Verslag Indonesie - Bali
Kuta: we verlengen
onze strandvakantie en sluiten zo onze laatste dagen in Indonesië en meteen ook
het hoofdstuk Azië af.
Tijdens de vier uur durende ferrytocht van Lombok naar
Bali worden we vergezeld door dolfijnen. Op het dek merken we een aantal druk
doende toeristen waarvan de groep steeds groter wordt en ze allen naar dezelfde
kant in het water staan te kijken. Plots zien we een aantal vinnen opduiken:
dolfijnen ! Zo nu en dan zien we nog een groepje zwemmen niet ver van de ferry
en één keer zwemt er eentje vlak voor de ferry en verdwijnt dan achter de grote
laadklep.
Ik heb de grootste moeite om mijn zware rugzak te
dragen omdat mijn billen zo verbrand zijn van het snorkelen en dat gewicht doet
echt geen deugd. Al waggelend loop ik achter Dave, op zoek naar een laatste
slaapplaats. Het moet echt een pijnlijk zicht geweest zijn want een toeriste
stopt zelfs om te vragen of het wel gaat, dan toch maar proberen iets minder
opvallend te manken…
Omdat het Balinees Nieuwjaar eraan staat te komen
hadden we schrik dat het moeilijk zou zijn om aan een slaapplaats te geraken,
maar dat blijkt zeker het geval niet. We bezoeken een aantal verschillende
hotels en checken uiteindelijk in bij eentje met een zwembad. Het ziet er erg
leuk uit, maar eigenlijk hoop ik hier toch geen vijf dagen te moeten blijven
want de geur in de kamer staat me niet aan. Het ruikt er nogal muf en de geur
in de badkamer doet me denken aan een stinkend mannenurinoir. Als ik in een
hoekje op de afloop zo’n vies roos bolletje zie liggen verklaart dat alles,
hier wil ik dus geen vijf dagen douchen ! Het is intussen al vrij laat en we
besluiten morgenvroeg iets anders te gaan zoeken, dit was voorlopig toch de
beste optie uit diegenen die we gezien hebben.
Dat wordt dus ook onze eerste taak de volgende ochtend
na een simpel, inbegrepen ontbijt. Opnieuw bezoeken we vier verschillende
guesthouses/hotels en we veranderen naar eentje dat iets duurder is maar nog
steeds betaalbaar en ook een zwembad heeft. Weg met die urinoirgeur !
Nu ik gerust ben en een goeie slaapplaats heb kunnen
we van onze laatste dagen beginnen genieten. We lopen wat door de
winkelstraatjes en gaan op zoek naar een reisgids voor Australië, maar al snel
blijkt dat dat niet simpel zal zijn. Er zijn maar weinig bookshops en diegenen
die we vinden verkopen niet eens reisgidsen of antieke exemplaren. We worden
doorgestuurd naar een boekenwinkel in een shopping center, daar verkopen ze
enkel nieuwe reisgidsen maar veel keuze hebben we niet. Nog één boekshop kunnen
we proberen, maar die is al toe met het Nieuwjaar in aantocht dus moeten we
wachten tot de feestdagen voorbij zijn. Als we de prijs zien die ze hier voor
een nieuwe Lonely Planet vragen kopen we er liever geen, het is nog duurder dan
in België !
