Verslag Australië - Queensland

 

Van Port Douglas tot Townsville: een hele afstand waarbij we telkens een aantal korte tussenstops maken en gaan cityhoppen.

 

Het is avond wanneer we vanuit Daintree in Port Douglas aankomen en deze keer hebben we niet veel zin om ons een plaatsje in “het wild” te zoeken. Overal onderweg kwamen we al borden tegen met verboden kamperen, hier zijn ze blijkbaar goed voorbereid. Er staan ook boetes op het wildkamperen en dus riskeren we dat liever niet. Bovendien hebben we nood aan een goeie en vooral wat langere nachtrust en daarvoor staan we op een camping ideaal. Het is intussen al meer dan een week geleden dat we nog op een camping sliepen en de luxe van douches en toiletten binnen bereik zijn ook meer dan welkom.

 

Het is nog maar 6u30 wanneer we al met onze ogen open liggen, dat vroeg opstaan went dus wel erg snel. We maken ons op het gemak klaar, werken nog een beetje op de laptop en nemen een laat ontbijt. Daarna rijden we tot het centrum van Port Douglas, dit wordt onze eerste citytrip sinds lange tijd. In dit stadje woont het chique volk en dat zie je aan het soort winkels, restaurants, bars en huizen. Het is er heel gezellig rondwandelen, vlak naast de zee komen we voorbij het meest romantische kerkje ooit gezien, Saint Mary’s by the sea. Het is een klein, wit gebouwtje met mooie glasramen, binnen is het eveneens sober ingericht maar de topper is het grote raam achter het altaar met zicht op zee.

Port Douglas ligt in een baai en we wandelen een fameus steil stuk omhoog naar een uitkijkpunt. Van daar hebben we een goed zicht op de zee die de stad omsluit. Terwijl we verder door de stad slenteren trakteren we ons op een lekkere fruitsmoothie, onze buiken zitten er zo vol van dat we niet eens nog een middagmaal binnen krijgen. Kort maken we nog een ommetje naar 4-mile beach en daarna is het tijd om verder te rijden.

 

Deze middag rijden we tot Kuranda, een klein dorp met de meest spectaculaire waterval, de Barron Falls. Op dat gebied hebben we toch echt geluk om hier in het regenseizoen te zijn, de kracht en hoeveelheid van het water is indrukwekkend. Ook de omgeving is prachtig en dat geheel maakt dat deze waterval zeker in onze top 3 komt.

 

De afsluiter van vandaag is de Mangrove Boardwalk aan de rand van Cairns. We zijn inmiddels volop op zoek naar een plekje waar we ons vannacht kunnen verschuilen en onderweg naar deze wandeling vinden we iets wat ons geschikt lijkt. We bevinden ons op de weg naar de luchthaven en verwachten buiten taxi’s niet al teveel pottenkijkers. Omdat het nog te vroeg is om uit het zicht te staan rijden we wat verder op dezelfde baan tot de boardwalk. Het wordt een leuke wandeling, een beetje mystiek zelfs zo tussen alleen maar mangrovebomen. In het donker zou deze plek geschikt zijn voor de opname van een thriller. Lastiger is dat we intussen de irritante vliegen geruild hebben voor muggen. We moeten zelfs de mangrove ontvluchten omdat het hier stikt van die zwarte zoemers en we worden zowat opgevreten. Hoe stom kunnen we zijn om geen muggenmelk te gebruiken, goed wetende dat het op deze plaatsen bomvol zit. Het resultaat is dat ik op mijn benen alleen al 47 beten heb en zot wordt van de jeuk.

 

Na ons zoveelste nachtje wildkamperen aan de luchthavenlaan zijn we voor 6u al wakker om ons bed op te breken. Het is nog te vroeg om de stad Cairns te gaan verkennen en dus rijden we naar de Flecker Botanical Gardens want daar tegenover willen we de wandeling maken naar de Centenary Lakes. Eigenlijk vinden we het zalig om zo vroeg al op de been te zijn, zo kunnen we in alle rust rondwandelen. Het wordt een leuke ochtendwandeling waarbij we de vogeltjes horen wakker worden. Daarna ontbijten we op de parking en zien het leven in Cairns op gang komen. Heel wat auto’s komen aangereden en telkens stapt er iemand uit in sportkledij, dit park blijkt heel wat aantrek te hebben van joggers.

