Verslag Costa Rica
Quepos en Parque Nacional Manuel Antonio: dit wordt
onze eerste echte topdag in Costa Rica. Dit is wat we ons hadden voorgesteld
bij dit land, knappe stranden, natuur en veel dieren !
Met een klein hartje gaan
we in Quepos op zoek naar een slaapplaats. We is vandaag 24 december en naar
wat we ons lieten vertellen staat er een hele drukke periode aan te komen en
zullen de meeste hotels volgeboekt zijn. Schuin over het busstation gaan we
informeren in een hotelletje en daar hebben ze al direct plaats. Oef, die
schrik is dus voor niets geweest. De meeste toeristen zullen misschien slapen
zoeken in Manuel Antonio, maar aangezien het daar duurder zou zijn dan in
Quepos besluiten wij hier te logeren.
Wanneer we op Kerstdag
buiten stappen ligt het centrum er dood en verlaten bij. Alle winkels zijn toe
en we vinden twee restaurantjes die toch de deuren openden. Ontbijten doen we
in Musmanni, een bakkerij-keten vergelijkbaar met Panos en zeker niet slecht.
Normaal wilden we vandaag
naar het nationaal park gaan, maar omdat we het deze morgen hoorden regenen
toen de wekker afliep stelden we dat toch maar uit tot morgen. Nu lopen we hier
in een leeg centrum doelloos rond. We gaan kijken langs het strand, maar om
daar te geraken moeten we een rivier over die naar zee loopt en te breed en
diep is om over te steken. Een oude, marginale vent peddelt met zijn rotte boot
naar de overkant en we krijgen een mooie toeristenprijs naar ons hoofd
geslingerd wanneer we hem vragen om ons over te zetten. Niet dus, zo gek zijn
we niet.
Dan botsen we op een
gezellige koffieshop met WiFi, de ideale moment om naar huis te bellen denken
we zo. Rond deze tijd zitten ze thuis lekker te tafelen en hebben we onze
families bij mekaar. De volgende uren brengen we door al babbelend met het
thuisfront en zo vliegt onze Kerstdag alsnog heel snel voorbij. Het is een blij
weerzien al wordt dat na een tijdje plots verbroken wanneer de verbinding
wegvalt.
De volgende dag laten we
onze wekker opnieuw vroeg aflopen, we willen vroeg toekomen in het nationaal
park Manuel Antonio. Dit is het tweede kleinste park van het land, maar het
aantal toeristen dat erop afkomt is ontelbaar en om die massa voor te zijn
willen we vroeg aan onze wandelingen beginnen.
De bus zet ons af aan de
toegangsweg van het park, we kunnen aan onze zoektocht naar diertjes beginnen.
Nog geen tien minuten zijn we aan het wandelen of iemand komt ons achterna
gestapt. Het is een Chinees die ook in ons hotel logeert en blijkbaar niet
graag alleen wandelt. Op zich geen probleem, maar hij stapte en praatte al even
luid wat ons verschrikkelijk stoorde. Hoe kunnen wij zo in godsnaam dieren
zoeken, je hoort ze niet eens met zijn getater. We waren dan ook heel blij
wanneer hij ons een tijdje later weer gerust liet en alleen verder wandelde.
De eerste wandelroutes die
we kozen brachten ons langs prachtige stranden met wit zand, iets waarvoor dit
park ook bekend staat. Het zijn niet alleen de beestjes die de aandacht
trekken, de prachtige omgeving van bossen, jungle en stranden is echt om bij
weg te dromen. Op de rotsen langs het witte strand zien we het eerste dier van
de dag, een grote leguaan geniet van het zonnetje.
We stappen verder langs al
even mooie en langere stranden, wandelen door de jungle waar we verschillende
agouti’s zien weglopen wanneer ze ons zien aankomen en komen langs mooie
uitkijkpunten. Het water hier is stralend blauw en steekt mooi af tegen de
groene jungleomgeving. Op één van de wandelpaden komen we oog in oog met een
koppeltje wasberen, ook zij verkiezen de aangelegde wandelweg voor een ommetje.
Ze lopen rustig achter mekaar, maar wandelen de bossen in van zodra ze ons zien
aankomen.
Nog voor de middag, we
zijn dan wel al bijna 4u aan het wandelen, zien we de kerel waarvoor we gekomen
zijn. Heel hoog in de toppen van de bomen merkt Dave een luiaard op, wat een
knap beest. Tientallen minuten staan we hem gewoon aan te gapen en houden we
zijn rustige bewegingen in het oog. Heel zachtjes laat hij zich naar beneden
glijden en je ziet hoe hij met zijn grote klauwen naar de volgende tak grijpt.
