Verslag China

 

 Datong: de stad die te midden van de steenkoolindustrie ligt.

 

Dat Datong een grauwe, grijze stad zou zijn omwille van de steenkoolindustrie is ons niet opgevallen. Onderweg zie je vanuit de trein inderdaad heel wat fabrieken en hopen steenkool, maar eens in het centrum van deze stad merk je hier niets meer van.

Het stationsplein is trouwens vrij gezellig en de rest van de stad is een bezoek waard. Ook hier weer heel wat eetgelegenheden, kledingwinkels, gezellige zijstraten met kraampjes,… De stad op zich is geen aanrader om te bezoeken, maar als je er dan toch bent hoef je niet in je hotelkamer te blijven zitten.

 

Datong ontving ons op 17 september met een flinke regenbui. Omdat we geen zin hadden om in dit regenweer op zoek te gaan naar een slaapplaats stapten we binnen in het CITS, zij bevinden zich in het treinstation. Bij CITS kan je terecht om uistappen te boeken (tours), slaapplaatsen, vervoer,… Bovendien hadden we gelezen dat als je via hen boekt, je een korting krijgt op je hotelkamer en dus goedkoper uit bent dan wanneer je rechtstreeks reserveert.

Zo kwamen wij terecht in het Feitian Binguan Hotel, de eerste keer sinds het begin van onze reis dat we in een hotel logeerden. En, we betaalden voor deze dubbele kamer met eigen badkamer maar 2 euro per nacht meer dan onze kamer in Peking.

De bedden sliepen zalig, een zachte matras en een dikke dons. Er was TV op de kamer, de airco hebben we niet getest. De badkamer was wel verouderd, maar kon ermee door. Alleen liet het warme water het de laatste twee dagen soms afweten.

 

Na een heerlijke nachtrust stonden we op met alweer gietende regen. Omdat we maar 2 nachten in Datong wilden blijven moesten we dus wel op uitstap gaan, regen of niet. We planden om vandaag het hangende klooster te bezoeken en eventueel de houten pagode. Voor ik hierover verder ga, een klein stukje over het opvoeden van peuters in China.

 

In China dragen alle peuters die nog niet zindelijk zijn een broekje waarvan het kruis volledig is opengeknipt. Dit is voor hen een schitterend alternatief op de dure pampers. Onder dat broekje draagt de peuter dus niets met als voordeel: wanneer die kleine een plasje of kakje moet doen hurkt hij gewoon neer en laat alles de vrije loop. Waar dat gebeurt heeft geen belang.

 

Voor de eerste keer dragen we vandaag onze regenjassen, toch geen overbodige luxe in dit regenweer. We besluiten de uitstap volledig zelf te regelen en op zoek te gaan naar vervoer, volgens onze reisgids konden we vlak voor ons hotel in het oude busstation de bus nemen. Omdat we er niet aan uit geraken welke bus de juiste is informeren we bij een Chinese vrouw. Zij zet ons op een bus die ons brengt naar het andere busstation in Datong, van daaruit moeten we verder reizen naar het Hangend Klooster.

 

We wandelen het Regional Bus Statoin binnen en worden aangesproken door een Chinese man, hij wil ons blijkbaar helpen om een ticket te kopen en gaat mee tot aan het loket. Daar babbelt hij met de vrouw achter het loket en neemt ons daarop mee naar buiten. Hij leidt ons tot aan zijn eigen busje en vraagt na heel wat gezever 40 yuan voor ons beiden om naar het Hangend Klooster te rijden. Omdat wij in onze Lonely Planet lezen dat de rit slechts 8Y zou kosten stappen we uit en gaan opnieuw het busstation binnen om een officieel ticket te kopen. Dit blijkt echter 50Y voor ons beiden te kosten, we begrijpen nog steeds niet hoe dit kan en vragen ons af of het wel de echte officiële prijs is hoewel het op het ticket gedrukt staat.

 

Al matig geïrriteerd stappen we op het busje, we zijn nog geen 10 min. aan het rijden of we stoppen al voor een dikke 20 min. tot de chauffeur genoeg volk bijeen heeft om met een volle bus verder te rijden tot de eindbestemming. Zoiets gebeurt hier wel vaker, met halfvolle busjes wordt hier niet gereden, ze laten je nog liever een uur wachten tot alle zitjes volzet zijn.

Naast mij komt een moeder met haar zoontje zitten,  een peuter met zo’n typisch broekje met gescheurd kruis (daarvoor heel even bovenstaande verklaring over het Chinese pamperalternatief). Opeens hoor ik ‘water lopen’, ik kijk opzij en kan nog net mijn voet verzetten. Die kleine zit op mama’s schoot en plast in de gang van de bus, toch handig zo’n broekje. En wat me dan nog het meest verbaasde is dat iedereen dat blijkbaar doodnormaal vindt, niemand reageert hierop en we rijden verder met een plas in de gang van onze bus.

Ook op de terugreis zien we weer een toppunt van Chinese hygiëne. Een oudere vrouw zit lekker in haar neus te peuteren en veegt haar ‘vangst’ aan het doekje van de hoofdsteun voor haar.

