Verslag Australië - Northern Territory

 

Kings Canyon, Uluru en Kata Tjuta: dit zijn de drie toppers die de afgelopen dagen op het menu stonden.

 

Na een rit van zo’n 500km rijden we het Watarrka National Park binnen waar de Kings Canyon gelegen is. Het valt ons al direct op hoeveel volk er hier wel op de camping staat, dat beloofd voor de wandeling van morgenvroeg.

We vinden een goei plaatsje voor onze Joss (Extra Joss voor de vrienden) op het grasplein vlakbij de douches. Nadat we goed en wel geïnstalleerd zijn gaan we naar de zonsondergang kijken, vlakbij de camping is er een plaatsje waar je de pracht van de ondergaande zon op de canyon kan bekijken. Althans, dat zou het moeten zijn als er geen wolken zijn die het zicht belemmeren. Daarmee hebben we vandaag geen geluk, vele donkere wolken hangen boven de grote kloof en de zon komt slechts af en toe nog een keer piepen voor ze verdwijnt en plaats maakt voor de maan. Tijdens die paar minuten wordt de grote canyon toch mooi verlicht en verandert de kleur even in oranje waarna hij opnieuw bruin wordt.

Eens terug bij onze Joss komen er een aantal grote bussen de camping opgereden, zij vervoeren hordes schoolkinderen die hier hun paasvakantie komen doorbrengen. Het is nogal een geroezemoes wanneer het honderdtal begint uit te pakken, slapen doen ze onder de open hemel want het vraagt waarschijnlijk teveel tijd om voor zo’n hoop telkens een tentenkamp op te stellen. Gelukkig houden ze zich nogal goed koest en genieten we van een korte maar goeie nachtrust.

 

Om 5u30 zetten we onze wekker, we willen tot bij de canyon geraken voor de zon opkomt. We zijn absoluut niet de enigen die dat gedacht hebben want er staan al heel wat tourbussen op de parking wanneer wij toekomen. We laden onze rugzak in met voldoende water, het zal zweten worden bovenop de rand van de kloof.

We kiezen voor de Kings Canyon Rim Walk, een wandeling van 6km op de rand van de kloof wat spectaculaire uitzichten belooft. De tocht gaat van start met een steile klim, we staan al volledig in het zweet wanneer we na hard zwoegen bovenop de kloof geraken. De zon komt intussen op en dat maakt dat de rode rotsen van de canyon fel oranje kleuren, prachtig ! Het nadeel van diezelfde opkomende zon is dat ze nogal hard in je ogen schijnt en grote stukken van het omliggende gebied in een donkere schaduw zet.

 

We zetten er stevig de pas in en steken een aantal groepen voorbij, we hebben er een hekel aan om achter zo’n hordes van mensen te slenteren. De wandeling leidt je volledig rond bovenop de kloof en je kan naar een aantal lookouts wandelen waar je het allerbeste zicht hebt op de kloof en de omliggende natuur. Overal waar je kijkt zijn er de oranje-rode rotsen, velen daarvan zijn in trapjesvorm wat het gemakkelijk maakt om naar boven te klimmen. We zijn absoluut onder de indruk van de pracht die we op dit ochtendlijke uur te zien krijgen.

Na een aantal kilometers wandelen komen we in de Garden Of Eden, een vallei in de kloof waar heel wat verschillende bomen en planten groeien met aan het uiteinde een waterpool. Een zalig plekje om even uit te rusten en rond te kijken, tot de grote groepen beginnen toe te komen en luidruchtig het water in plonsen.

 Wij zetten onze wandeling verder en klimmen opnieuw naar boven om langs de andere kant van de kloof te eindigen. Ook aan die kant zijn er weer knappe vergezichten en een goed zicht op de 270m diepe afgrond.

Na ongeveer 2,5u staan we terug beneden en we besluiten om de korte wandeling die je tot midden in de kloof brengt ook nog te doen. Daar zie je pas echt goed hoe hoog de rotswanden wel zijn.

 

We hebben er nu bijna 10km opzitten en zo wordt het wel stilaan tijd voor een ontbijt, daar hadden we deze morgen nog geen zin in aangezien we al vroeg aan de wandeling begonnen. Daarna rijden we verder richting Yulara, de uitvalsbasis om Uluru en Kata Tjuta te bezoeken.

 

In de late namiddag checken we in op de camping, ook hier zijn we zeker niet alleen. Twee plaatsen naast ons staat er een wit busje, de Engelse eigenaar daarvan komt een babbeltje doen terwijl Dave naar het toilet is. Het valt me al direct op dat het nogal een raar type is, maar zolang hij sympathiek is en gewoon een praatje wil maken zit ik daar niet mee in. Onderweg naar de vuilbakken stopte hij bij onze camper om kennis te maken. In zijn handen heeft hij 2 lege blikken, die zet hij tegen zijn oren waarna hij iets bijzonder meent te horen: de stem van Uluru. Hij vraagt Dave, die intussen terug is, of hij ook eens wil horen want het is echt speciaal. Wanneer Dave hem vriendelijk afwimpelt lijkt hij teleurgesteld, wie wil er nu niet naar een blik luisteren?

Omdat we vrezen dat we van deze kerel niet goed af zullen geraken pakken we ons boeltje terug in en gaan we op verkenning in het park. We kopen onze inkomtickets die drie dagen geldig zijn en brengen een bezoekje aan het cultureel centrum. Dit is heel bijzonder ingericht en een echte bron aan informatie over het leven van de Aboriginals in deze regio.

