Verslag Colombia
Medellin
wordt weleens de stad van de eeuwige lente genoemd vanwege zijn aangename
klimaat het hele jaar rond. Wanneer wij toekomen regent hij pijpenstelen en
overwegen om direct een bus verder te nemen, richting zee.
Elke keer we een stad verlaten denken we naar beter
weer te reizen, maar dat is ook deze keer weer niet waar. De gedachte om
onmiddellijk verder te reizen flitst door onze hoofden, maar nu we hier toch
zijn besluiten we toch maar eens een kijkje te nemen.
Medellin was voordien een stad met een zeer slechte
reputatie: het was de drugshoofdstad van de wereld met enorm veel criminaliteit
en met de drugskoning Pablo Escobar als uithangbord. Op dit ogenblik is het
echter één van de veiligste steden in Zuid-Amerika door de grootschalige politiecontroles
en een overduidelijke aanwezigheid van politie en militairen.
Wij logeren in de hippe wijk Santa Rosa, hier zou al
het uitgangsleven van over de hele stad plaatsvinden. Er zijn inderdaad enorm
veel grote bars met gigantische terrassen, we stellen ons de vraag hoe die ooit
allemaal volgeraken. De muziek en de tv’s spelen tegen mekaar op, maar ook al
zit er geen kat, er hangt een aangename sfeer in deze wijk.
Op onze enige volledig dag in de stad nemen we de
metro naar het centrum. Dit is de enige stad in heel Colombia die over een
metronetwerk beschikt dat daarbovenop nog een keer twee extra kabelbanen
voorziet zodat ook de mensen uit de armere wijken die hoog tegen de bergwanden
wonen van dit openbaar vervoer kunnen genieten.
Het centrum van Medellin vinden we niet veel
bijzonder. Niets dan huizen en hoogbouw op mekaar gepakt, allemaal grijze
ongezellige betonnen constructies en de winkelstraten zijn één grote
mierenhoop. De winkelstraten zijn sowieso al druk en zet daarbij in het midden
van de straten nog een hoop kraampjes en je krijgt zo’n drukke bedoening dat
het niet meer aangenaam is om er rond te lopen. Bovendien begint het nog maar
eens hevig te regenen en vinden we geen enkel gezellig plekje om iets te gaan
drinken en te schuilen.
We wandelen verder en komen aan Plazoleta de las
Esculturas, een plein met allemaal beeldhouwwerken van enorm dikke figuren. Het
is een grappig zicht en eigenlijk best wel knap. Dit plein wordt ook wel Plaza
Botero genaamd, verwijzend naar de bekende Colombiaanse artiest die hier zijn
kunstwerken neerzette. Daarna gaan we nog een kijkje nemen bij de Catedral
Metropolitana die volledig uit bakstenen gebouwd is en de grootste uit
Zuid-Amerika zou moeten zijn.
We hebben nu een paar uurtjes rondgelopen in het
drukke centrum en hebben het gevoel dat we het hier wel gezien hebben. We
stappen opnieuw de metro op en rijden mee in de richting van de kabelbanen.
Onderweg krijgen we pas echt een goed zicht over deze gigantische stad, huizen
staan op mekaar gepakt, krotten vlak naast de rivier en overal rondom rond in
de vallei en tegen de bergwanden ziet het rood van de bakstenen. Het ritje met
de kabelbaan is best aangrijpend, zo krijg je pas echt te zien hoe sommige mensen
leven. Hoe proper het centrum van Medellin ook mag zijn, hier zien we de
vuilnis weer overal op straat rondslingeren.
Wanneer we aan onze thuishalte afstappen en buiten het
metrostation komen valt de regen alweer met bakken uit de lucht. In afwachting
en hopende op een opklaring gaan we lekkere empanada’s eten in een barretje
langs de straat, maar het heeft geen zin. Uiteindelijk lopen we dan maar door
de regen terug naar de hostel en kunnen we ons ’s avonds gelukkig toch terug op
straat wagen om iets te gaan eten en deze triestige dag af te sluiten met een
Juan Valdez koffie.
De volgende dag blijven we lui in ons bed liggen
wanneer we de regendruppels alweer op het dak horen kletteren. Vanavond nemen
we de nachtbus richting zee, dus maken we op ons gemak onze rugzakken klaar en
halen daarna de laptop boven om nog een keer met het thuisfront te bellen.