Verslag Bolivië
Problemen
in Bolivië zorgen ervoor dat alle transport van en naar het land lam ligt.
Overal zijn er wegblokkades, manifestaties, protest alom en we vernemen dat er
intussen ook al doden zijn gevallen.
In ons laatste verslag van Paraguay kon je lezen dat
we op geen enkele manier aan vervoer konden geraken en uiteindelijk al stappend
het land moesten verlaten. Na 1u15min kwamen we aan de Paraguayaanse douane en
een paar meter verder ligt de grens met Bolivië. Op dat punt verandert de
asfaltweg in een zandweg met niets dan putten en stenen, maar we moeten
doorzetten. We zijn enorm blij wanneer we de grens overwandelen, maar voor een
stempel in onze paspoorten zullen we nog wat geduld moeten hebben. De immigratiepost
ligt nog eens een 65-tal kilometer verder en voorlopig zullen we dus nog een
aantal dagen al zwervend moeten doorbrengen aangezien we onze exit-stempel voor
Paraguay al een paar dagen op zak hebben.
Na nog eens 1u45min puffen, blazen en afzien onder de
hete zon komen we aan een klein boerderijtje waar we een fles cola kunnen
kopen. Het doet goed om iets in onze magen te hebben want van de hele dag
hebben we nog niets gegeten. We spreken onze laatste voorraad toastjes aan,
maar vinden de kracht niet meer om de laatste 4km tot aan het militaire kamp
van Bolivië af te leggen. Tegen een kleine vergoeding laten we de boer ons
brengen, alweer achterin de laadbak van zijn vrachtwagen.
Alweer met grote vragende ogen, maar nog eens zo
hartelijk als gisteren worden we door “el jefe” ontvangen met een glimlach en
een kus. We vertellen hem over de laatste twee dagen en hoe lastig we het deze
ochtend hadden om te wandelen met onze zware rugzakken en even later komt hij
met blikjes bier aanzetten. Ook hij vertelt ons dat er de laatste twee weken
amper verkeer is gepasseerd en dat hij er geen idee van heeft wanneer deze
situatie opgelost zal geraken. Hij nodigt ons uit voor de lunch en de soep is
super lekker. Opnieuw krijgen we een slaapplaats toegewezen, deze keer iets
minder comfortabel dan die bij de Paraguayaanse militairen. Ik en Dave krijgen
een klein kamertje met twee griezelige matrassen op de grond, maar we zijn
uiteraard al heel erg blij dat we mogen logeren en eten zonder ook maar iets te
moeten betalen. Stromend water is er niet en het toilet/douche is al even vuil
en stinkt al even erg als in het vorige kamp. Drinkwater halen we uit een grote
plastieken ton die in de tuin staat en je ziet groene wolkjes drijven in je
fles nadat je ze gevuld hebt. Ook elektriciteit is er niet en ’s avonds brandt
er maar één lichtje dat volgens ons werk op zonne-energie. We hebben er totaal
geen benul van hoeveel dagen we hier nog zullen moeten doorbrengen maar
Armando, el jefe, heeft er geen probleem mee en geniet van het gezelschap.
In de namiddag krijgen we een bizar voorstel: “heb je
zin om te gaan schieten?” We verzamelen een hoop blikjes en Armando neemt ons
mee naar het bos achter het kasteeltje. Dat noemen we zo omdat de militaire
post werd opgebouwd als een kleine burcht met schattige schiettorentjes. Op een
platliggende tak worden de blikjes opgesteld en één voor één mogen we ons geluk
wagen met een kanjer van een Colombiaans geweer dat schiet met 7,62mm kogels.
Ik krijg er gelijk kippenvel van, zeker wanneer Dani zich onbewust omdraait en
met het geweer in onze richting wijst. Het afvuren zorgt voor een hard lawaai
en als je nog nooit met zo’n ding hebt geschoten verschiet je de eerste keer
fameus van de terugslag. Ik hou het bij één keer vuren want heb veel teveel
schrik van zo’n wapens, Dave slaagt er zelfs in om een blikje te raken maar
houdt er wel 2 dagen een doof oor van over.