Op het moment dat we staan rond te draaien in het
shopping center worden we aangesproken door een vent met kaartjes in zijn
handen. Hij doet blijkbaar promotie voor een hotelketen en we krijgen elk zo’n
kaartje in onze handen geduwd. Hiermee kunnen we grote prijzen winnen beweert
hij, ik ben eens benieuwd. Na een hele uitleg vraagt hij ons de randen van de
kaartjes te scheuren en te zien wat we gewonnen hebben. Ik moet het stellen met
twee t-shirts maar Dave wint het grote lot ! Proficiat meneer, u bent de grote
winnaar…
Op Dave zijn kaartje staan drie prijzen: een
filmcamera, een week verblijf in een 5-sterren hotel waarvoor er promo gemaakt
wordt of een geldprijs van 500$. Ik ben al benieuwd wat er staat te gebeuren,
zo gemakkelijk lijkt het me allemaal niet om zoiets in handen te krijgen. Die
vent belt zijn chef op, die komt ons al feliciterend tegemoet gelopen en brengt
ons met een auto naar een kantoor. Daar loopt het promoteam rond en wordt ons
gevraagd om een vragenlijst in te vullen en 90min naar promogeleuter te
luisteren. Als dat alles is wat we moeten doen om de grote prijs in ontvangst
te nemen hebben we die tijd er wel voor over, hoewel we nog altijd niet weten
welke van de drie we gewonnen hebben. Na een paar minuten komt de vrouw die de
enquête deed terug met het bericht dat alles presentatoren bezig zijn en wij
onze prijs zo in ontvangst kunnen nemen. Ze vraagt Dave om het gouden papiertje
van de kaart te scheuren en je kan al raden wat erachter zit: de week vakantie
in één van hun 5-sterren hotels, wat een toeval. Het zou alsnog een mooie prijs
geweest zijn, maar aangezien de bon maar een jaar geldig is en wij op dat
moment dus nog steeds aan het rondreizen zijn bedanken we hen vriendelijk en
gaan door.
Diezelfde dag lopen we nog verschillende mannen tegen
het lijf die dit soort prijskaartjes uitdeelden: toevallig ?? Uit pure
nieuwsgierigheid nemen we nog twee keer een kaart aan en opnieuw winnen we de
reis, blijkbaar heb je dus 50% kans op zo’n hoofdprijs. Maar goed dat we het
niet konden aannemen want we vertrouwden het zaakje toch niet helemaal.
Op dag twee is het tijd voor surflessen, Dave wilde al
lang leren surfen en daarvoor zijn de golven van Kuta een ideale leerschool. Er
zijn ongelofelijk veel surfshops waar je een board kan huren of lessen kan
krijgen, maar die zijn vrij kostelijk. In plaats daarvan zoeken we een toffe,
jonge gast op het strand die surfboarden verhuurd en ook lessen geeft. We
vinden een joviaal type die beweert Dave op een uurtje te kunnen leren surfen,
of toch de basis althans.
Ik installeer me op het strand om toe te kijken. Na de
tweede keer lukt het Dave al om zijn evenwicht te bewaren en op de plank te
blijven staan. Het is leuk om te zien hoe zijn leraar hem toejuicht. Na een
goei half uurtje zijn de lessen al afgelopen en kan Dave zelf verder proberen,
het lukt hem wonderwel goed. Aan deze vermoeiende eerste surfdag houdt hij een
rode borst en buik over van op de plank te liggen, een snee in zijn vinger door
de vin en een zere kop nadat de golven de plank tegen zijn voorhoofd sloegen.
Wanneer hij de plank terug inlevert is ze zogezegd kapot, er zou een scheur
zijn aan de zijkant en die kosten proberen ze op ons te verhalen. Maar dat zal
niet pakken, betalen doen we niet !
Morgen is het Balinees Nieuwjaar en naar aanleiding daarvan
is er vanavond een stoet met allerlei zelfgemaakte monsters, als ik het zo mag
noemen. Het lijkt een beetje op carnaval van bij ons, alleen zijn het hier geen
wagens maar dragen de mannen zelf hun creatie op een bamboeplatform. De straten
van Kuta staan bomvol volk. Ongeveer een klein uur hebben we staan kijken naar
de voorbijkomende stoet, maar die gaat zo traag dat we het er van op onze
heupen kregen. Er is geen muziek, tenzij de dragers zelf voor een kleine
fanfare hebben gezorgd. We houden het dan ook vrij snel voor bekeken, veel
ambiance is er aan dit Nieuwjaar niet verbonden.
Op nieuwjaarsdag, Nyepa genoemd, zijn er speciale
(Hindoe) regels van kracht. Dit is een dag van vasten en dat zullen ook wij,
toeristen, gemerkt hebben. Er is oa. geen vervoer (ook geen vluchten !), ’s
avonds mag er geen licht branden en het toppunt van al: niemand mag op straat
komen. In ons hotel hing er niets uit over deze regels en dus dachten we dat
zij er misschien niet aan mee deden, toch wilde ik mijn voorzorgen nemen en
haalde ik iets te eten in de supermarkt hoewel Dave dat niet nodig vond.
