Verslag Australië - Queensland

 

De Atherton Tablelands en omgeving: na een aantal dagen kilometers vreten is het opnieuw tijd om uitstapjes te maken.

Na een nachtje op een parking tussen de roadtrains zijn we alweer vroeg op weg, we willen vandaag toch al iets gezien krijgen van de omgeving. Een blinkende, zwarte slang ontsnapt nog net aan de wielen van onze Joss. Dave remt net op tijd af wanneer de slang vanuit het gras de weg komt opgekropen en gelukkig snel terugdraait. Ze was ons zelfs te snel af om een foto te kunnen nemen.

Het laatste, kleine outback dorpje dat we tegenkomen op onze weg is Mount Surprise met niet minder dan 65 inwoners ! Het kerkhof dat naast de kant van de hoofdweg ligt is navenant en in die zin zelfs schattig.

 

Het eerste bezoek dat we na dagen afleggen is in het Undara Volcanic national park. De naam zorgde bij ons voor hoge verwachtingen, maar dat viel nogal tegen. Je kon er wel een aantal wandelingen maken, maar om het vulkanische verleden te ontdekken moet je een begeleide wandeling boeken. De tochten die je in je eentje kan maken brengen je door de omgeving, maar niet in het vulkanische stuk ervan. Op de parking zaten een aantal kangoeroes te eten en we zetten ons ernaast zodat we samen konden ontbijten. Daarna wandelden we naar de Atkinson’s lookout wat niets bijzonder was. Wel fijn was een lijst met boomsoorten die we meepikten aan de receptie zodat we onderweg de genummerde bomen konden herkennen. Een ander pluspunt waren de speciale wolken die we zagen van op de lookout, het leken wel witte doeken die door de lucht zweefden.

 

In Ravenshoe bezochten we de Millstream Falls, de breedste singledrop watervallen in heel Australië. Op dat gebied hebben we echt geluk dat we in het regenseizoen zitten, de watervallen zijn dan eens zo spectaculair.

De Tully Falls daarentegen stonden volledig droog. In de informatiebrochures werden ze nochtans aangeprezen als zijnde de indrukwekkende watervallen van maar liefst 293m hoog, ze hadden er wel eens mogen bijschrijven dat er deze dagen niets te zien valt. Om ze te bezoeken maakten we een omweg van maar liefst 50km enkel, hadden we dat op voorhand geweten. De weg ernaartoe was dan weer wel de moeite, amper 2 dagen nadat we uit het woestijngebied vertrokken bevinden we ons nu in de natste omgeving van heel het land. We rijden tussen het regenwoud over een smalle en bochtige asfaltweg naar Tully Gorge. Gelukkig zijn er geen tegenliggers want dan had het puzzelen geworden.

Na de tweede wereldoorlog was er nood aan elektriciteit en om daaraan te voldoen werden er 2 dammen gebouwd. Één daarvan damt het water af net voor het langs de hoge rotswand naar beneden komt en daardoor is er dus enkel een waterval te zien wanneer het een periode erg hard geregend heeft.

 

Door ons bezoek aan de droge Tully Falls waren we toch wat tijd verloren en moesten we onze plannen voor de rest van de dag wat bijvijzen. We begonnen alsnog aan het watervallen circuit in de omgeving van Millaa Millaa en om daar te geraken kozen we voor de scenic route waarbij we een prachtig uitzicht hadden op de groene Tablelands. Overal waar je maar kan kijken, kilometers ver zie je hoge, groene heuvels met grazende koeien. We passeerden ook het grootste windmolenpark uit de omgeving en maakten onderweg verschillende fotostops.