Armando vertelt ons dat we moeten oppassen wanneer we
door de bossen wandelen want er zitten veel giftige slangen, ze hebben zelfs antigif
in huis voor het geval iemand gebeten wordt. Op de tweede avond ontdekt Dave
een hele kleine schorpioen aan het kampvuur en het gif van dit dier blijkt
zelfs dodelijk te zijn. Armando gooit hem snel in het vuur en vertelt ons dat
hij ook hiervoor antigif heeft in geval van…
De volgende dag begint alweer het lange wachten, zeker
als je niet weet of er al dan niet een bus, vrachtwagen of wat dan ook zal
passeren. We vervelen ons en zitten de hele tijd voor ons uit te staren naar de
zandweg en hopen op het geluid van aankomend verkeer. Onze dagen hier zijn
lang, we staan rond 6u op en hebben een half uurtje later ontbijt. Dat bestond
vandaag uit een halve, steenharde broodkoek en iets wat ze sultana noemen, een
mengeling van koffie en thee. Omdat er ook voor de soldaten geen werk is in
deze tijd van doodse stilte neemt Armando ons mee naar de krokodillenvijver van
de overbuur, 3km verder. Zo hebben we toch een verzetje en hoeven we niet de
hele dag voor ons uit te blijven staren. Hij is een echte toffe kerel en
probeert ons verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Hij geniet van ons
gezelschap, voor hem ook een perfecte manier om zijn Engels wat op te frissen,
al is hij te verlegen om twee woorden uit te spreken.
In de namiddag spelen we met z’n allen, ons gevijven,
Armando en nog twee andere soldaten (van de in totaal 6) Yahtzee. Zo vliegen de
uren voorbij en is het alweer avond voor we het beseffen. Het koelt vanavond
heel erg af en de jongens zorgen voor een kampvuur. Niet veel later gaan we
onze tweede nacht tegemoet.
Voor de volgende ochtend hebben de soldaten verse
broodkoeken gebakken en dat smaakt heerlijk. Hun voedselvoorraad is er vrijwel
helemaal door, zeker nu ze 5 monden extra moeten voeden en dat drie keer per
dag. Normaal gezien komt er wekelijks een voedseltransport, maar aangezien de
huidige problemen geraakt ook die vrachtwagen niet op zijn bestemming en zijn
de militairen op zichzelf aangewezen.
Samen met Armando wandelen we 4 km terug naar het
boerderijtje waar wijzelf op onze wandelweg naar hier een fles cola kochten.
Daartegenover is een klein winkeltje waar we de hoogstnoodzakelijke dingen
kunnen kopen en aangezien we nu al voor de derde dag op de militairen hun kap
zullen leven geven we hen onze bijna laatste centen om een nieuwe voorraad in
te slaan.
In de namiddag spelen we een partijtje voetbal tegen
de soldaten, maar aangezien wij met drie vrouwen en twee mannen spelen maken we
geen schijn van kans. Het brengt weer wel een leuke afwisseling op onze dagen
van vele uren wachten. Nadien gaan we ons douchen met ijskoud water uit een
ander reservoir dat in de tuin staat. Met een plastieken fles die in de helft
gesneden werd moeten we onszelf behelpen, het heeft eigenlijk wel iets die
primitieve levenswijze.
In de namiddag komt er plots een toeristenbusje
aangereden dat vanuit Bolivië komt, zij blijken de eersten die op de één of
andere manier doorheen de blokkades geraakt zijn ofwel stond de bus gewoon
passagiers op te wachten aan het einde van de blokkade. De Duitse Agnes waar we
nu al een hele tijd mee samen reizen beslist haar spullen te pakken en de
terugweg naar Paraguay in te zetten. Al dagen leeft ze tussen hoop en wanhoop
en ze ziet het niet meer zitten om hier nog langer te blijven wachten. Zo
blijven we nog maar met z’n vieren over, maar wij zien de lange omweg via
Paraguay en daarna eventueel Argentinië of Brazilië echt niet zitten om zo naar
Bolivië te reizen. Bovendien is het niet eens zeker dat je via die landen wel
tot in Bolivië kan geraken en nu we al zover gevorderd zijn willen we
doorzetten.
’s Avondslaat komen er nog twee vrachtwagens aan die
terugkeren vanuit Bolivië. Maar liefst twee weken hebben ze stilgestaan voor de
blokkades en ze moeten nu terugkeren naar Paraguay zonder enige lading, dat
ziet er dus niet al te best uit.
