Verslag Australië - Queensland

 

Fraser Island: het grootste zandeiland ter wereld waar wonderwel subtropisch regenwoud groeit op de zanderige ondergrond.

 

In Hervey Bay boekten we onze uitstap naar dit fantastische eiland. Tot onze grote verbazing was het niet gemakkelijk een kantoor te vinden om de uitstap te boeken. We kwamen toe op zondagnamiddag en vele winkels en toeristinfo centers bleken gesloten. We zagen een aantal gewone winkels waaronder een supermarkt en outdoorwinkel waar je een trip kon boeken, maar uitleg hoef je dan niet te verwachten. Uiteindelijk boekten we via een backpackers hostel nadat we zelf de verschillende folders vergeleken. Ze bieden allemaal zowat hetzelfde aan, toch zijn er soms kleine verschillen en dat ook in prijs. We beslisten om voor één dag naar Fraser Island te gaan en dus geen overnachting te nemen. De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren niet erg rooskleurig en we wilde een deel van deze toch weer prijzige trip niet in het water laten vallen. Bovendien hadden we ook meer zin in een daguitstap dan een 2-daagse.

 

We installeerden ons intussen ook op een camping. Bij het binnenrijden van Hervey Bay zagen we een verkeersbord langs de rijweg waarop de hoge boetes stonden aangeschreven indien je gepakt wordt op wildkamperen. Bovendien vertelde de man van het infocenter ons dat er rangers op uit gestuurd worden om toeristen te “pakken”, dus wilden we de kans op een hoge boete niet lopen. We vonden een vrij goede camping voor een goeie prijs en zo konden we onze camper nog eens op de elektriciteit aansluiten en de batterij goed laten opladen. We logeren hier tussen allemaal residents, mensen die hier vast wonen op het caravanpark. Dat komt eigenlijk vrij marginaal over, het is ook te zien aan het type van mensen en daarenboven is de Aldi aan de overkant van de straat, ze zitten hier dus op hun plek. Aan één van de caravans staat het winkelkarretje geparkeerd, andere hebben gebroken ramen die afgeplakt zijn en sommige caravans zijn echt afgeleefd. Het sanitair is heel proper en dat is toch belangrijk.

 

De volgende dag worden we om 7u opgehaald voor onze trip naar het eiland, we kijken er echt naar uit. Na een hele stadsrondrit hebben we alle anderen opgehaald en rijden we naar de overzet. In totaal zijn er vandaag zo’n 90 toeristen en we worden verdeeld over twee 4x4 bussen, dat is absoluut nodig om door het losse zand te geraken.

 

De eerste plek waar we stoppen is Central Station, deze plaats werd vroeger bewoond door de houthakkers die op dit eiland werkten. Het schooltje staat er nog steeds, in de topdagen volgden er zo’n 40 kinderen les.

Vlak daaraan bezoeken we Wanggoolba Creek, een heilige plek voor de Aboriginals. Het water in dit riviertje is maar liefst 4 keer zuiverder dan het water dat bij ons thuis uit de kranen komt. Om die reden kwamen vroeger alle Aboriginal vrouwen van over het hele eiland naar hier om hun kind ter wereld te brengen, voor de mannen was dit verboden terrein. Nog heel opmerkelijk is dat het waterpeil in dit riviertje altijd constant is, of het nu 8 maanden aan een stuk regent of 8 jaar aan een stuk droog is. Dat maakt ook dat er een speciale palmsoort groeit aan de oever van dit riviertje die deze constante toevoer van water nodig heeft om te kunnen overleven, zoniet is hij binnen de 24u dood. In heel Australië is er slechts één riviert waarvan het water nog zuiverder is en die stroomt in Tasmanië. Doordat het water zo helder is zie je het amper stromen en lijkt het soms alsof er helemaal geen water in de bedding staat en je gewoon de witte zandbodem ziet.