 

Rond 10u komen we toe in Cairns waar we beginnen met een wandeling over de esplanade. Het bevalt ons hier wel, de stad is er proper en modern en straalt een perfect vakantiesfeertje uit. Er is een mooi strand, maar ook hier is het verboden te zwemmen vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke kwallen en krokodillen. Iets voor de haven is er een mooi zwembad gemaakt, had ik er maar aan gedacht om ons zwemgerief mee te brengen. Voor de eerste keer sinds dagen schijnt het zonnetje weer en is het lekker heet, een frisse duik had ons wel deugd gedaan. We wandelen verder langs de haven waar een heel pak jachten en zeilboten liggen, bij het zien ervan begin ik al weg te dromen.

 

Iets wat we dringend geregeld moeten krijgen zijn de vluchten die we binnenkort nodig hebben. Nu we in een grote stad zijn zoeken we een internetcafé op en gaan aan het werk. Maar liefst 4u heeft het geduurd om het web af te zoeken naar de goedkoopste vluchten. We zijn erg opgelucht wanneer we buitenstappen met 3 vluchtbevestigingen in de hand. Van Sydney vliegen we naar Christchurch in Nieuw-Zeeland en 6 weken later vliegen we naar het exotische Raratonga op de Cookeilanden. Daar blijven we een weekje waarna we terugkomen naar Auckland voor onze vlucht naar Chili in Zuid-Amerika. Een hele boterham en onze visakaart heeft weeral zijn nut bewezen.

Ons hoofd staat zowat op ontploffen na al dat puzzelen en zoeken en het enige waar we nu zin in hebben is verder rijden.

 

De avond eindigt in Babinda. We gaan langs het tourist info center en laten ons daar overtuigen om alsnog The Boulders te bezoeken. Het ligt slecht een 10-tal kilometer uit het dorp en bovendien is er een gratis camping. Het begint te miezeren wanneer we één van de vijf plekjes op de camping innemen, maar toch beginnen we nog aan de korte wandeling naar the boulders. Hier stroomt de rivier tussen kanjers van rotsblokken, de stroomversnelling is zo sterk dat het wel een roetsjbaan lijkt en het water zoekt zich een weg langsheen de grote rotsen. Het water komt vanuit de bergen en dat maakt dat de kleur heel helder blauw-groenig is, dankzij de vrouw van het info hebben we dit toch ook weer gezien.

De gratis camping is mooi gelegen in een groene omgeving vlakbij de rivier, we horen het water stromen. Het is zelfs het mooiste plekje waar we tot nu toe gestaan hebben en dat met toiletten en douches ter beschikking. In deze omgeving fladderen heel wat grote vlinders, de mannetjes zijn zwart met felgroen en de grotere vrouwtjes zijn zwart met felblauwe kleur. Jammer dat ze geen seconde blijven stilzitten voor een foto.

 

De hele nacht heeft de regen gekletterd op het dak van de camper, ik werd er meermaals wakker van. De douche deelde ik met een aantal insecten en een dikke, zwarte spin. Moest ik die thuis in de badkamer tegenkomen zette ik er geen stap binnen, hier zat ze van op een paar centimeter toe te kijken. Tijdens deze reis heb ik al een aantal angsten overwonnen waaronder zelfs mijn hoogtevrees dat al voor een groot deel verminderd is.

Terwijl we onze watertank staan te vullen geraken we aan de praat met onze buurvrouw van vannacht, een Australische. We vertellen haar dat we zo graag de kasuaris zouden zien en zij bezorgt ons een gouden tip.

 

De eerste stop van de dag wordt aan de Josephine Falls, de zoveelste waterval die we zien op een paar dagen tijd maar daarom nog steeds niet minder spectaculair. Het water komt over grote, brede maar vooral vlakke rotsen naar beneden gestroomd in verschillende verdiepen. Ook hier zijn de stromingen veel te gevaarlijk om te zwemmen en hebben ze zelfs al mensenlevens gekost.

