Verslag Australië - Queensland
Eungella National
Park: de voornaamste reden waarom we naar hier afzakken is de platypus of het
vogelbekdier. Dit beestje vind je enkel in Australië en dit park staat erom
bekend één van de thuisbases te zijn.
Eungella heeft het oudste en de grootste strook
subtropisch regenwoud uit heel Australië dat ruim geschat 30.000 jaar oud is.
Onderweg hiernaartoe rijden we langs grote plantages
van mangobomen, deze vervangen de ontelbare oppervlaktes van suikerriet dat
dagenlang het straatbeeld sierde. Dat suikerriet wordt binnenkort geoogst en
dat gebeurt met wagons waarin de stengels geladen worden. Naast de rijweg zijn
er dan ook overal treinsporen waarlangs het vervoer zal gebeuren.
Omdat we deze ochtend op ons gemak uit Airlie Beach
vertrokken komen we in de late namiddag toe in Eungella. Het steile, bochtige
weg brengt je naar het dorpje en van daaruit starten een aantal wandelingen. Na
de afgelopen dagen van relaxen en luieren zijn we opnieuw toe aan wat actie. Er
zijn een aantal lange wandelingen, wat wij wel leuk vinden, maar het nadeel is
dat het hier geen loops zijn en je dus niet terug bij je auto uitkomt. In
plaats daarvan doen we 2 kortere wandelingen na elkaar, de Pine Grove en Cedar
Grove Track, waarna we nog langs het uitkijkpunt “Sky Window” stappen. In
totaal een goeie 6 km die we op anderhalf uurtje gewandeld hebben. Het woud
deed ons deze keer nogal aan het gewone bos van thuis denken. Er waren sporen
van regenwoud, vooral dan door de tropische palmen en varens, maar het
overgrote deel waren gewone, hoge bomen. Op het stuk waar we van de ene
wandeling naar de andere overgaan zien we dat de terugweg die we straks willen
nemen afgesloten is. Zoals altijd zijn we uit op diertjes en onze aandacht
wordt getrokken door een geritsel tussen de bomen. We blijven staan en zien een
stomme kalkoen stappen, die beesten zie je echt overal en het zijn niet diegene
die wij willen zien.
De kleine omweg naar het sky window uitkijkpunt is
mooi, een overzicht over de vallei en de groene weilanden beneden. Wanneer we
op de terugweg aan het kruispunt van daarstraks komen is het bord met “Danger”
verdwenen en mogen we blijkbaar toch langs daar. Toevallig, want we zijn hier
amper een 20-tal minuutjes geleden gepasseerd. We zien sporen van gedroogd
slijk, het moet hier goed nat geweest zijn de afgelopen dagen en dat zal ook de
reden geweest zijn waarom dik stuk werd afgesloten.
Hierna rijden we verder naar Broken River, dé plaats
om de platypus te spotten. Wij dachten nog vroeg genoeg te zijn aangezien het
nog maar 16u30 is maar er zitten toch al een aantal mensen op de uitkijk. Het
vogelbekdier is een nachtdier en wat hem speciaal maakt is dat het een
eierleggend zoogdier is, zo bestaan er maar twee soorten ter wereld. Het dier
is veel kleiner dan wij dachten, maar zo’n 40cm en het heeft een grote,
afgeronde bek, zwemvliezen achteraan en een dikke staart. Om het te kunnen zien
heb je veel geduld nodig want deze dieren zijn heel schuchter, van zodra ze
iets horen of beweging zien duiken ze onder.
We zijn een aantal keren van plaats gewisseld in de
hoop eentje te zien, uiteindelijk was het twee keer van op het viewing platform
dat we geluk hadden. We stonden daar al een hele tijd in het gezelschap van
schildpadden. Zij zwemmen de hele tijd rond onder het platform en zijn ook
schattig, maar deze keer zijn we niet voor hen gekomen.
Toen ik opzij keek zag ik net een donker diertje
wegduiken, dat moet er een geweest zijn. We hielden ons klaar en zagen
waterbelletjes naar boven komen gevolgd door de platypus. Ze zijn reuze
schattig maar o zo vlug, je krijgt amper een paar seconden de tijd voor hij
weer onder duikt. We bleven hem nakijken in de hoop dat hij zou terugkomen, in
plaats daarvan kwam er een lange waterslang voorbij gezwommen.