En dan nog maar te zwijgen over al dat rochelen in het openbaar, van zodra we iemand horen ratelen gaan we al een stapje opzij om de opkomende en rondvliegende slijmen te ontwijken.

Chinezen snuiten ook hun neus op deze manier, het lijken allemaal wielrenners als je ze bezig ziet, proper is wat anders.

 

Voor ik nu eindelijk ga vertellen wat we van het Hangend Klooster vonden toch nog even vermelden dat we tijdens de busreis ernaartoe opmerkten dat alle locals slechts 15Y betalen. Zij betalen bij het opstappen van de bus en kopen dus niet van tevoren een ticketje zoals wij. Dus stellen wij ons alweer de vraag: hoe officieel was het ticketje dat wij daarstraks aan het busstation kochten???

Nu we de effectieve prijs wisten lieten we ons niet doen, op de terugreis betaalden ook wij 15Y ipv 50Y !!

 

Bij onze aankomst aan het Hangend Klooster regende het nog steeds. We merkten op dat het klooster veel kleiner is dan wat we verwacht hadden, maar het ligt in een prachtige omgeving.

Zoals de naam het doet vermoeden is dit geen gewoon klooster, het is volledig uit hout gemaakt en in de rotsen gebouwd waardoor het lijkt alsof het aan de rotsen hangt. Alle gebouwtje, die in elkaar overlopen met houten trappen, steunen op enorme houten halen en krijgen ook steun van de rotsen waarop ze gebouwd zijn.

 

Er staan prachtige Boeddhabeelden en ook mooie, gekleurde beelden van krijgers in hout.

Het is er gezellig rondlopen in de smalle gangetjes, bovendien heb je een mooi uitzicht omdat je op ongeveer 50 meter hoogte zit.

Ook al is het klooster niet zo heel groot, wij vonden het absoluut de moeite waard om het te bezoeken. Het is echt iets apart en de omgeving maakt het plaatje compleet.

Na onze bezoek aan het klooster wilden we in principe nog naar de Houten Pagode. Bij navraag ter plaatse bleek deze echter nog eens 70 km verderop te liggen en rijden er geen bussen in die richting. Een taxi wilden we niet betalen voor zo’n afstand, bovendien zouden we van daaruit dan ook nog eens terug naar Datong moeten geraken.

Zo besloten we om de Houten Pagode te laten voor wat het was en onmiddellijk terug te keren naar Datong.

 

Omdat we vroeger dan verwacht terug in de stad waren, en het intussen gelukkig terug zonnig was, wandelden we naar het Nine Dragon Screen. Gelukkig was de inkom hiervoor niet erg duur, want het stelde echt niets voor. Een gewone muur, 45m lang – 8m hoog en 2m dik, met uiteraard 9 draken erop afgebeeld. Het was niet eens zo bijzonder om te zien, dus zetten we ons hier neer voor een picknick (een boterhammetje met een banaan, lekker !) zodat we toch niet helemaal voor niets het entreegeld betaalden.

 

Vandaag kwamen ook Steven en Stefanie aan in Datong, omdat het elke keer weer gezellig is met ons 4-tjes spraken we af om samen te gaan eten. Na zo’n 10 dagen China beginnen de noodles wel wat tegen te steken, gelukkig vonden we in Datong een Italiaans restaurantje. We genoten van een simpele pasta en een minestronesoepje en sloten de avond af met een aantal B52 cocktails in de Habitat bar.

 

Onze tweede dag waren de weergoden ons beter gezind. ’s Ochtends was het nog kil en waaide er een fris briesje, maar tegen de middag begon het aardig warm te worden.

Vandaag bezoeken we het hoogtepunt van onze tussenstop in Datong, de Yungang grotten. Alweer wilden we er op eigen houtje geraken, gelukkig bleek dat vandaag veel simpeler te zijn dan gisteren. Aan het busstation naast het stationsplein vertrekt bus 3-2 die voorbij de grotten rijdt. We hoefden niet over te stappen en het ritje kostte ons slechts 5Y en duurde 50 min.

 

De eerste grot waar we binnengingen vielen onze monden al open van verbazing. Wat een knappe Boeddhabeelden !! Het grootste beeld is 18 meter hoog en heel indrukwekkend. Verder zijn er ook heel wat grotten waar je kan zien dat de beelden nog maar voor een stuk uitgehouwen werden. In sommige grotten werd veel kleur gebruikt, andere grotten staan dan weer bomvol met mini boeddhabeeldjes.

Alleen al hiervoor is een tussenstop in Datong de moeite waard. Wij vonden het absoluut geweldig en hebben genoten van de pracht van de beelden en de manier waarop dit allemaal werd verwezenlijkt.

 

De rest van de namiddag wandelden we nog even door het centrum van Datong en zochten we een internetcafé op om onze nieuwe verslagen en foto’s door te sturen.

Deze avond namen we de nachttrein naar Pingyao die vertrok om 22u50.