 

Op aanraden van de Australische vrouw maken we een korte omweg naar Etty Bay dat iets onder Innisfail ligt. Volgens haar is de kans hier groot om de kasuaris in het wild te zien. Het is alweer beginnen regenen en we hebben geen zin om over het strand te wandelen en besluiten in plaats daarvan eerst een pistoletje te eten in afwachting van de grote vogel. Bijna 2u hebben we zitten wachten zonder enig succes, maar dan plots duikt er eentje op aan de toiletten. Ik houd mijn boodschap even in en ren terug naar de camper om het fototoestel te nemen. Voorzichtig gaan we achter hem aan, deze grote vogel zou wel eens agressief kunnen worden. Ze hebben enorme poten met grote tenen en een dodelijke nagel. Ze kunnen met beide poten tegelijkertijd stampen en het zijn snelle lopers, om dan nog maar te zwijgen over die nagel. Voorzichtig sluipen we dichter en het dier blijkt er niet mee in te zitten. Ik neem tientallen foto’s in de hoop dat er toch een paar goeie tussenzitten.

 

Super blij dat we de kasuaris gezien hebben zetten we onze tocht verder tot Mission Beach.

Onderweg rijden we langs enorme bananen- en suikerrietplantages. We stoppen nog eens aan een fruitstalletje aan de kant van de weg en kopen er 5 verse bananen voor amper €0,60.

Omdat het alweer laat is maken we enkel nog een kleine wandeling op Bicton Hill waar we een zicht hebben over zee. Ik loop van het ene spinnenweb in het andere en krijg het er fameus van op de zenuwen, kunnen die stomme beesten echt niet ergens anders gaan wonen dan in het midden van het wandelpad. Een goei anderhalf uur hadden we nog om heen en weer te geraken, de wandeling vonden we niet speciaal een topper. Volgens de man uit het info center zou hier de kasuaris te vinden zijn, maar buiten spinnen zagen we niets.

We parkeren ons op een rest area aan de hoofdweg, hopelijk passeren er vannacht niet al teveel zware vrachtwagens. Voor een ontspannen afsluiter van de dag ontkurken we ons eerste flesje mangowijn en bekijken we wat we morgen zullen doen. Terwijl Dave buiten naast de camper staat af te drogen vliegen er honderden fruitvleermuizen over, wat een spektakel.

 

’s Morgens worden we gewekt door geloop naast de camper, een koppel is bezig met hun kraam op te stellen en het is nog maar amper 6u30. Ze verkopen allerlei koffie’s, warm en koud, muffins, pies, hotdogs en blijkbaar staan we op hun vaste plaats.

Nog voor 7u rijden we de parking al af en gaan we op weg naar onze eerste wandeling van vandaag, Lacy Creek. Hier zouden we alweer de kans moeten hebben om de kasuaris te zien in zijn natuurlijke omgeving en in volle verwachting gaan we op pad. In het eerste stuk van de wandeling staan allemaal bomen bij elkaar waarvan de vruchten gegeten worden door de kasuaris, jammer genoeg is er geen met grote honger want we zien geen beweging. We maken de rest van de wandeling af en krijgen enkel het gezelschap van bloedzuchtige muggen en voor die beesten waren we nu net niet gekomen. Zoals we wel vaker doen nemen we ontbijt na een ochtendwandeling, daarna gaan we nog een keer kijken of de kasuarissen intussen honger gekregen hebben, maar er is nog steeds niets te zien.

 

Een beetje teleurgesteld rijden we de parking af, gelukkig zagen we er gisteren toch ééntje aan Etty Bay. Een paar honderd meter verder komt er een vrachtwagen uit de tegenovergestelde richting die ons meermaals teken doet met zijn lichten. Kort daarna merken we de kasuaris op die in het midden van de rijweg staat, we zetten ons langs de kant van de baan en proberen een aantal foto’s te maken terwijl hij het bos inloopt.

 

Ons bezoek aan Mission Beach ronden we af met de korte Fan Palm Boardwalk in het Licuala State Forest NP. Een mooie omgeving met de knappe palmbomen waarvan de bladeren een paraplu vormen. Hier zien we op het wandelpad regelmatig de uitwerpselen van de kasuaris liggen, maar ook deze keer krijgen we niet meer te zien van het dier.

 

Nog voor de middag vertrekken we uit deze streek en rijden we naar Ingham voor de Wallaman Falls, de hoogste single waterval uit Australië die gelegen is in het Girringun NP. Daarmee hebben we naast de breedste, de Millstream Falls, dus ook de hoogste gezien.