 

Over de witte zandwegen rijden we verder over het eiland. Op deze ondergrond die enkel en alleen uit zand bestaat en waar zelfs geen steentje terug te vinden is heeft zich een subtropisch regenwoud ontwikkeld. Het hele eiland is begroeid met bomen en planten en dus heel erg groen. Ook heel opmerkelijk zijn de zoetwater riviertjes die hier stromen, in het midden van een eiland te midden van de zee.

 

Vervolgens rijden we naar 75-mile beach en rijden we over het strand dat overigens een officiële snelweg is en waar er 80km/u gereden mag worden. Wat een ervaring om met zo’n snelheid over het strand te racen. Voor de zonnekloppers is het natuurlijk wel uitkijken, ook wanneer je de oversteek van het strand naar de zee maakt is het uitkijken voor aankomende jeeps. Veel meer dan pootje baden kan je hier niet doen want maar liefst 60 verschillende soorten haaien zwemmen rond in deze waters. Bovendien zitten er ook de gevaarlijke pijlstaartroggen en kwallen, verfrissing zoek je hier beter elders dan in zee.

 

Een volgende stop is Eli Creek, alweer een heel heldere stroom van zoet water die in zee uitkomt. Je kan het riviertje een stuk stroomopwaarts volgen en daarna kan je je door de stroom weer laten meevoeren. Het water is ijskoud en wij houden het bij pootje baden in plaats van op onze buiken in de stroomversnelling te gaan liggen.

 

We rijden een heel stuk over het strand en nemen af en toe een aangelegde pas die iets naar het binnenland gaat omdat bepaalde stukken niet berijdbaar zijn of omdat er stenen op het strand liggen. Zo komen we bij het gekleurde zand van de Pinnacles, hoge hopen zand die donker geel tot okerkleurig zijn. Heel bijzonder zo vlak naast het witte zandstrand.

 

Op de terugweg stoppen we bij het Maheno schipwrak dat er sinds 1935 ligt. Een knap wrak dat het strand eerder siert dan ontsiert. Doordat het er al zolang ligt is het uiteraard volledig verroest en zit het vol algen, de oranje kleur steekt mooi af tegen het blauwe water en de al even blauwe lucht.

We hebben vandaag echt geluk met het weer, het zonnetje schijnt volop en er zijn maar een aantal kleine wolkjes. Heel even ziet het er dreigend uit wanneer er donker wolken boven het eiland hangen, maar die trekken al snel weer weg. Wetende dat er op dit eiland 200 regendagen zijn per jaar mogen we onze handen kussen met dit weer. Volgens onze gids is het al 4 maanden geleden dat het nog zo’n mooie dag geweest is hier.

 

Na een buffetlunch rijden we verder naar onze laatste attractie voor vandaag, Lake McKenzie. En wat voor één !! Dit meer bestaat enkel en alleen uit regenwater en staat op de 7de plaats op de wereldranglijst van mooiste plekken om een duik te nemen. We kunnen dit alleen maar bevestigen, prachtig is het hier. Jammer dat we maar een uurtje tijd hebben om van dit stukje natuur te genieten, dat is het nadeel van de dagtrip als je het zo kan noemen.

Doordat het zonnetje vandaag van de partij is zorgen de stralen voor blauwschakeringen in het water. In dit meer wil je gewoon zwemmen, zo aantrekkelijk ziet het eruit. Het water is super proper en helder, zelfs waar je bijna niet meer kan staan kan je nog je voeten zien op de witte zandbodem. Het water in het meer is eveneens ijskoud, maar te mooi om te weerstaan. Na een zalige verfrissende duik laten we het zonnetje ons drogen op het witte zandstrand voor het alweer tijd is om terug te keren.

 

De eerste regendruppels vallen uit de donkere wolken wanneer we aan de camping afgezet worden. We kijken terug op een geweldige trip op een mooi en uniek eiland. Van alle uitstappen die we de laatste dagen maakten is dit zeker een topper ! Een hele dag lang hebben we genoten, zo mooi kan het leven zijn.