Verslag India
Varanasi brengt
beterschap, er hangt een hele bijzonder en mysterieuze sfeer in deze stad die
gekend is voor zijn rituele lijkverbrandingen aan de Ganges.
We settelen ons in een heel simpel guesthouse vlak
naast de Ganges rivier. Dit is een plaats waar we tot rust kunnen komen en dat
hebben we nodig na de afgelopen rotdag.
Voor we een kamer nemen gaan we ze altijd eerst
inspecteren om te zien of ze wel proper genoeg is, daarna proberen we nog wat
van de prijs te krijgen. Dat deden we ook hier, maar deze keer werden we bij de
baas geroepen omdat deze hoorde hoe we ons best deden om een lagere prijs te
krijgen. Deze zat op een bed voor de tempel die aan de guesthouse grenst,
blijkbaar slaapt al het personeel aan deze tempel in open lucht.
Hij maakte een babbeltje met ons en legde ons een
aantal hindoe-begrippen uit. Daarna bleek hij tevreden gesteld en gaf ons
alsnog de prijs die wij voorstelden.
Vishnu Rest House hoort bij de oudste guesthouses van
de stad, de eigenaar begon er 38 jaar geleden mee en heeft intussen een goeie
naam onder de backpackers. Zelfs in die mate dat er nieuwe guesthouses
opgericht worden met gelijkaardige namen zoals New Vishnu of Modern Vishnu in
een poging om reizigers aan te trekken.
Varanasi is jammer genoeg alweer een hele vuile stad.
Ook hier ligt er overal op straat huisvuil en voeg daar nog de ontelbare
koeienvlaaien aan toe en je hebt een erg onaangename mix om in rond te
wandelen. Het gevolg van al dat rondslingerend vuil zijn de ontelbare ratten,
als je niet vlak naast je voet komen geritseld dat zie je ze wel ergens dood op
straat liggen. Het is hier blijkbaar de gewoonte om gewoon op straat te
plassen. Als je iemand ziet hurken naast de kant van de weg weet je genoeg, er
hangt hier dan ook vaak een verschrikkelijke urinegeur. De kinderen doen het
ook gewoon op straat, af en toe zie je drolletjes liggen die in geen geval van
een dier afkomstig kunnen zijn !
In India is de koe een heilig dier en dat zal je
geweten hebben. Overal op straat kom je ze tegen, ze zitten vaak van het
huisvuil te eten of lopen doelloos rond. Hier en daar staat er wel eens een
fameuze stier tussen, we zijn er niet altijd even scheutig op om langs deze
dieren te passeren. Zowel de koeien als de ontelbare straathonden lopen rond in
de straten van Varanasi en het lijkt wel alsof ze “soulmates” geworden zijn.
Het is echt heel schattig als je ze zij aan zij in een hoop afval ziet liggen.
Ook hier zijn er weer veel bedelaars, je kan je
guesthouse niet buiten komen of ze staan voor je neus.
Op onze tweede dag maken we een wandeling langs de
ghats (de oevers van de rivier). Er zijn heel veel van deze ghats, elk met een
andere naam, hier kan je via een brede trap het water in- of uitgaan. Op 2 van de
talrijke ghats vinden de rituele lijkverbrandingen plaats, wanneer we de eerste
passeren zijn er crematies bezig.
We zetten ons neer op de banken en kijken hoe dit in
zijn werk gaat. Er wordt heel wat hout op elkaar gestapeld, daarop komt het
lijk te liggen en daarbovenop wordt nog wat hout gelegd.
Deze crematies gebeuren 24u per dag en de plaats waar
je verbrandt wordt hangt af van je rijkdom. De arme mensen worden aan de kant
van de straat gelegd, het stuk weg tussen de gebouwen en de rivier. De middenklasse
ligt vlak naast de Ganges en de belangrijkere of rijkere mensen krijgen een
plaats op een rond en hoger gelegen betonnen plek naast de rivier.
Diegenen die geen crematie kunnen betalen kiezen ofwel
voor een goedkope verbranding in de elektrische oven of laten het lichaam van
de overledene ineens in de Ganges leggen zonder voorafgaande verkoling.
Ook de gecremeerde of verkoolde lichamen worden na dat
ritueel in de Ganges gelegd en worden zo meegenomen door de stroom van de
rivier.