De eerste waterval die we bezochten waren de Mungalli Falls. Door een landverschuiving was het niet mogelijk om tot beneden aan de waterval te wandelen en kregen we geen al te best zicht. Van op een platform konden we enkel in de diepte staren en na een paar minuten heb je het dan wel gezien. Volgend en onmiddellijk ook het laatste bezoek van de dag was weggelegd voor de Ellinjaa Falls. Zoals Mungalli is het een mooie waterval, maar je hebt het alweer snel gezien. Een klein pad leidt naar de onderkant van de waterval en dat heb je het gehad.

 

In deze omgeving is het erg moeilijk om een goed plekje te vinden om te kamperen, tenzij je wil betalen natuurlijk. Er zijn enkel de kleine “hoofdwegen” en er zijn zo goed al geen zijstraatjes waar je je kan verstoppen. Elke zijstraat is een oprit van een boerderij of woning dus het duurde wel even voor we een geschikt plekje vonden. Uiteindelijk, na een tijd zoeken, reden we door naar de waterval die we morgenvroeg als eerste wilden bezoeken. Daar parkeerden we ons zo goed mogelijk uit het zicht en dat lukte.

We stonden vroeg op zodat we ons konden verfrissen en aankleden voor de eerste toeristen toekwamen. Nog voor de zon goed en wel opgekomen was stonden we al op het platvorm van de Zillie Falls. Zoals gisteren konden we ook hier enkel naar beneden kijken en zaten we een dikke 10 minuten later alweer in de auto voor de laatste waterval uit het circuit, Millaa Millaa. Dit is de enige waar je een verfrissende duik kan nemen maar op dit ochtendlijke uur zagen we dat niet zo zitten. In deze regio koelt het ’s nachts sterk af en zo stond ik zelfs met kippenvel naar de waterval te kijken. De pool zag er wel aantrekkelijk uit, maar de waarschuwing ernaast die wijst op bacteriën in het water des te minder.

 

Nog vroeg in de ochtend reden we al naar het volgende park, Mount Hypipamee Crater. Dit vulkanische kratermeer is de thuisbasis van de kasuaris. Aan het begin van de wandeling werden we gewaarschuwd voor dit agressieve dier en stond er aangegeven wat je moet doen in het geval dat je deze vogel tegenkomt. Ik vond het allemaal heel erg spannend en hoopte langs de ene kant dit bijzondere dier tegen het lijf te lopen, maar langs de andere kant zat ik toch met de poepers. Alweer een erg korte wandeling bracht ons naar het groene, mossige kratermeer. De omgeving was erg mooi en ook de aansluitende wandeling naar de Dinner Falls was fijn, toch vind ik het jammer dat de wandelingen meestal zo kort zijn. 2 à 3 km leg je af in nog geen uur en zo doe je toch veel kilometers met de auto om vaak weer snel weg te zijn. We hebben goed rondgekeken en zijn zo stil mogelijk geweest in de hoop een kasuaris of ander wild dier te kunnen spotten, maar het heeft niet opgebracht. Hopelijk komen we deze “boze” vogel nog in een ander park tegen.

 

Hoe langer we reizen, hoe meer we leren appreciëren en dat is ook zo op het gebied van vogels. Dave is intussen een echte spotter geworden en kan minuten blijven stilstaan als hij ergens gefluit hoort. Daarom reden we langs Hasties Swamp, in deze wetlands zou het ideaal zijn om vogels te spotten. Er staat een houten spottershuisje met heel wat informatie en foto’s aan de muren, maar daar bleef het bij voor ons. De enige vogel die we zagen was de Purple Swamphen, je ziet hem tussen onze foto’s. Ik kan het geduld niet opbrengen om lang stil te zitten in de hoop nog wat andere vogels te zien, bovendien waren we hier niet op het juiste moment van de dag en hielden we het ook hier snel voor bekeken.

 

In Atherton, de eerste iets of wat grotere stad die we in dagen tegenkwamen, gingen we naar de supermarkt. Daarna laadden we twee wasmachines vol in de laundromat en gingen we tenslotte nog internetten om de laatste nieuwtjes door te sturen. Zo was ook de middag snel om en reden we nog naar Yungaburra om de dag af te sluiten.