We kunnen hier natuurlijk
niet eeuwig blijven staan en stappen verder naar een uitkijkpunt waarvoor we
weer even fameus mogen zweten. Op de terugweg daarvan komen we langs een enorme
groep witkopaapjes of kapucijnaapjes. Een al even grote massa toeristen heeft
zich verzameld en de flashes flitsen kort achter mekaar. Of het nu dat was of
gewoon de vele toeristen op een rij, de aapjes leken niet heel blij en lieten
hun grote, gele tanden zien. Ze kwamen zo dichtbij en keken dreigend in onze
richting waardoor wij toch maar een stapje achteruit zetten.
Nu we al heel wat
kilometers gewandeld hadden en al uren onderweg waren begonnen onze magen te
knorren. We legden ons op het grote, witte zandstrand waar de overrompeling van
toeristen niet te groot was om onze broodjes op te eten. Dat trok al snel de
aandacht van een aantal dieven in de omgeving en de eerste die een poging
waagde was een wasbeer. Ik stond nog toe te kijken hoe de wasbeer zijn neus in
de rugzak van onze buren stak, maar niet veel later konden we zelf lopen om
onze bagage te beschermen. Hij vluchtte weg voor hun dreigende bewegingen en
liep recht op onze rugzak af. Dave benaderde hem voorzichtig want hoe schattig
die wasbeer er ook uitziet, zijn tanden heb je liever niet in je arm. Weer wat
later hoorde Dave iets snuffelen achter ons en voor we het goed en wel beseften
waren we omsingeld door drie wasberen en allen tegelijk probeerden ze iets te
stelen. Maar deze schattige beertjes zijn niet de enige dieven in de omgeving,
ook de kapucijnaapjes doen hun uiterste best om iets te pakken te krijgen. Even
later moesten we hen wegjagen toen ze rechtopstaand op ons afkwamen. Zij zitten
heel onschuldig vanuit de bosjes toe te kijken en lopen spelend onder de bossen
door en langs je handdoek. Één seconde van onoplettendheid is voor hen genoeg
om hun kans te wagen. We voelden ons alsof we in een dierentuin lagen te
zonnen. Wasberen komen langs gewandeld en snuffelen rond, apen lopen mekaar
achterna en graven in het zand op zoek naar iets eetbaars en als niet deze
dieren voor geritsel zorgden dan was het de knappe leguaan die tot dichtbij ons
kwam gekropen. We vonden het geweldig om tussen zoveel dieren op een prachtig
strand te liggen, al kan je het niet wagen om met twee tegelijkertijd de zee in
te duiken met zoveel dieven op de loer.
Nadat onze batterijen
terug waren opgeladen begonnen we aan de laatste wandeling van de dag naar een
waterval. Deze wandelweg ging door de echte jungle, het wandelpad was niet goed
aangelegd en heel slijkerig. Op een gegeven moment kwamen we aan een riviertje
en moesten we naar beneden springen omdat het pad was weggespoeld. De waterval
waar we op uit kwamen was niet echt overweldigend, er kwam bijzonder weinig
water naar beneden gestroomd. Het was vooral de omgeving die het zo mooi
maakte, alsof we al uren hadden gewandeld en diep in de jungle zaten.
We beleefden vandaag echt
een topdag en zijn zeer in de wolken over het aantal dieren dat we te zien
kregen. We zetten ze nog even op een rijtje als afsluiter:
-
8
wasberen waarvan er vier onze wandelweg kruisten en de rest op het strand
liepen,
-
3
luiaards,
-
verschillende
agouti’s die ons steeds te snel af waren om er een foto van te maken,
-
tientallen
witkopaapjes of kapucijnaapjes, deze komen echt heel dichtbij,
-
een
leguaan op de rotsen aan het strand en nog een knapper exemplaar met mooiere
kleuren en een grote kam op zijn rug op het strand zelf,
-
één
enkele brulaap, geen idee waar de rest van zijn compagnie zat,
-
tientallen
indrukwekkende Morphos vlinders, dat is een grote, felblauwe vlindersoort die
we geen ene keer op foto konden vastleggen,
-
een
specht met rood hoofd à la Woody Woodpecker,
-
een
bosschildpad,
-
massa’s
overvliegende pelikanen terwijl we op het strand lagen,
-
twee
hertjes aan de uitgang van het park,
-
de
kleine, zeldzame squirrel monkeys zag Dave vanuit de bus.
Een enorme lijst van
dieren om zomaar op één dag tegen te komen, dat maakte deze dag eens zo mooi en
onvergetelijk. Al komen er hier honderden toeristen per dag, als je er vroeg
genoeg bij bent is het nog relatief rustig in het park en kan je op het gemak
rondwandelen en genieten.