ze vaak grote kronen. Heel typerend voor dit
soort dansen is de manier waarop ze met hun handen en voeten bewegen, hun
vingers houden ze altijd gestrekt en vaak dansen ze van hiel op teen. Ook
speciaal zijn de bewegingen met hun ogen, dat vraagt volgens mij heel veel
oefening. Hun ogen draaien ze de hele tijd heen en weer in schokkende
bewegingen en schieten soms van links naar rechts zodat je bijna enkel nog het
wit van de ogen ziet. Ik ben onder de indruk na afloop van de voorstelling,
Dave vond er niets aan.
Het is al bijna middag wanneer we de dag nadien in
actie schieten en het doet ons echt deugd om een keer te luieren. We sliepen
wat langer en aten daarna rustig ons ontbijt. De afgelopen weken waren weeral
zo druk en vermoeiend dat het bijna raar doet om een keer tijd te hebben en
niet vanaf ’s morgensvroeg op je horloge moet kijken.
We wandelen naar Monkey Forest, een bos op het einde
van het dorp waar er, je kan het al raden, erg veel grijze Balinese makaken
zitten. Ze komen je al tegemoet wanneer je naar de ticketbalie loopt. Gelukkig
zijn het deze keer geen agressieve beesten, we hebben ze al anders meegemaakt.
We vinden het bijzonder om in dit dorp zo’n mooi stuk
groen te zien. Het park is niet heel groot, maar in sommige gedeelten zit je
precies middenin de jungle. Er zijn ook een aantal tempels waarvan je er
slechts één kan bezoeken mits aangepaste kledij. De andere moet je bekijken van
achter de gesloten poort. Overal waar je ook loopt, op elk pad en op elk
weggetje kom je de apen tegen.
Nadien wandelen we verder langs de groene rijstvelden,
pas nu valt het ons op hoe groen Bali wel is. Overal palmbomen, grassen en
rijst. Jammer dat we niet de hele tijd in deze groene omgeving kunnen blijven
rondlopen, maar de wandeling gaat terug richting Ubud langs de gewone rijweg.
Onze laatste dag valt letterlijk voor de helft in het
water. Wanneer we onze ogen open doen horen we het gekletter van de regen op
het dak van onze bungalow. Dat wordt dus alweer lekker luieren deze ochtend en
hopen dat we vanmiddag toch nog iets zullen kunnen doen.
De gastvrouw brengt het ontbijt naar ons terras, toch
een groot voordeel dat we in dit regenweer alsnog buiten kunnen zitten.
Rond de middag klaart het op en we gaan ook vandaag
wandelen in de omgeving. Graag hadden we voor onze laatste dag een brommer
gehuurd om erop uit te trekken, maar voor die paar uren die we nu nog hebben
gaan we die moeite niet meer doen om grote afstanden af te leggen.
Opnieuw kiezen we een wandeling uit onze reisgids en
ook deze keer zitten we middenin het groen. We passeren een mooie Hindoe tempel
en worden achtervolgd door een kat. In het begin vinden we haar nog schattig,
maar ze blijft rond onze benen draaien en ons voor de voeten lopen. Wanneer we
allebei voor de zoveelste keer bijna op ons gezicht gaan vragen we een jonge
gast die we tegen komen om haar mee te pakken.
De wandeling brengt ons alweer langs de meest groene
rijstvelden, in de verte zien we de vulkaan Gunung Anung tussen de wolken
verschijnen. We passeren ook vele ateliers van schilders waarvan sommigen onder
hen echt knappe kunstwerken maken. Jammer dat wij geen plaats hebben om
souvenirs mee te nemen. Dit soort van ambachten is ook typisch voor Ubud,
overal zie je beeldhouwers, schilders, houtbewerkers,… het krioelt hier van de
kunstenaars.
De wandeling valt iets langer uit dan gedacht en het
is al bijna avond wanneer we terug in onze guesthouse aankomen.
Onze laatste avond sluiten we af zoals de vorige, in
een café waar we draadloos kunnen internetten. Nu onze laatste dagen in Azië
geteld zijn wordt het wel eens tijd om aan een camper te denken voor Australië.
We versturen een pak mails om prijzen aan te vragen en tegen de tijd dat we
hiermee klaar zijn sluit het café zijn deuren.