Zoals wel vaker kan je met de auto helemaal tot aan het uitkijkpunt rijden en hoef je dus niet al teveel inspanningen te leveren als je daarin geen zin hebt. Van bovenaf ziet de waterval er erg spectaculair uit, met een hoogte van 268m duurt het bijna 10 seconden voordat het water helemaal tot beneden stroomt. De kloof rondom rond is eveneens indrukwekkend met hoge, gladde flanken in verschillende tinten. Na alle korte wandelingetjes van de laatste dagen hadden we zin in wat activiteit en daarom wandelden we via de Jinda walk tot beneden aan de waterval. Het is maar 3,2km maar aangezien de waterval bijna 300m hoog is moet er fameus gedaald worden en daarna volgt de hele klim terug naar boven. We zetten er flink de pas in maar moeten goed opletten op de natte stenen en maken af en toe een schuiver. Eens beneden heb je een fantastisch zicht en word je nat van het opspattende water dat met een serieuze kracht naar beneden dondert. Daarna volgt de zware klim terug naar boven, het doet deugd om nog een keer de laatste krachten uit je lichaam te persen. Op amper een halfuurtje staan we terug aan de auto, volledig in het zweet en onze t-shirts kan je uitwringen. Het geeft een zalig gevoel wanneer je aan het eindpunt komt, onze conditie is er een pak op vooruit gegaan sinds we in Australië zijn.

Aan de kleine lavabo van de toiletten gaan we ons een beetje opfrissen, we willen geen vuile blikken wanneer we als twee stinkerds de supermarkt binnenwandelen.

Wanneer we het park verlaten zien we vandaag onze tweede kasuaris en ook dit exemplaar loopt op straat. Tijdens de wandelingen hebben we geen geluk maar vanuit de auto des te meer.

 

In het stadje Ingham doen we nog snel wat boodschappen en rijden daarna verder naar de Jourama Falls die zo’n 30km verder liggen. Het is al laat in de namiddag, maar we veronderstellen dat er ook deze keer niet ver gestapt moet worden om de waterval te zien. Daar bleken we ons een beetje mispakt te hebben, de wandeling is een dikke kilometer enkel. Omdat het binnen een klein uurtje al gaat schemeren moeten we goed doorstappen. De wandeling is gelukkig wel de moeite, in het eerste stuk moeten we door een riviertje waar er betonnen paaltjes geplaatst werden zodat je niet te diep door het water moet lopen. Daarna gaat de weg verder over grote stenen en volgt er voor de tweede keer vandaag een steile klim omhoog. We zien de zon dieper en dieper wegzakken en gaan zo snel mogelijk verder. De Jourama Falls zijn heel anders dan de watervallen die we de vorige dagen zagen. Ze beginnen hoog en komen dan in verschillende verdiepjes van links naar rechts helemaal tot beneden. Ook de omgeving is mooi, hoge rotswanden en veel groen. We zetten de afdaling in in lichte looppas en wanneer we aan het riviertje komen is het al vrij donker, de bomen laten de laatste zonnestralen niet goed meer door en we moeten opletten dat we ons niet mistrappen. Terug aan de camper voelt Dave iets nattig in zijn sleffer, wanneer hij zijn voet opheft springt er een mini kikkertje tussenuit. Hij had het beestje bijna doodgetrapt, ocharme. Uit schrik dat het misschien zo’n giftige cane toad was gaat hij toch maar eerst zijn voet en sleffer wassen.

 

Het is al goed donker wanneer we uit het Paluma Range NP vertrekken maar deze keer weten we al waar we gaan overnachten. In een infocenter kregen we een kaart met de gratis campings en we kiezen er eentje uit die vlak aan het strand ligt. Nog een dikke 30km moeten we rijden en de hevige aussie’s halen ons alweer constant in. Dit volkje zijn echte snelheidsduivels en de vrachtwagenchauffeurs zijn vaak nog het ergst van al. Vaak hangen ze echt dicht in je gat en krijg je schrik om je rempedaal aan te raken want dan zouden ze je al bijeen kunnen persen.

Na een donkere rit komen we aan de afslag die naar de camping leidt. Gelukkig merkt Dave in het pikdonker het verkeersbord op waarop staat dat er een lage brug aankomt met een max. hoogte van 2,40m. Ik durf niet te denken wat er gebeurd zou zijn als Dave het bord niet zou opgemerkt hebben. Daar gaat ons nachtje met zicht op zee, we zagen ons morgenvroeg al lekker lui op het strand liggen maar dat zal dus voor een andere keer worden. Gelukkig bevinden we ons vlakbij een andere gratis camping en nemen daar onze intrek.

 

We zijn weeral vroeg op de been, een wekker hebben we intussen niet meer nodig om vroeg op te staan, daar zorgt de biologische klok wel voor. We dachten nog snel een douche te nemen voor we vertrokken, maar buiten een aantal onaangename toiletten was er niets te vinden.