De crematie gebeurt al na enkele uren na het
overlijden, door de hete temperaturen is het niet mogelijk om de lichamen
langer te laten liggen. Vele oude mensen verhuizen naar Varanasi om hier te
sterven zodat ze zeker zijn dat ze in de heilige rivier Ganges (Ganga in Hindi)
zullen terecht komen.
Terwijl we dit ritueel bewonderden werden we
lastiggevallen door jonge, Indische mannen. Wat hun probleem is weet ik niet,
maar blijkbaar hebben ze er wel plezier in om vlak voor je neus te komen staan,
wat te brabbelen in Hindi en je dan wat te staan uitlachen in groep. Ze
probeerden ons ook foto’s te laten trekken van de ceremonie terwijl we goed
wisten dat dat verboden is uit respect voor de overledene en zijn familie.
Nadat we dit
gezien hebben wandelen we verder doorheen de buitenwijken van de stad. Het is
erg om te zien hoe sommige mensen hier moeten leven in kleine lemen huisjes of
soms zelfs maar een schuurtje. Die buurten zijn dan ook vaak overladen met
huisafval en de stank eromheen in niet min. In bijna elke straat bots je op een
koe of een hele kudde bij mekaar, je ziet hier ook vaak apen zitten op de rand
van de daken en in de bomen kruipen veel eekhoorns.
We wandelen richting de voetgangersbrug die naar het
fort leidt aan de andere kant van de rivier. Deze wordt enkel in het
droogseizoen gebruikt en op de moment dat wij erover wilden waren er werken aan
de gang. In het moessonseizoen wordt de brug afgebroken en moet je met de ferry
oversteken.
Nog voor we de brug kunnen op wandelen worden we al
gestopt door een oude Indische man. Hij eist geld van ons voordat we de brug op
mogen. Toch ongelofelijk dat ze zelfs op deze manier toeristen willen afzetten
en je dreigend willen laten betalen. Gelukkig bestaan er ook nog sympathieke
Indiërs en is er één die ons komt helpen en ons op de brug laat.
In de helft worden we alweer tegengehouden door 2 oude
mannen die maar liefst 10 euro van ons willen om ons door te laten. Wat hebben
deze mensen toch?? Deze keer lopen we hen voorbij, maar worden heel erg
aangekeken door de overige werklui op de brug. Wanneer we bijna het einde
bereiken blijkt dat er werken bezig zijn en dat we niet eens verder kunnen, dan
maar de hele weg terug zonder het fort te kunnen zien.
De volgende ochtend staan we om 5u op voor een
boottochtje bij zonsopkomst op de Ganges. De mist die over de rivier hangt
maakt het mysterieus en geheimzinnig. Het is heel erg rustgevend en de
zonsopkomst is prachtig. We varen voorbij de twee ghats waar de
lijkverbrandingen plaatsvinden, toch indrukwekkend om mee te maken. Plots zien
we een lijk dat komt aangedreven en daarop zit een kraai van het mensenvlees te
eten, wat een gruwelijk zicht. Maar dat is hier uiteraard de normaalste zaak.
Op dit ochtendlijke uur zie je de mensen hier hun bad
nemen. De Ganges is absoluut geen propere rivier, maar wel heilig voor hen. Ze
poetsen zelfs hun tanden met dit vuile water.
Ook op dit uur worden er regelmatig kaarsjes in het
water gelaten, mooi om dat geflikker te zien weerspiegelen in het
wateroppervlak.
De hele dag door wassen de mensen hun kleren in het
water van de rivier. Het is een hele bedoening als je ze het natte wasgoed ziet
uitkloppen op een stenen plaat aan de zijkant van de rivier. Ook de koeien
zoeken hier hun verfrissing, we stellen ons de vraag in hoeverre dat wasgoed
echt proper kan zijn.
Na een lekkere lunch in de German Bakery gaan we op
wandel in het oude stadsgedeelte. We vertrekken langs de ghats om zo via een
zijstraatje naar de Golden en Annapurna Tempel te geraken, niet simpel want we
lopen elke keer weer verloren. Nadat we het ene kleine straatje na het andere
geprobeerd hebben komen we eindelijk bij één van de tempels aan, daar staan
buiten heel wat bewakers te wachten en we worden onmiddellijk weggestuurd.
Zelfs kijken is voor toeristen blijkbaar niet toegestaan.
