Verslag Colombia

 

Salento: een klein gezellig dorpje gelegen in de groene Zona Cafetaria.

 

In het busstation van Armenia stappen we over op een kleinere bus die ons tot het dorpje Salento zal brengen. Terwijl we wachten op het vertrek ontmoeten we een Engels koppel, Dan en Jennie. Met hen geraken we aan de babbel, maar de gesprekken worden onderbroken wanneer er naast de bus een auto komt gereden waarvan de chauffeur met zijn armen begint te zwaaien en iets roept naar de buschauffeur. Blijkt dat de koffer van onze bus opengegaan is tijdens het rijden en dat we bagage verloren zijn. Dave springt direct mee uit de bus om te gaan kijken en ja hoor, zijn rugzak ligt een goeie 100m terug in het midden van de rijbaan. Auto’s moeten stoppen of uitwijken en er staat al een kleine rij aan te schuiven. De chauffeur loopt terug om de rugzak te halen, gelukkig is hij niet beschadigd en is er niemand over gereden.

 

In de vroege avond checken we alle 4 in bij The Plantation House, een hostel gerund door een Engelsman. Het is een oude kerel, een typische Engelsman die niet liever doet dan zijn pintje drinken en babbelen. Zo houdt hij ons een hele tijd aan de praat en moeten we er bijna tussenuit glippen om nog iets te gaan eten op dit inmiddels late uur. Alle simpele eethuisjes zijn al gesloten en zo belanden we in een iets duurder restaurantje op de plaza. We eten een lekkere forel, een plaatselijke specialiteit en sluiten de avond af in een klein, gezellig café waar de locals een stevig aantal pinten achterover gieten.

 

De eerste nacht in onze Plantation kamer hebben we vrij goed geslapen. Het is een simpel houten hokje waar we insecten zoals vliegende mieren er gratis bij krijgen, maar dat past wel in deze omgeving. Deze ochtend neemt Tim, de hosteleigenaar, ons mee naar de koffieplantage die hij een aantal maanden geleden van een oud vrouwtje overkocht. Helemaal operationeel is de plantage nog niet, maar het is toch leuk om eens een kijkje te nemen op zijn groot stuk land. Daar heeft hij heel wat koffieplanten staan van verschillende soorten en aangezien hij zelf nog maar net in de koffiebusiness terecht is gekomen kan hij ze zelf nog niet onderscheiden. Tussen alle kleine, donkergroene koffieplanten groeien heel wat bananenbomen en hier en daar ook suikerriet. Iets lager in de grote vallei heeft hij een eigen bamboebos en ook een heel aantal ananasplanten. De sinaasappelbomen hangen boordevol oranje appelsientjes, jammer dat de bosbessenstruiken geen vruchten hebben in deze tijd van het jaar.

Hij geeft ons zoveel mogelijk uitleg over het proces van koffie maken en toont ons de machine waarmee de koffiebonen gepeld worden, klaar om te worden geroosterd. De machines daarvoor heeft hij niet zelf, daarvoor doet hij beroep op een koffieshop in het dorp. Na de rondleiding op de plantage haalt hij terug in de hostel zijn kleine handbrandmachine boven waarmee de koffiebonen geroosterd kunnen worden. Hij zet het ding op het kookvuur en wacht tot de temperatuur 200° aanwijst en giet er dan de ontvelde bonen in. Even later blijkt dat hij nog geen echte krak is in het koffie maken, hij laat zijn bonen bijna aanbranden en noemt dat dan “goed gebrande bonen”.

 

Inmiddels is het beginnen regenen en blijven we binnen in de hostel schuilen voor de regenvlaag. Hoe kan het ook anders, na bijna twee weken Colombia hebben we nog geen enkele dag zonder regen gehad. Als het iets later op de middag toch weer even droog wordt gaan we naar het gezellige centrum om een hapje te eten, forel uiteraard. Al is het hier nog zo klein, er zijn enorm veel souvenirwinkeltjes die we even bezoeken terwijl we naar de lange trappenrij wandelen waar we omhoog klimmen voor een uitzicht over Salento en de groene valleien rondom. We zijn nog niet lang boven wanneer het alweer begint te regenen en een mistig, grijs gordijn het mooie uitzicht wegneemt. We gaan dan maar weer naar beneden waar we op een stoet van verklede kindjes lopen, vandaag is het Halloween en dat wordt hier blijkbaar ook gevierd. Voor we opnieuw naar de hostel gaan trakteren we ons op een lekker koekje gevuld met verse aardbeien en verse room.

’s Avonds gaan we een bekertje punch drinken in het huis tegenover het hoofdgebouw van de hostel waar de dorms gelegen zijn. De vrouw van Tim heeft een halloweenfeestje georganiseerd en we gaan een kijkje nemen. Van zodra we binnenkomen krijgen de vrouwen een kleurrijk masker met glitters, maar verder valt er bijzonder weinig te beleven. Gelukkig hebben we Dan en Jennie bij ons, een heel gezellig koppel waarmee je altijd wel kan lachen of onnozel doen.

 

De reden waarom toeristen afzakken naar het kleine dorpje Salento is niet alleen voor de gezelligheid en een bezoek aan de koffieplantages, maar ook voor een wandeling door de bijzondere Valle de Cocora. We hebben onze alarmklok op 6u gezet, maar wanneer we wakker worden en horen dat de regen met bakken uit de lucht valt draaien we ons op onze andere zij en slapen verder. Het heeft geen zin om met zo’n regenweer aan een lange wandeling te beginnen, dus hopen we dat het morgen beter weer zal worden.

