Verslag China

 

 Pingyao: het oude stadsgedeelte straalt rust, warmte, gezelligheid en romantiek uit.

 

Op donderdag 20 september kwamen we aan in Pingyao met de nachttrein. We hadden in Datong een hardsleeper geboekt en stelden tot onze verbazing vast dat de trein heel erg proper was en de bedden comfortabel genoeg om de nacht goed door te komen.

Het grote verschil met de treinen waarop we tot nog toe sliepen was de indeling van de coupés. Op de vorige treinen waren het steeds coupés met 4 bedden die afgesloten konden worden door een deur, in dit geval waren er telkens 6 bedden en was er geen scheiding tussen gang en coupés. Wanneer ik me bijvoorbeeld volledig uitgestrekt in bed legde kwamen mijn voeten over de rand van het bed en lagen dus in de gang.

 

Aan het station werden we afgehaald door iemand van het Harmony Guesthouse dat we op voorhand per mail gereserveerd hadden.

Van zodra we het oude stadsgedeelte van Pingyao inreden voelden we dat we hier tot rust zouden komen. Super gezellige straatjes met mooie, oude, vaak houten gebouwen die een wereld van rust uitstralen. Vele van de huizen zijn voorzien van rode lampions die het plaatje afmaken. In de straten liggen vaak nog oude kasseien en dit oude stadgedeelte is volledig ommuurd. De toegangspoorten zijn ’s avonds prachtig verlicht, evenals de hoofdstraten van het oude Pingyao.

 

Één van de specialiteiten van Pingyao zijn de mooncakes. Dit zijn ronde schijven van deeg waarvan de vulling ofwel zout ofwel zoet is. In de zoete koeken zit siroop en maanzaadjes, de zoute heb je in verschillende smaken. Ik proefde er één met een lichte currysmaak en preistukjes, deze was heerlijk. Ze worden overal op straat verkocht en worden de hele dag door vers bijgebakken.

Verspreid in het stadjes zijn tal van groente- en fruitkraampjes en aan souvenirwinkels kom je hier zeker niet te kort.

Ook zijn er heel wat restaurants, het ene al wat meer op toeristen afgestemd dan het andere en dat merk je snel genoeg aan de prijzen.

 

De dagen dat wij in Pingyao waren vond er een internationaal fotofestival plaats. Daarbij kwam het erop neer dat er enorm veel fotografen, waaronder veel amateurs, rondliepen in de stad. Na Peking en Datong waren we het al een beetje gewoon om aangekeken te worden als blanke, maar wat we hier meemaakten sloeg toch werkelijk alles. De eerste dag dat we in de stad rondliepen werden we zeker 50 à 60, misschien nog veel meer, keren gefotografeerd. In het begin is het raar om zo in the picture te lopen, maar je geraakt de aandacht snel gewoon. Maar ook hier worden we bijna altijd stiekem gefotografeerd, éénmaal verscheen er plots een man met een enorme lens vlak voor mijn neus voor een close-up.

Wanneer je echter laat blijken dat je door hebt dat ze je willen fotograferen draaien de meesten zich om en gaan verder zonder een foto te maken, blijkbaar heeft bijna geen een het lef om toestemming te vragen. Wat ook echt lachwekkend was, was de keer dat er wel 5 fotografen tegelijkertijd met hun toestel op ons gericht stonden.

 

Omdat we er even genoeg van hadden om telkens te voet op verkenning te gaan huurden we bij onze aankomst een fiets. Een ideale manier om de stad binnen en buiten de muren te verkennen, wij reden echter enkel doorheen de oude stad met zijn leuke achterbuurten, eeuwenoude huizen en verkrotte woningen. Het is echt de moeite waard om doorheen deze oude buurten te fietsen en het dagdagelijkse leven van de mensen gade te slaan.

Éénmaal gebruikten we onze fiets om 7 km buiten de stad Shuanglin Temple te bezoeken, een ideale tocht om per fiets af te leggen ook al rij je constant langs de drukke autoweg.

Deze tempel bestaat volledig uit hout waarbij ook alle beelden binnenin uit hout gemaakt zijn. Hij ligt in een klein en rustig dorpje waar verder niets te beleven valt. Het complex is op zich niet zo heel bijzonder, alweer een tempel uiteraard, maar doordat het met de fiets bereikbaar is brengt dat een leuke afwisseling.

 

Omdat we de afgelopen weken toch al flink wat afgewandeld hebben en al heel wat fysieke inspanningen leverden trakteerden we ons op een massage. Hiervoor gingen we naar een simpel massage-‘kotje’ aangezien ons backpackerbudget niet veel meer dan dat toelaat. Ik kreeg daar een fameuze beurt door een man die zijn kennis blijkbaar enkel uit de films heeft gehaald. Ik voelde direct dat hij er niet veel van terechtbracht, maar wat kan je meer verwachten als je slechts  € 3 voor drie kwartier betaalt? Dave had meer geluk, hij werd verwend door de zachte handen van een vrouw.

 

Kort samengevat: we hebben enorm genoten van de rust in Pingyao. Dit is absoluut een ideale stad om even bij te komen en niets te doen buiten wat rond te wandelen in de steegjes.

In die zin is dit een goede bestemming om de batterijen weer op te laden, maar vooral ook het authentieke karakter is eens wat anders dan de vele grootsteden die wij bezoeken in China.