De tempels zijn moeilijk te vinden, ze liggen vaak
achterin in één van de super drukke straatjes die in een wirwar door mekaar
lopen. De winkeltjes trekken uiteraard veel mensen aan, maar ook de koeien
lopen hier blijkbaar graag rond. Het gebeurt dan ook regelmatig dat je moet
uitwijken voor zo’n kolos die de straat half inpalmt. Ook wanneer we door de
oude stad lopen komen we in heel wat vieze straten. Doordat veel dieren hier vrij
rondlopen moet je goed uitkijken dat je niet van de ene stront in de andere
stapt. Bovendien trekt dat de nodige vliegen aan en moet je soms met neus en
mond gesloten door de straat gaan zodat je er geen binnenkrijgt.
Deze avond trakteren we ons op een heus diner. Aan het
einde van de ghats vonden we een restaurant waar ze een echte Italiaanse oven
hebben, het kon dan ook niet anders dan dat ze heerlijke pizza serveerden. Ik
startte met een heerlijk tomatensoepje, Dave sloeg het voorgerecht over. Daarna
een pizza met ajuin en look op een heerlijke krokante deeg, Dave koos voor
spaghetti met groentjes en we sloten af met een stuk verse appeltaart. Dit
alles voor 7 euro, in Indische normen hebben we dan al goed gegeten. Als je
weet dat we ook nog eens 3 verse appelsiensapjes bestelden is dat echt geen
geld.
Bovendien kregen we nog gratis animatie ook. Vlak voor
het terras werd er een videoclip opgenomen, zoiets amateuristisch hebben we nog
nooit gezien. Rondom stond het vol met gapende Indiërs, de meesten onder hen
dan ook nog eens met hun vuile kleren aan. De boxen waaruit de playback-muziek
klonk waren blijkbaar al zo versleten dat er niets dan geruis uitkwam en elk
danspasje moest ter plaatse nog uitgevonden worden waardoor er nooit meer dan 1
beweging tegelijkertijd werd opgenomen. De moeite om hen bezig te zien !
Op onze laatste dag wandelden we na ons ontbijt nog
een keer langs de ghats. We zien daar een aantal mannen aankomen met een
draagberrie waarop een ‘vers’ lijk lag. Dit lijk was zoals gewoonlijk in oranje
doeken gewikkeld, maar het hoofd was niet bedekt. Toch een raar zicht om die
man te zien liggen die een paar uur geleden nog moet geleefd hebben.
Nadat we hebben ingepakt en uitgecheckt gaan we onze
mails nog een laatste keer checken en alvast een reservatie maken voor een
guesthouse in Agra. Dit doen we via Skype, heel goedkoop bellen en vaak een
goeie verbinding. Omdat de ene computer waarop een hoofdtelefoon is aangesloten
bezet is probeert de man van het internetcafé (eigenlijk een travel agency) op
een andere computer een hoofdtelefoon te installeren. Dit blijkt niet te lukken
want ik krijg geen geluid. Dus zo goed als de meeste Indiërs wel zijn, en dit
is heel sarcastisch bedoeld, geeft hij me zijn gsm zodat ik een reservatie kan
maken. Het gesprek duurt amper 1 min. en wanneer we afrekenen vraagt hij ons 20
roepies extra. Toch ongelofelijk die kerels, eerst een beetje de sympathieke en
hulpvaardige kerel uithangen en daarna de kosten dubbel en dik doorrekenen.
We laten het er niet bij en gaan met hem in discussie,
gelukkig is hij deze keer diegene die toegeeft en betalen we enkel voor het
internet.
Nog in volle frustratie wandelen we de straat terug
op, word ik toch wel voor een tweede keer aangereden door een riksja zeker !!
Ik wist niet meer waar ik het had, was nog bezig met mijn woede van daarnet te
verwerken en nu dit weer. De vrouwen in de riksje excuseren zich meermaals, de
chauffeur kijkt amper achterom. Hij reed echt met alle geweld tegen mijn rug en
achterbenen, pijn deed het niet maar ik
stond inmiddels wel op ontploffen.
Onze eerste dag in Varanasi kreeg ik ook al een riksje
tegen mijn been, toen hield ik er een fameuze blauwe plek aan over.
Het wordt nu echt wel tijd om naar een volgende stad
door te reizen, we moeten ons nog haasten om snel iets te gaan eten alvorens we
op de trein naar Agra stappen.
Varanasi was een leuke stad, maar de Indiërs werken
behoorlijk op onze zenuwen. Of dat in Agra beter zal zijn valt nog af te wachten,
we zijn in elk geval blij dat we maar 15 dagen India voorzien hebben !