Alweer een dag en nacht zijn er gepasseerd en nog
steeds hebben we er geen idee van wanneer dit zal eindigen. Uit verveling
verzamel ik sprokkelhout dat over het domein verspreid ligt en verder doen we
de hele dag niets dan liggen, hangen en slapen. In de late ochtend is Armando
met de fiets vertrokken om opnieuw voedsel te gaan kopen en we wachten uren en
uren tot hij terugkomt, maar dat gebeurt niet. In plaats daarvan komt er een
jeep aangereden die zijn aankopen aflevert en daarmee beginnen de jonge
soldaten aan onze lunch. De jongens koken trouwens heerlijk, het zijn steeds
hele simpele maaltijden maar met veel smaak.
In de late namiddag roept de overbuur ons vieren tot
bij hem en samen drinken we een biertje langs de rijbaan. Op dat moment komt er
een andere jeep aangereden en Armando stapt stomdronken uit. Wat een zicht, el
jefe on duty in zijn mooie uniform en hij kan nog maar amper op zijn benen
blijven staan. Ik breng hem naar zijn kamer en niet veel later horen we hoe
zijn mengeling van bier, rode wijn en whisky op zijn kamervloer belandt. Even
later zien we hem de keuken inlopen en kraakt er iets tussen zijn tanden
terwijl hij met zijn hoofd op tafel ligt. Nadat hij zijn maag iets of wat
gevuld heeft beland hij in de vuile wc en daar brengt hij al slapend zijn
volgende zatte uren door. Het verschrikkelijkste van al is dat de honden zijn
braaksel smakelijk oplikken.
Tomate is de baas onder de honden, hij wordt ook
ingezet wanneer de militairen op pad gaan om de slechterikken te pakken. Nochtans
is het een hele lieve hond, al wordt hij niet zo graag geflodderd als de
anderen. Dan hebben we Mulla, ook een reu maar hij heeft het bijlage niet zo
voor het zeggen als Tomate. Zijn lieve gezicht staat vol littekens en elke dag
ontdekken we bij hem een nieuwe bijtwonde van het vechten met de andere honden
uit de buurt. Ik vind hem een schat van een beest en vaak komt hij bij mij
liggen. Als ik hurk duwt hij zich heel hard tegen me aan en steekt zijn hoofd
onder mijn arm, ik ben helemaal voor hem verkocht. Dan als laatste hebben we
Chica, ik heb haar zo gedoopt omdat er maar één teefje is en ze nog geen naam
had. Ook een schat van een beestje, maar heel erg mager. We hebben allemaal
medelijden met haar en onze etensresten gaan grotendeels naar haar. Geen van de
reuen waagt het met haar te vechten, ze is tenslotte het enige wijfje en haar
moeten ze te vriend houden.
Ik zou nog bijna vergeten het belangrijkste nieuws te
vertellen. In de namiddag kregen we bezoek van de postbode op zijn bromfiets.
Zijn auto moest hij hiertegen inruilen omdat hij anders niet voorbij de
blokkades kan geraken. Hij vertelde ons dat er deze avond een bus vanuit
Asuncion in Paraguay zal vertrekken en deze zal tegen het ochtenduur de
militaire post bereiken waar wij nu al 4 dagen zitten te wachten op vervoer.
Met die gedachte in het achterhoofd staan we de
volgende ochtend om 6u op, eten onze broodkoek met de sultana drank en nog geen
uur nadat we opgestaan zijn komt de bus er al aangereden. Volledig onverwacht,
want we moeten nog inpakken en hadden niet gedacht dat de bus voor 10u hier zou
geraken. We moeten ons haasten zodat we de andere passagiers op de bus niet te
lang moeten laten wachten en dan holderdebolder afscheid nemen van Armando en
zijn soldaten. Met pijn in het hart moeten we zo snel vertrekken, we krijgen
niet eens de tijd meer om hen fatsoenlijk te bedanken voor de goede zorgen van
de afgelopen dagen. Bovendien hebben we el jefe gisteren de hele dag niet
gezien vanwege zijn drinkfeestje, daar zal hij nu zeker ook spijt van hebben.
Uiteraard kunnen we het risico niet lopen om op een volgende bus te wachten,
wie weet zitten we hier dan weer een paar dagen vast en onze reisklok tikt
verder !
Dave maakt nog snel één van de soldaten gelukkig met
een t-shirt en wisselt met hem van pet. De dagen die we hier hebben
doorgebracht zullen we nooit vergeten en de gastvrijheid en vriendelijkheid van
deze militairen al evenmin.