Verslag Cambodja
Aan de grens met
Cambodja verwachten we ons aan problemen aan de immigratiepost: we lazen al
meerdere verhalen van afzetterij en bedrog.
Op de 100ste dag van onze reis stonden we
op om 4u30 ’s morgens om onze trein naar Cambodja te halen. Na bijna 6u stonden
we aan de grens, daar geraakten we vlotjes voorbij de immigratiedienst van
Thailand. Nu verder naar deze van Cambodja waarvan we al heel wat verhalen
lazen van mensen die werden afgezet door de officiële ambtenaren of bedrogen
door Cambodjanen die zogezegd willen helpen. Wonderwel geraakten we ook hier
door zonder enig probleem, maar hoorden wel dat de groep achter ons gedwongen
werd om meer te betalen voor het visum dan de officiële prijs.
Met ons visum in handen moesten we nog een stempel
halen bij de Arrivals, een gebouw zo’n 300 meter verder. Hier werd ons paspoort
nog een keer grondig gecontroleerd, de man achter het loket was blijkbaar erg
gefascineerd door de andere visums in ons paspoort en bleef hier maar doorheen
bladeren. In nog geen half uurtje waren we de grensposten gepasseerd. We
zochten een koppel die een taxi wilden delen en waren na 3u30 al in Siem Reap.
Tijdens deze rit zagen we al prachtige landschappen,
je kan echt kilometers ver zien over de rijstvlaktes waar af en toe een
palmboom opduikt en waar het gras mooie groenschakeringen heeft van sappig vers tot donkergroen.
Zoals wel vaker gebeurt probeerde ook deze
taxichauffeur ons af te zetten aan de rand van de stad waar een hoop tuk tuks
je staan op te wachten, we zouden dan gratis met een tuk tuk mogen meerijden
want onze taxichauffeur probeerde ons wijs te maken dat hij de stad niet in
mocht met een vuile auto. Dit leek ons meer een goedkope uitvlucht, waar worden
er in godsnaam boetes uitgeschreven voor het rijden met een vuile auto? We
wisten dat dit kon gebeuren, dus wimpelden we zijn aanbod voor een gratis tuk
tuk af, in dat geval zouden we naar een guesthouse van hun keuze gebracht
worden waar zij dan de commissie opstrijken en daar hadden we geen zin in. Dus
zeggen we onze chauffeur dat hij gewoon moet doorrijden en ons afzetten op de
plaats waar we hadden afgesproken. Na wat gezeur reed hij dan toch zelf verder,
maar passeerde (voor de schijn?) toch eerst via de carwash om zogezegd geen
boete te krijgen van de politie voor zijn vuile auto.
Eens we in Siem Reap een guesthouse hadden gevonden
zochten we een internetcafé om onze mails te checken, we wisten dat Steven en
Stefanie, het koppel dat we in Rusland leerden kennen, in de buurt waren. Zij
verwachtten ons blijkbaar al en zaten te wachten in de bar van hun guesthouse.
Zo vierden we samen onze 100ste reisdag met een cocktail.
De volgende ochtend ontbeten we samen, huurden daarna
een fiets en reden naar de plaats waarvoor je naar Siem Reap komt: Angkor. 6 km
buiten de stad begint het domein waarin zich Angkor Wat bevindt, dat was ineens
ook de eerste tempel die we bezochten.
We kenden het gebouw min of meer van op postkaarten en
affiches, maar waren toch onder de indruk. Angkor Wat is de grootste tempel uit
dit gebied dus wandelden we hier een hele tijd rond voor we weer verder
fietsten. ’s Middags aten we aan één van de vele kraampjes die zich aan de
tempels bevinden en werden bestormd door kinderen met het menu van hun kraampje
in de hand.
We besloten om vandaag de lange toer te doen en al
zoveel mogelijk te zien. Bij onze tweede stop waren we nog meer overdonderd dan
bij Angkor Wat. Bayon is een prachtige tempel waar 216 gezichten in de pilaren
verwerkt zijn. Ook hier bleven we een hele tijd naar dit indrukwekkende gebouw kijken alvorens we weer op de fiets
stapten. De drie stops die daarop volgden werden steeds korter aangezien we nog
heel wat kilometers moesten afleggen. Telkens werden we verrast door de mooie
tempels, ook al zijn er van sommige niet veel meer over dan een ruïne.
Toen het begon te schemeren hadden we nog een goeie 15
kilometer te gaan voor we thuis waren. Dat op onverlichte wegen en zonder dat
wijzelf een licht hadden op onze fiets, eigenlijk niet verantwoord maar we
hadden geen keuze.
We sloten deze eerste dag Angkor, we kochten een
driedagenpas, af met een happy pizza. Dit is een specialiteit van Cambodja waarbij
er marihuana verwerkt wordt in je pizza. Wanneer je deze geserveerd krijgt zie
je inderdaad een vreemde kleur in je pizza, maar meer happy werden we er toch
niet van. Het enige wat we voelden is dat we heel erg slaperig werden, het
duurde dan ook niet al te lang voor we in ons bed lagen.