Toen we de volgende ochtend wakker werden en naar het
ontbijt liepen zagen we dat de poort gesloten was: ook wij hadden ervan, ook al
werden we op voorhand niet verwittigd, niemand mocht het hotel verlaten. Op
zich vinden we dat geen probleem, we hebben nog genoeg werk op de laptop en
kunnen ons wel bezig houden met spelletjes en voorbereidingen.
Zwemmen in dat heerlijke zwembad zat er voor mij niet
in. Nadat ik zo verbrand was in Gili is er op verschillende plaatsen het herpes
virus opgedoken. Nog nooit had ik het zo erg, drie grote plekken op mijn rug en
op beide benen duiken er ook blaasjes op. De dokter vertelde me ooit dat het
besmettelijk kan zijn, dus blijf ik maar liever uit het zwembad om geen anderen
problemen te bezorgen al is de kans misschien klein. Ik durf ook niet in de zon
te komen en mijn bikini’s blijven in de kast, echt jammer want ik had nog zo
gehoopt om een keer lekker te kunnen zonnen.
Tegen de avond, voor het donker wordt want er mag geen
licht aangestoken worden vandaag, gaan we naar de receptie om nog een klein
hapje te bestellen. Blijkt dat hun volledige “voorraad” erdoor is en er dus
niets meer te eten valt. Leuk is dat, wij gasten worden in eerste instantie al
niet verwittigd dat we moeten binnenblijven, worden er niet op gewezen om zelf
eten te voorzien en wanneer je dan vraagt om een hapje te eten blijkt er niets
meer te zijn. Wat een service.
Dan maar om 19u naar je kamer want aan de receptie
wordt alles afgesloten, ook de computers. Omdat we nog niet veel zin hebben om
binnen te kruipen zetten we ons op het balkon maar even later wordt er naar ons
geroepen dat het licht uitmoet, alleen binnenin de kamer is het toegestaan. Zo
belanden we al om 20u in ons bed en vullen we de avond met spelletjes spelen.
We zijn erg opgelucht wanneer we de volgende dag
opnieuw buiten kunnen, maar veel valt er nog niet te beleven want nog bijna 80%
van de winkeltjes, restaurants en bars zijn gesloten. We zullen dus tot op onze
laatste dag moeten wachten om nog een reisgids te gaan zoeken. Verder gaan we
in de stad op zoek naar de nationale slogan van Indonesië, dit is een opdracht
die we kort geleden nog doorkregen en waar we het antwoord nog op moeten
zoeken. Maar aangezien zowat elk gebouw dat voor een mogelijke oplossing kan
zoeken gesloten is moeten we ook dit nog uitstellen tot morgen.
Dan maar opnieuw naar het strand, hier heerst er een
fameuze drukte. Er is een soort van braderij aan de gang waarbij er heel wat kraampjes
staan opgesteld. We wagen het even om ertussen te lopen maar krijgen het al
snel op onze heupen van: “hello, you want t-shirt – hello, have a look in my
shop – hello mister, sunglasses – hello boss, only one thousand roepies en ga
zo maar door. De hele tijd word je op de hielen gezeten door verkopers, niets
voor ons.
We installeren ons op het strand en Dave gaat nog een
keer surfen nu de mogelijkheid er nog is. De golven zijn vandaag een pak wilder
dan gisteren en hij krijgt niet al teveel kans om op zijn surfplank te blijven
staan. Regelmatig zie ik een blauw board boven de golven wegschieten, toch
houdt hij het nog anderhalf uur vol met meer vallen dan opstaan.
Sneller dan verwacht zitten onze laatste
ontspanningsdagen erop. Morgen moeten we onze rugzakken opnieuw inpakken, ’s
avonds vliegen we naar Darwin.
Nog even vermelden dat Dave zijn wandelsokken heeft
teruggevonden. Hij vond het een geschikt moment om zijn rugzak eens volledig
binnenstebuiten te keren en toen hij een rits opende kwam er een onaangename
geur uit. Hier zaten de sokken waarvan wij dachten dat ze gestolen waren in
Vietnam toen we de was binnen deden. Je kan je al inbeelden wat voor geur er na
al die weken aan verbonden was !