 

Zoals meestal gingen we ook hier naar het tourist info center om te weten te komen welke wandelingen er uitgestippeld zijn. Yungaburra is de perfecte uitvalsbasis om het vogelbekdier (platypus) te spotten, maar daarvoor waren we nog iets te vroeg. Dit nachtdier laat zich enkel ’s morgensvroeg zien of tegen zonsondergang. We begonnen aan de Peterson Creek Walk, een korte tocht waar sinds negen maanden een boomkangoeroe zijn thuisbasis heeft. Van zodra we onze eerste passen naast de rivier zetten liepen we met onze hoofden omhoog in de hoop de lange staart van de dier te zien hangen ergens in de boomtoppen. We kregen er een stijve nek van, maar dat was het dan ook want het dier liet zich niet zien. Ergens tussen de bossen zagen en hoorden we iets wegspringen wat nogal zwaar bleek te zijn en een bruine pels had, zou hij het geweest zijn? Tegen de tijd dat de avond begon te vallen reden we naar het platvorm van waarop de platypus gespot kan worden, volgens de vrouw van het infocenter krijg je hem zeker te zien. Veel geluk hebben we vandaag niet op dat gebied want hoe geduldig we ook blijven wachten, we krijgen niets te zien. In de hoop dat niemand ons wegjaagt blijven we overnachten op de parking aan het platvorm, opnieuw verschuilen we ons zo goed mogelijk achter een bos bamboe.

Om zo weinig mogelijk op te vallen op plaatsen waar we in het zicht van voorbijgangers gekampeerd staan laten we liever alle lichten uit. Dat maakt dat we vaak vroeg in ons bed liggen en vandaag was een topper, om 20u10 lagen we er al in !

 

Onze nachtrust was meer dan lang genoeg geweest toen onze wekker om 6u afliep. Het ideale moment om opnieuw op zoek te gaan naar het vogelbekdier. Vandaag hadden we meer geluk, in het donker zagen we hem komen aanzwemmen. Alleen jammer dat het nog net iets te donker was om hem duidelijk te kunnen zien, ook voor de foto was het nog niet licht genoeg.

We gingen nog een keer kijken of de kangoeroe vandaag zin had om zich te laten zien, maar de moeite was vergeefs.

 

Op slechts een paar kilometer van Yungaburra ligt Lake Eacham, ons volgende punt op de agenda. Een wandeling van 3km brengt je rond dit groene kratermeer en van op een platform kan je naar de kleine waterschildpadden kijken. Het meer is omgeven door regenwoud en we vinden het ongelofelijk hoe we regelmatig tussen deze tropische bomen en planten belanden te midden van de groene, heuvelachtige tablelands. In de verste verte zou je niet verwachten om hier stukken regenwoud tegen te komen terwijl je tussen de grazende koeien rijdt.

 

Omdat we intussen gezien hebben wat we wilden in deze regio rijden we vandaag verder naar Daintree. Onderweg passeren we Mareeba, de streek rond deze stad is bekend voor de fruitteelt. Regelmatig zie je naast de weg kraampjes staan met vers fruit, de prijs lees je af op de uithangborden en het geld steek je in een soort van brievenbus. Zo kochten we vier dikke bananen voor amper 1AU$.

Op dezelfde weg bezochten we ook de Golden Drop Winery waar er wijn gemaakt wordt van mango’s. Dat wilden we wel eens proberen dus gingen we langs bij de proeverij voor een bodempje droge, medium en zoete mangowijn. We proefden ook de mangoporto en mangolikeur, heel lekker en fruitig allemaal. We kochten ons een klein flesje droge en medium mangowijn, hier kan je toch niet vertrekken met lege handen !

 

We legden vandaag nog de laatste kilometers naar Daintree af waar we morgen de overzet naar Cape Tribulation zullen nemen.