De volgende ochtend zochten we een tuk tuk die ons
naar Beng Mealea wilde brengen, één van de meest mysterieuze tempels van Angkor
die 80 km buiten het centrum van Siem Reap ligt. Voor de ultieme Indiana
Jones-ervaring moet je hiernaartoe omdat deze tempel nog in junglegebied ligt.
Pas in de helft van dit jaar werd dit gebied ontmijnt
met de hulp van Duitsland.
Na bijna 2u rijden komen we aan de ingang van het
domein, hier moeten we alweer 5 dollar per persoon bijbetalen, deze tempel is
niet inbegrepen in onze 3-dagenpas van Angkor waarvoor we al 40 dollar moesten
neertellen.
De tempel is inderdaad leuk om te bezoeken aangezien
de jungle rondom rond niet volledig werd weggekapt zoals wel het geval is bij
de andere tempels binnen Angkor. Het is een grote ruïne waarbij je over de
rotsblokken moet klimmen om hem te kunnen bezoeken, gelukkig zijn er gidsen die
je de weg tonen. Stukken van de ruïnes zijn overgroeid door bomen wat het
Indiana Jones gehalte flink doet stijgen.
Deze dag sloten we af met een gesponsord etentje in
“The Red Piano”, nog voor we ons eten bestelden regelden we al een foto met de
eigenaar van dit restaurant en was onze opdracht geslaagd. We genoten ervan om
lekker en uitgebreid te tafelen en dronken de heerlijke “Tomb Raider Cocktail”,
dit was de favoriete cocktail van Angelina Jolie toen zij hier kwam dineren en
bestaat uit Cointreau met limoensap en tonic.
Op onze derde “Angkordag” zochten we een nieuwe tuk
tuk, gisteren hadden we een akkoord gemaakt met onze tuk tukker om ons 2 dagen
rond te rijden, maar toen we ’s avonds afrekenden voor de eerste dag vroeg hij
extra geld voor zijn familie. Dat wilden we niet geven, stel dat hij dan de
volgende dag niet zou opduiken, dan waren wij ons geld kwijt. Daarop reed hij
boos weg en zoals verwacht was hij deze ochtend niet op de afspraak.
Gelukkig vonden we voor hetzelfde bedrag dat we
gisteren hadden onderhandeld een nieuwe chauffeur.
We starten met een bezoek aan het Land Mine Museum. De
oprichter hiervan was vroeger zelf een soldaat en heeft enorm veel mijnen zelf
geplaatst, nu doet hij het tegenovergestelde en graaft hij de mijnen op om ze
te ontmantelen. In dit museum zie je welke verschillende soorten mijnen en
bommen er gebruikt werden tijdens de oorlog en je ziet foto’s en verhalen van
enkele slachtoffers hiervan.
Na dit bezoek rijden we nog een uur verder en komen
aan Kbal Spean, een plek in de jungle waar er zich in de rivierbedding rotsen
bevinden die uitgekerfd werden. We zagen hier heel wat afbeeldingen die we in
de verschillende Angkor tempels hadden gezien, indrukwekkend om dit terug te
vinden op zo’n afgelegen plek te midden van de jungle.
De wandeling door de jungle tot aan de rivierbedding
is op zich al mooi en de moeite waard. We worden er echter op gewezen om niet
van de paden af te dwalen aangezien we ons in mijngebied bevinden.
De laatste tempel die we bezoeken met onze
driedagenpas is Banteay Srei. Hiervan wordt gezegd dat hij gemaakt moet zijn
door een vrouw omdat de tekeningen zo zorgvuldig en gedetailleerd werden
uitgekerfd. Deze tempel is heel erg goed bewaard gebleven en is inderdaad
prachtig, hij behoort zelfs tot één van de meest verfijnde uitgraveringen ter
wereld.
Lang genieten en rondkijken is er niet bij want er
stopt een bus Japanners en van zodra zij uitstappen is de hele omgeving van
hen. Ze lopen constant voor je voeten, ze worden aangetrokken door je
fototoestel want van zodra je dat bovenhaalt staan ze vlak voor de lens en blijven
lekker in de weg staan.
Ons plan was om deze laatste Angkordag af te sluiten
met de zonsondergang aan Angkor Wat, de wolken beslisten daar echter anders
over. Een goei uurtje voordat de zon zou ondergaan kwamen er dikke, witte
wolken die de zon volledig verstopten en ons letterlijk en figuurlijk in de kou
lieten staan.
Het is al weken geleden, maar we kunnen terug een
t-shirt met lange mouwen gebruiken. ’s Avonds koelt het heel erg af en is het
te kil om in short te blijven lopen.
Omdat we sinds onze aankomst in Siem Reap altijd volle
dagen uit de stad waren om de tempels te bezoeken besloten we nog een extra
nachtje hier te blijven. We ontdekten een heel gezellige avondmarkt met een
toffe bar achterin. In Siem Reap vind je heel wat leuke restaurantjes en bars
waar je kan bijkomen na een drukke dag van tempelbezoeken.
We laten ons nog een keer verwennen met een
voetmassage, voor amper 4$ per persoon lig je hier een uur te relaxen.
Siem Reap was een heel erg geslaagde start, uiteraard
zijn de tempels van Angkor een grote troef maar ook de stad op zich is gezellig
en leuk vertoeven.