In Townsville, de hoofdstad van Queensland, parkeren we ons iets buiten het centrum op een gratis parkeerterrein. Omdat we geen fatsoenlijk stadsplan hebben gaan we zoals vaak eerst langs het infocenter. Daar werken meestal vrijwilligers, maar de vrouw die ons hier verder helpt had, cru gezegd, beter in een beschutte werkplaats gestaan. Ze lijkt een beetje minderbegaafd en we krijgen het op onze zenuwen van haar uitleg, hoewel ze op alle vragen een antwoord weet.

 

Met een goei stadsplan in de hand wandelen we naar The Strand, de straat die langs de dijk loopt. Opvallend is de rust hier, en dat voor een hoofdstad. In de bomen langs het strand zitten grote kaketoes, de zwarte met rode staart. T zijn schattige beesten en we blijven even omhoog staan staren terwijl ze de vruchten uit de bomen pikken.

Langs the strand zijn maar liefst 3 zwembaden en 2 plaatsen in zee die afgespannen zijn met de stingernets zodat je niet gestoken kan worden door de kwallen. Omdat we de laatste dagen verhalen opvingen over de super gevaarlijke kwallensoort die slechts 1cm groot zijn en dus wel eens door de netten zouden kunnen komen houden we het bij de gratis zwembaden. Het eerste dat we tegenkomen is een Olympisch bad om baantjes te trekken, daarna komen we langs een geweldig kinderparadijs en op het uiteinde van het strand is een groot zwembad gemaakt waar je veilig in zeewater kan zwemmen.

 

Het is intussen al lang geleden dat we nog een echte puur ontspannende dag hadden en daar willen we vandaag aan werken. We gaan lekker uitwaaien langs het strand en daarna zwemmen in de mooie rockpool met zicht op zee. Jammer is wel dat er hier langs het strand geen barretjes zijn waar je rustig een pintje kan drinken. Er zijn enkel hotels en huizen, voor een drankje moet je stad inwaarts.

Nadat we een aantal keer het zwembad in en uit geweest zijn gaan we ons douchen iets terug op de dijk. Daar zagen we daarstraks gratis toiletten en douches en daar maken wij maar al te graag gebruik van. Bij de vrouwen krijg ik de kraan van de douche niet opengedraaid dus ga ik naar het mannengedeelte, als we maar proper geraken !

 

Op de middag gaan we fish en chips eten, de eerste keer sinds onze meer dan 3 weken dat we intussen in het land zijn. Het smaakt, maar één portie is meer dan genoeg voor ons beide. Die aussie’s kunnen fameus wat verzetten als dat de gewone portie per persoon is.

In de bottleshop aan de overkant van de straat halen we een flesje wijn en wat biertjes voor Dave. Hier kan je enkel alcohol kopen in winkels die daarvoor een vergunning hebben, in de supermarkt vind je dus niets van drank. We worden zelfs gevraagd om een identiteitsbewijs te tonen, zien we er dan echt zo puberachtig uit of is dat standaard?

 

Nog snel gaan we langs een internetcafé om wat mailtjes te sturen naar autoverhuurbedrijven in Nieuw-Zeeland. Deze keer willen we een beetje op tijd beginnen met prijzen vergelijken en niet maar een week op voorhand zoals voor Australië het geval was.

 

Voor we Townsville verlaten rijden we nog naar Castle Hill van waar je een geweldig zicht hebt over de stad en de zee. Je kan de tocht naar boven ook te voet doen, maar dat zien we vandaag niet zitten. We doen het rustig aan, zeker nu we fris gedoucht hebben en profiteren van de luxe van airco in de camper.

Nu we Townsville binnen gereden zijn, zijn we het tropische gedeelte van het land uit. Dat valt direct op aan de temperatuur, hier is het niet meer vochtig en loop je dus ook niet de hele dag te plakken. Het landschap verandert ook, naast de rijbaan staan heel andere boomsoorten en we zitten nu meer tussen de vlaktes in plaats van de bergachtige regenwouden. Ook de dieren en dan vooral de vogelsoorten zijn anders. Zo zagen we de zwarte kaketoes en een vogel met een hele lange, dunne snavel die we voordien nog niet tegenkwamen.

 

We zijn klaar voor een volgende stukje Australië van zon, zee en strand !