 

Daarna rijden we naar de carpark die werd aangelegd voor het bekijken van de zonsondergang aan Uluru. We zijn bij de eersten en kunnen een leuk plekje uitkiezen, tegen de tijd dat de zon begint te zakken staat de parking waar er plaats is voor meer dan honderd voertuigen goed vol. Ook vandaag zijn de wolken de spelbreker en we krijgen geen spektakel te zien, de rots verandert amper van kleur en ons geduld is voor niets geweest.

Onderweg terug naar de camping heeft de politie de weg afgezet voor alcoholcontroles, niet slecht gezien met de tientallen voertuigen die terugrijden na zonsondergang. We worden eruit gepikt en moeten ons aan de kant zetten. Dave mag even in het apparaatje blazen en bij het resultaat Safe mogen we onmiddellijk verder rijden.

 

De volgende ochtend staan we alweer op om 5u30 om de zonsopgang boven de Olga’s (Kata Tjuta is de Aboriginalbenaming en betekent “vele hoofden”) te zien. Je kan het al raden, veel wolken zorgen ervoor dat de zonnestralen amper tot bij deze hoop afgeronde rotsen geraakt. In plaats daarvan staat iedereen met z’n gezicht richting Ayers Rock (Uluru is hiervan de Aboriginalbenaming) waar de opkomende zon wel voor spektakel zorgt. De lucht en de wolken boven de gigantische monoliet kleuren van roze naar oranje en daarna felgeel, jammer dat we er zover afstaan.

 

Hierna rijden we verder naar de start van de wandeling “Valley of the Winds”. Deze brengt je voor een groot stuk tussen de enorme rotsen, in totaal zijn het er 36 en de grootste onder hen (Mount Olga) is maar liefst 200m hoger dan Uluru.

Ook vandaag zorgt de opkomende zon voor een mooie belichting van de rode rotsblokken en geeft langs de andere kant donkere schaduwplekken. Zo ’s morgensvroeg is het ideaal om te wandelen en heb je nog niet teveel last van de warmte, bovendien zorgt de sterke wind voor verkoeling.

Eerst klimmen we over en tussen de rotsen en daarna komen we uit in een grote, groene vallei met een geweldig zicht over de omgeving. De rest van de wandeling brengt ons langs de kleinere onder de Olga’s, het is een mooi wandelpad en een absolute aanrader.

Eens terug aan het beginpunt kiezen we ook hier voor de korte wandeling van de Walpa Gorge, een kloof die gevormd is tussen twee grote rotsblokken van de Olga’s.

 

Omdat we een pak rapper klaar zijn dan verwacht rijden we vandaag nog naar Uluru. We parkeren ons aan het visitor center en laden weer de nodige liters water in voor de 10km wandeling rond de enorme monoliet. Ayers rock is 348m hoog en bestaat uit zandsteen, geschat wordt dat 2/3 van de rots onder het aardoppervlak ligt.

De gigant is heilig in de Aboriginalcultuur en daarom wordt ook gevraagd om hem niet te beklimmen. Toch is er een wandelpad gemaakt waarbij je tot bovenop de rots kan geraken, uit respect voor het geloof van de Aboriginals vonden wij dat geen goed idee.

Rondom kan je verschillende korte wandelingen maken, wij combineren ze tot één lange. De middagzon brandt op onze rug en schouders en het is geen lachertje, zeker niet in het goede gezelschap van honderden vliegen. Daaraan begin je je op een zeker ogenblik toch echt te ergeren, je kan bijna niet fatsoenlijk inademen zonder er ééntje binnen te krijgen. Ze kruipen in je neus, oren en ogen en blijven je uren volgen als het moet.

 

Nu we zo dichtbij de rots staan valt de bijzondere structuur ons op, het lijkt wel alsof hij bekleedt is met een dierenhuid. Ook de vorm is van dichtbij heel anders dan gedacht, hij heeft heel wat bijzondere hoekjes en kantjes. Op vele plaatsen mogen er geen foto’s genomen worden omdat het heilige sites zijn voor de Aboriginals. Van zodra er ergens een groot stuk is losgekomen of er is een gat in de rots, dan heeft het wel iets speciaals te betekenen. Jammer is wel dat er nooit uitleg gegeven wordt over de reden waarom die bepaalde plek heilig is voor dat volk. Met pijnlijke voeten sluiten we de laatste kilometers van de wandeling af en nog volledig in het zweet rijden we terug naar de carpark voor een nieuwe zonsondergang, hopelijk hebben we vandaag meer geluk.

 

Deze keer zijn we eerst, het is nog maar 16u en de zon gaat pas onder om 18u50 maar zo hebben we het ganse domein nog voor ons alleen en kunnen we in alle rust van de omgeving genieten. We zetten onze stoeltjes voor de camper en hebben het perfecte zicht op de gigant waar we zonet nog rondwandelden. Tegen de tijd dat de zon begint te zakken hebben een groot deel van de wolken plaatsgemaakt om de laatste zonnestralen door te laten. Enkel boven de rots hangt nog een dik pak donkere wolken, maar die geven het totaalbeeld een bijzonder effect.

Uluru kleurt van licht beige naar donker bruin en daarna van donker rood tot fel oranje. Die knappe oranje kleur is er slechts voor een paar seconden, maar we hebben ze toch gehad. We worden dus beloond dat we voor een tweede keer kwamen kijken en daar hebben we zeker geen spijt van. Ook vandaag zijn er alcoholcontroles onderweg naar de camping, maar deze keer worden we er niet uitgepikt en kunnen we rustig doorrijden naar onze slaapplaats.

 

We kruipen niet al te laat in bed want morgen start de grote doortocht, maar liefst 2.500km zullen we de komende dagen moeten overbruggen en daarvoor kan je maar beter uitgerust zijn.