Wanneer we een paar uur later opnieuw een oog open trekken horen we nog steeds de regen op het dak kletteren en dat houdt voor de rest van de dag niet meer op. We nemen dan maar een rustig ontbijt en blijven lang aan de ontbijttafel hangen. Daarna lopen we tussen twee regenbuien door naar de plaza en gaan er samen met Dan en Jennie verse aardbeien met room eten. Omdat we geen zin hebben om vanavond alweer forel te eten, die komt intussen onze oren uit, doen we inkopen in de supermarkt. Toen we deze ochtend wakker werden lag er een sukkelaar van een straathond aan onze chalet. Een super lief beestje dat we daarnet terug zagen op het dorpsplein en hij ziet er zo magertjes uit dat ik het niet kan laten om voor hem hondenbrokken te kopen in de supermarkt. Met de gedachte dat hij ook de volgende avonden bij ons zal komen slapen wil ik graag voor hem zorgen en hem iets te eten geven, hopende dat andere toeristen me zullen opvolgen wanneer we vertrekken.

 

Nadat we een hele dag uitgeregend geweest zijn en niets konden doen buiten lui zijn en een koffie gaan drinken gaan we ’s avonds een kijkje nemen in een hangar waar de typische Colombiaanse sport, Tejo, gespeeld wordt. Daarbij wordt er met zware, metalen gewichten gegooid  (tussen de 1 à 2kg) naar een metalen ring die in een bak ligt die gevuld is met klei. Op die metalen ringen worden papieren driehoekjes gelegd die gevuld zijn met buskruit en wanneer je met je gewicht de ring raakt geeft dat een explosieve knal. Het is een typische mannensport die gepaard gaat met het nodige aantal pintjes.

Om mee te mogen spelen moet je alleen maar een drankje bestellen en nadat we de locals even in het oog hebben gehouden wagen we ons zelf aan een spelletje op de korte baan. Dat zorgt voor de nodige hilariteit wanneer onze gewichten tijdens de eerste pogingen langs alle kanten naast de met klei gevulde bak vliegen en rollen. Om het wat spannender te maken leggen we meer papieren driehoekjes op de ring en zo krijgen we nu en dat toch een explosie. Daarna komt Dan op het idee om op zijn eigen gewicht een driehoekje te kleven en wanneer dat even later een dubbele knal geeft in de ring kijken de locals raar op. Het werd letterlijk een hele fijne, explosieve avond die we later nog afronden met een laatste pintje op het dorpsplein.

 

Na vorige avond kunnen we het niet opbrengen om om 6u uit onze bedden te komen. Toch zijn we aangenaam verrast wanneer onze wekker afloopt en we zelfs de zonnestralen al zien binnenkomen. Tijd om ons klaar te maken voor de wandeling in de Cocora vallei. Deze wordt gekenmerkt door de waspalmen die tot 60m hoog kunnen worden, ze zijn het nationale symbool van het land.

Omdat het de laatste dagen zoveel geregend heeft huren we rubberen laarzen zodat we onze wandelschoenen niet doornat en vuil moeten maken. Al snel blijkt dat het geen onverstandige keuze was want het wandelpad is één en al slijk en doordat er veel paarden over hetzelfde pad wandelen is het nog eens zo drassig. We starten de wandeling door de groene vallei met zowel links als rechts de metershoge waspalmen. Op sommige stukken is het zelfs met onze laarzen een ware beproeving om niet weg te zakken in de modder en Dave zijn laars blijft af en toe vastzitten in de dikke brij.

Het volgende stuk van de wandeling brengt ons precies middenin de jungle. Een dichtbebost, groen gebied waardoor de Caunca rivier stroomt. Deze moeten we meermaals oversteken over bruggetjes die heel oud, versleten en rot zijn. Geen wonder dat er bordjes hangen dat er maar één iemand tegelijk over de rotte latten mag lopen.

 

Na een tweetal uurtjes wandelen komen we aan een boerderijtje waar heel wat kolibries zitten. Deze mooie, kleine, kleurrijke vogeltjes komen af op het zoete suikerwater en fladderen de hele tijd heen en weer tussen de verschillende drinkkommetjes. Hier nemen we de tijd om even uit te rusten bij een warme kop chocomelk of agua de panela, een warm drankje dat gemaakt is van een soort suikerriet. Heel eigenaardig, althans voor ons toch, is dat je hierbij een klompje kaas krijgt.

De terugweg moeten we in de gietende regen inzetten. Terwijl we ons opwarmden met een warm drankje is het beginnen regenen en het ziet er niet naar uit dat het nog snel zal stoppen. In plaats van de geplande lange wandeling te maken nemen we dezelfde weg terug dan we gekomen zijn en zo staan we anderhalf uur later weer in Cocora. Het was een mooie wandeling in een prachtige omgeving, gelukkig hebben we toch nog een paar uurtjes zon en warmte gehad.

De kleine jeeps die van Salento naar Cocora rijden zitten altijd snel vol en zo moeten Dave en Dan rechtstaan achterop de Willy tijdens de terugrit. Het regent nog steeds en de volgende 45 min krijgen ze de volle lading, en ja hoor, in dat geval betaal je evenveel als iemand die droog binnenin de jeep zit.

 

We maken er een laatste gezellige avond van in de Plantation House en koken voor de tweede dag op rij ons eigen potje met een glaasje rode wijn. We zijn hier alweer flink uitgeregend geweest en hopen dat we morgen, wanneer we verder reizen naar Medellin, wat beter weer zullen krijgen.