Verslag Costa Rica
Golfito: na het slechte weer in Panama vluchten we
naar Costa Rica in de hoop beter weer te vinden. Dat blijkt echter al zeker
niet het geval te zijn in Golfito.
De grensformaliteiten
verlopen zowel langs de Panamese als Costa Ricaanse kant heel erg vlot. Toch
moet ik me weer een keer kwaad maken in een koppige douanebeambte. Ik vraag hem
expliciet om dichtbij de andere stempels te stempelen aangezien onze paspoorten
zo vol geraken, knalt hij hem daar toch wel midden in een grote open ruimte
zeker. Ik kon wel ontploffen, zure vent ! Nadat ik me kwaad maak beseft hij
blijkbaar wel dat ik de vraag niet zomaar stelde en zet hij de stempel in Dave
zijn paspoort toch op een fatsoenlijke plek.
Golfito is een dorpje
langs de Golfo Dulce en speciaal van vorm. Zowat alles is gebouwd langs één
lange baan waar langs de ene kant de jungle uitkomt naast de rijweg en langs de
andere kant de Golfo Dulce ligt. Alle huizen staan dus naast mekaar gebouwd en
het dorp is één lange “pier” met een niet overduidelijk centrum. Om die reden
hebben we er geen idee van waar we juist moeten uitstappen en ook de
buschauffeur doet ons geen teken. Daardoor blijven we veel te lang zitten en
stappen veel te ver uit. Het regent dan ook nog een keer lekker hard, dus terugwandelen
zien we niet zitten. De buschauffeur helpt ons op een andere bus die terug naar
het centrum rijdt en roept die andere chauffeur toe waar we moeten zijn.
Opnieuw rijdt deze onze stopplaats voorbij en staan we daar weer te geelogen op
een verkeerde plaats, nog steeds in de regen. We staan intussen zowat allebei
op ontploffen en wanneer Dave de dame in het migratiekantoor aanspreekt draait
ze gewoon haar hoofd. Uit woede smijt hij het boek weg richting onze rugzakken
en op dat moment komt er net een kerel uit het kantoor. Die schrikt al een
beetje, maar komt ons gelukkig verder helpen. Nu we de juiste richting weten
proberen we opnieuw een bus te stoppen, maar hoe ik ook teken doe, ze rijdt ons
gewoon voorbij. Ok, nu is het genoeg geweest, we gaan dan maar stappen. De
gietende regen is intussen vermindert tot motregen, daardoor kunnen we wel te
voet.
We wandelen terug naar de
plek wat het centrum zou moeten zijn en gaan er hopeloos op zoek naar een
slaapplaats. Daarnet ging Dave al een hotel checken, maar voor de piepkleine,
muffe kamer vroegen ze zomaar even 16USD, we konden er amper met z’n tweeën
binnen. We vragen aan een oud vrouwtje in een eethuisje waar we iets kunnen
vinden, maar de richting die ze ons uitstuurt levert niets op. Dan nog maar een
keer vragen en zo komen we aan een huis waar niets uithangt van kamerverhuur of
wat dan ook met een hoop kinderen op het balkon. Een super dikke, oude vrouw
komt van de trap naar beneden en laat ons opnieuw een klein muf kamertje zien.
Veel keuze hebben we niet, dus dingen we af op haar prijs en blijven dan maar
voor 1 nacht.
Al wisten we vooraf min of
meer dat er in deze regio waarschijnlijk ook nog veel regenwolken zouden
hangen, we wilden toch de gok wagen. Dat hebben we ons intussen wel beklaagd,
we zijn toegekomen in de gietende regen en aan de hemel te zien zal daar niet
snel verandering in komen. Van hieruit was het plan om de ferry te nemen naar
Puerto Jiménez en van daaruit het Corcovado Nationaal Park te bezoeken. Dit
park werd door National Geographic bestempeld als “de meest intense biologische
plek ter wereld”. Hier hadden we graag een tweedaagse trektocht gemaakt met een
gids, het zou een ideale plek zijn om dieren te spotten en dat dan nog eens in
een prachtig natuurpark. Alweer een streep door onze rekening, de
teleurstelling beginnen zich nu toch stilaan op te stapelen.
Aangezien we de hele dag
nog niets gegeten hebben bestellen we een typische schotel met rijst, bonen,
sla en kip. Alhoewel, ik zou liegen. Dave maakte deze ochtend havermoutpap
(niet bepaald mijn favoriet) en die aten we met schijfjes banaan en honing.
Gelukkig lag dat als een blok op onze magen en konden we het daarmee stellen
tot vanavond ;-)
De omgeving van Golfito is
eigenlijk heel erg mooi, wanneer de dikke wolken even wegtrekken en het wat
lichter wordt aan de hemel wordt ons dat eens te meer duidelijk. De jungle die
bij wijze van spreke uitkomt in het dorp, achter de huizen begint de dichte
begroeiing die hoog tegen een bergwand kruipt. Dit waren vroeger allemaal bananenplantages,
maar nadat die industrie werd opgedoekt konden de jungleplanten opnieuw hun
gangen gaan en dat leverde een mooi resultaat. Ook langs het water hebben we
mooie zichten op de groene overkant, je kan er wandelen langs die ene weg in
het dorp die afgezet is met palmbomen. Bij goei weer zal dit ongetwijfeld een
mooie plek zijn.
We belanden al vroeg terug
in onze muffe kamer waar we ons bezighouden met het uitstippelen van een nieuw
plan. Morgenvroeg om 5u stappen we op de eerste (er zijn er maar twee) bus naar
San José en van daaruit zullen we nog verder reizen in de hoop voor de
stormregens te geraken. Al moeten we daarvoor ineens de grens met Nicaragua
over, we zijn niet van plan om nog dagen of weken in de regen door te brengen.
Terwijl we ’s avonds in
ons bed liggen lezen en werken op de laptop horen en zien we gerommel aan onze
deur. Het lijkt alsof er iemand probeert binnen te geraken en maar blijft
proberen met een verkeerde sleutel. Dave schiet in zijn broek en doet de deur
open, staat daar een koppel wat onnozel naar hem te kijken en mompelt iets. Ze
draaien zich om en proberen de deur tegenover ons, die zullen waarschijnlijk op
zoek zijn naar een kamer voor een paar uren. Nu valt onze frank waarom er hier
kamers verhuurd worden zonder dat er ook maar iets uithangt daarover, we zijn
alweer in een soort “hoerenkot” terecht gekomen.