Het werd intussen nogal koud dus gingen we nog een
keer rondwandelen naar de andere kant van de rivier, maar niets te zien daar.
Voor we vertrokken gingen we toch nog even terug naar het platform en daar kwam
er weer net eentje aangezwommen. Deze liet zich vaker en duidelijker zien, we
hebben gekregen waarvoor we gekomen zijn.
Terwijl we hier naartoe reden zagen we nergens een
goei plekje om te kamperen en daarom reden we nog terug richting Finch Hatton
Gorge in de hoop daar te kunnen slapen tussen de bosjes. Het werd alweer donker
maar dat is eigenlijk wel goed als je ergens wil gaan slapen waar het niet mag.
Zo zie je direct hoe hard je opvalt en/of de plek geschikt is, je kan niet
ergens gaan staan als het nog licht is en elke voorbijganger je opmerkt.
De asfaltweg ging over in een grindbaan met diepe
putten. Slechts af en toe kwamen we nog een huis tegen en we gokten erop dat er
hier niet al teveel volk zal passeren. We zagen een bushokje met een beetje
ruimte daar rond en parkeerden ons naast een boom vlak aan een kruispunt.
Om 5u30 zetten we onze wekker, aangezien we er al om
20u inlagen gisterenavond was dat geen marteling. Op dat uur is er nog zo goed
als geen verkeer dat je kan opmerken en zo kan je zeker nog vertrekken voor ze
je kunnen pakken. Voor de eerste keer sinds lang hebben we het koud gehad,
zelfs met een slaapzak over ons.
We reden verder richting de gorge en moesten twee keer
een overstroomde rijweg oversteken. Gisterenavond was het ook al van dat en ben
ik er te voet doorgewandeld om te zien hoe diep het water was. Gelukkig was het
telkens maximum enkelhoogte en konden we er vlotjes door.
Eens aangekomen aan de gorge bleek de lange wandeling
afgesloten wegens beschadiging door overstroming. Dan maar weer de korte trip
om de ochtend te starten. De zon moest nog volledig opkomen waardoor het nog
vrij donker was tussen de bomen. In dit stukje regenwoud lagen er erg veel
grote rotsblokken, soms een aantal op elkaar gestapeld. De wandeling kwam uit
aan een kleine waterval waarna het water verder stroomde in een rivier die vol
rotsblokken lag. De zon zorgde intussen voor een mooie weerspiegeling in het
water, maar zwemmen was toch nog veel te koud.
Het was amper 8u wanneer we terug in de camper
stapten. Het volgende stuk dat we moeten overbruggen wordt kilometers vreten,
we hopen vandaag zo’n 630km af te leggen.
Tijdens die rit is er alweer een verandering van
landschap, in de verte zijn er grote, groene heuvels en naast de rijbaan zijn
het droge grasvlaktes met hier en daar een boom.
Iets wat we opnieuw zien zijn de dode kangoeroes aan
de kant van de weg, het was lang geleden dat we die sukkelaars nog zagen.
Vanmorgen nog liep er een kleine wallabie over toen we uit Eungella vertrokken.
We zijn intussen ook al heel wat verkeersborden
tegengekomen die de aanwezigheid van dieren aankondigen zoals kangoeroes, de
kasuaris, koeien en schapen, hagedissen, paarden en daar komt nu de koala bij.
Hopelijk wil dat zeggen dat er veel van die snoezige, grijsaards te zien zijn
want die staan absoluut nog op ons lijstje.
Op dit stuk van de Bruce Highway komen we het ene
oversized transport na het andere tegen. Op een paar uur tijd moeten we
meermaals uitwijken of ons aan de kant zetten voor vrachtwagens met een
buitengewone lading. Dat ging van enorme banden, geen idee voor welk voertuig
die bestemd konden zijn, tot huizen, graafmachines, metalen constructies en
boten. Vaak zijn die vrachtwagens onder begeleiding van politie en andere
wagens die de komst van een reus aankondigen.