Verslag Colombia

 

Bogota: voor een paar dagen gaan we de sfeer opsnuiven in de hoofdstad van het land.

 

Bijna bevroren van de airconditioning op de nachtbus vanuit San Agustin komen we ’s morgensvroeg toe in de enorme busterminal van Bogota. Omdat het nog donker is buiten gaan we eerst een koffietje drinken en wachten op een iets menselijker uur om ons naar de hostel te begeven. Die hebben we vooraf gereserveerd via internet zodat we ons niet aan een zoektocht moeten wagen. Wanneer de receptioniste op zoek gaat naar onze boeking blijkt er iets misgelopen te zijn en deze keer draait dat in ons voordeel uit. In plaats van in de hostel te slapen boekt ze ons in voor hun gelijknamige hotel achter de hoek en dat aan dezelfde prijs, daar zeggen we niet nee tegen.

 

We hebben nog een hele dag voor ons aangezien we zo vroeg arriveerden en beginnen met een warme douche. Die zorgt ervoor dat half de badkamer onder water staat en het loopt zelfs de kamer binnen. We zitten nu zogezegd wel in een hotel in plaats van hostel, maar we moeten er niet over lopen stoefen. Wanneer we de kraan opendraaien en het water begint weg te lopen komt het naast de douche door de voegen van de tegels, interessant. Bovendien is er nergens een verluchtingsgat en zit onze kleine kamer al snel onder de warme douchedampen.

 

In een liefdadigheidsrestaurantje niet ver van het hotel gaan we ontbijten. Een deel van hun winsten gaan naar de daklozen in Bogota. We bestellen ons een simpel ontbijt van brood met boter, confituur en kaas. Tot onze grote verbazing krijgen we twee hele smalle stukjes brood met een enorm stuk kaas. Die kaas eten ze hier niet tussen hun brood zoals wij maar eten ze zo in zijn geheel op. Een beetje vreemd, maar in combinatie met de aardbeienconfituur smaakt het wel alhoewel de kazen hier nooit echt lekker zijn en wit-grijs van kleur.

 

Daarna gaan we op wandel door het historische centrum van de stad en daarbij komen we langs heel wat knappe gebouwen zoals Catedral Primada, het justitiepaleis, het Capitolio Nacional en het Palacio de Narino. Van het Belgische koppel Marc en Herlinde die we een weekje geleden leerden kennen in Popayan kregen we een goeie tip. Via het toeristinfocenter op de Plaza de Bolivar kan je gratis stadsrondwandelingen regelen die je langs al deze mooie gebouwen brengt. Hoewel we nu toch al veel gezien hadden lijkt het ons wel interessant dus gaan we onze namen opgeven voor een Engelse toer in de namiddag.

Daarna wandelen we zelf nog wat door deze mooie wijk met zijn knappe gebouwen en komen door gezellige straatjes met kleurrijke huizen.

 

Omdat we al een aantal weken rondlopen met een paar souvenirs en prulletjes die we naar huis willen sturen gaan we informeren in het postkantoor naar de prijzen. Die vallen, zoals verwacht, nogal tegen want voor een pakje van 3kg zouden we zomaar even 40 euro moeten neertellen. Als we nu belangrijke dingen hadden moeten opsturen zouden we dat geld ervoor over hebben, maar voor wat rommeltjes vinden we die prijs toch iets te hoog. Bovendien moeten we dan zelf nog op zoek gaan naar een kartonnen doos om alles in te pakken en moeten we een papierwinkel zoeken die een speciaal soort bruin papier verkoopt waarin we de doos moeten verpakken.

 

We staan nog aan het postloket om een paar vragen te stellen wanneer ik plots krampen krijg en bijna in looppas terugmoet naar het hotel. Ik heb geen zin om het eerste het beste eethuisje binnen te lopen en daar dan een vuil toilet aan te treffen zonder toiletpapier. Dus moet Dave me naar huis volgen en dat zijn nog een heel aantal blokken.

De rest van de namiddag geraak ik van het toilet niet meer af. Een kramp wordt onmiddellijk gevolgd door een nieuw toiletbezoek en zo voel ik mijn buik telkens platter worden. Ik vraag me af waarom ik me plots zo slecht voel? Komt het door de hoogte, Bogota ligt op 2.600m en voordien ben ik in Bolivië ook al ziek geweest op deze hoogte. Of komt het door het rare, grote stuk kaas van deze ochtend?

Daar gaat onze stadswandeling die we deze ochtend reserveerden. Dave heeft geen zin om alleen mee te gaan, vooral nadat we zelf al zowat alle gebouwen gezien hebben maar dan zonder uitleg. Ik neem snel twee immodiums, maar voordat die beginnen werken is het te laat voor de wandeling. De rest van de namiddag breng ik in bed door, ik voel met plots zo uitgeput.

Wanneer we ’s avonds gaan slapen besluit Dave eerst nog snel de muggen in de kamer dood te meppen. Daarvoor springt hij van op het bed tegen de muur en ik zeg hem dat hij moet oppassen zodat hij de lattenbodem niet kapot springt. Nee, geen probleem, nog een laatste keer zegt hij. Hij gaat diep door zijn knieën zodat hij hoog genoeg kan springen en met een luide krak landt hij terug op het bed, daar gaan de latten van de lattenbodem aan het voeteinde, oeps !

 

De volgende dag is alles alweer vergeten, het was dus maar weer een ééndagsziekte zoals ik het intussen zelf noem. Daar heb ik de laatste tijd wel eens vaker last van gehad, maar liever zo dan dat het dagen blijft aanhouden. We hebben lekker uitgeslapen en bezoeken op ons gemak de businesswijk van de stad. Die ligt op wandelafstand van de hostel en daar vinden we grote appartementsgebouwen die niet bijzonder mooi zijn. Langs deze wijk ligt een mooi, groen parkje waar we doorwandelen voor we opnieuw richting hotel gaan. Op de terugweg duiken we een koffieshopje binnen om te schuilen voor de regen, maar het houdt niet op voor de rest van de middag. Gelukkig hebben we een gezellige, gemeenschappelijke ruimte in het hotel waar we gratis koffie kunnen drinken en ons bezighouden op de laptop terwijl de regen buiten met bakken uit de lucht komt. Het maakt er ons kleine kamertje niet bepaald minder vochtig op.

 

Op onze laatste dag in de stad is het zonnetje van de partij, maar net vandaag bezoeken we de ondergrondse zoutkathedraal in Zipaquira. Deze kathedraal werd gebouwd in een zoutmijn en kan je bezoeken in een gegidste toer. De wandeling door de mijngangen duurt ongeveer anderhalf uur en alles wat je onderweg ziet bestaat volledig uit zout. Dat is op zich wel knap om te zien, maar al het kerkelijke gedoe er rond is niet echt iets voor ons. In de gangen zijn heel wat kruizen gemaakt die Jesus voorstellen en daarbij vertelt de gids nog een aantal verhaaltjes die ons weinig interesseren. Bovendien zijn alle andere toeristen in de groep Spaanstalig en gaat de uitleg zo snel dat ik amper de helft kan verstaan.

De eigenlijke kathedraal is minder indrukwekkend dan verwacht. Het is een grote ruimte met achter het altaar het grootste ondergrondse kruis ter wereld. Er zijn vier grote pilaren die de evangelisten voorstellen en heel wat houten banken aangezien er hier ook werkelijk misvieringen gehouden worden. Uiteraard is het een hele speciale omgeving en op zich wel knap gemaakt, maar we hebben er een beetje spijt van dat we op deze mooie, zonnige dag onder de grond zitten.

 

Op de terugweg naar het dorpje Zipaquira bezoeken we nog snel het archeologisch museum aan de voet van het zoutpark. We kochten deze ochtend het “all in ticket” en al zijn we geen museumliefhebbers, we gaan toch een kijkje nemen. Het museum is in een mooi, oud gebouw en bevat heel wat mooie stukjes verleden. Deze keer zien we niet de gewoonlijke gebroken potten, maar hele mooie beeldhouwwerkjes en volledige potten met slechts hier en daar een barstje. Er zijn heel wat kleine figuurtjes die mooi zijn afgewerkt en best indrukwekkend zijn. Sinds lange tijd moeten we toegeven dat we plezier hebben beleefd aan het museumbezoek door te kijken naar al dat moois.