Verslag Australië - New South Wales

 

Byron Bay – Iluka en de Waterfall Way: een aantal kortere stops na mekaar maar daarom niet minder indrukwekkend.

 

We beginnen de dag in Byron Bay, het lijkt ons een erg gezellig kustdorpje en vooral erg toeristisch. We parkeren ons op de gratis parking en wandelen richting het strand. Vandaag is de ideale dag om aan het strand te vertoeven, de laatste dagen waren behoorlijk frisser en er stond een koude wind. Vandaag brandt de zon volop en het doet deugd om bij zo’n temperaturen langs het strand te lopen. Het resultaat kan je al raden: allebei een verbrand gezicht en mijn neus staat weer mooi rood.

 

Na de eerste kilometers langs het lange zandstrand nemen we het wandelpad dat naar de vuurtoren leidt. Dit mooie en vooral oude witte gebouw dat dateert uit 1901 staat op het meest oostelijke punt van het Australische vasteland. Het is een hele klim om er te geraken maar het uitzicht over Cape Byron is spectaculair. De golven beuken in tegen de kust en spatten metershoog de lucht in. Van op dit punt heb je een perfect zicht over de lange kustlijn en de kilometers lange stranden.

Onderweg naar de vuurtoren liepen we langs Little Watego, een punt van het vasteland die in zee uitkomt. Het beste dat je hier kan doen is je op je poep zetten en genieten. Je zit hier vlak tegen de rotsen en de golven komen met zo’n kracht en snelheid afgedonderd dat ze metershoge fonteinen vormen. Het geluid van het water alleen al is indrukwekkend, de uitzichten adembenemend. In de juiste tijd van het jaar kan je hier walvissen zien zwemmen, dat zou pas echt een hoogtepunt vormen maar daarvoor zijn we nog net iets te vroeg.

 

Bovenop de berg aan de vuurtoren staat een vrouw met haar ijskarretje: home made ice-cream. Het water komt ons in de mond, onze buiken beginnen te rommelen op dit middaguur. We trakteren ons beide op twee heerlijke crèmige bollen ijs, een tussendoortje voor op de terugweg.

 

Na een paar uurtjes aan het mooie Cape Byron rijden we verder naar Iluka. Dit natuurreservaat is belangrijk voor het behoud van het regenwoud langs de kustlijn. Het park is niet groot maar de voornaamste reden waarom wij naar hier afzakken zijn de knappe stranden en de aanwezigheid van emoes en koala’s. De wandeling door het reservaat is kort en achteraf gezien niet echt de moeite waard. Het regenwoud lijkt eerder op een bos in ons thuisland dan op een regenwoud, bijzonder is het zeker niet. Daarenboven kwamen we, zoals we intussen wel gewoon worden, geen enkel dier tegen.

 

De stranden zijn kilometerslang en de golven enorm hoog en krachtig zoals vanmorgen in Byron Bay. Ook hier komen ze met een enorme kracht op de kustlijn terecht en bezorgen ons indrukwekkende uitzichten. Wanneer we de laatste afslag nemen naar een van de stranden zien we voor onze camper op de rijweg een enorm beest zitten. Het is zo’n gigant dat we eerst niet kunnen thuisbrengen wat het zou kunnen zijn, ik krijg er zelfs kippenvel van omdat het dier zo in onze richting kijkt en ons blijft aanstaren.

We rijden stilletjes wat dichter en het blijkt een reuzekangoeroe te zijn die op zijn achterste zit. Hij is zeker 2m groot en blijft ons in de gaten houden. Wanneer we uiteindelijk wat dichterbij rijden voor een foto springt hij de bossen in, wat een kanjer !

 

Voor de eerste keer sinds lang hebben we pech met het zoeken van een slaapplaats. Langs de autosnelweg zijn er verschillende rust stops, maar niets lijkt ons geschikt om te blijven overnachten. De eerste waar we halt houden is een parking achter een benzinestation, daar is veel teveel gerij en de kans is groot dat wij daar niet mogen overnachten, enkel de truckers. We rijden verder en komen aan een volgende stop waar er gewoon 2 rijvakken naast elkaar liggen, afgescheiden van de autosnelweg met een rij bosjes. Dat lijkt ons veel te gevaarlijk, als hier in het midden van de nacht een auto in volle vaart komt afgedraaid zit hij los in ons achterste. Dan maar weer verder, het is intussen al laat en pikdonker. De derde stop moeten we ergens gemist hebben dus konden we alweer een dikke 25km verder rijden. In de hoop dat we nu stilaan zouden kunnen stoppen met rijden nemen we de afslag naar een vierde ruststop, daar staan een pak vrachtwagens in verschillende rijen naast elkaar geparkeerd. Ook hier durven we het er niet op wagen om met ons campertje tussen de reuzen te gaan staan en rijden alweer verder. Uiteindelijk, na een dikke 100km komen we bij een rest area in het centrum van een dorp Woolgoola genaamd. Het is absoluut de slechtste plaats waar we tot nu toe gekampeerd hebben, maar verder rijden zien we helemaal niet zitten. In de loop van de avond stranden er nog een aantal andere campers, we waren dus niet de enigen die hopeloos op zoek waren naar een plaats om te overnachten.

 

Al was het niet de beste plek waar we ooit gestaan hebben, we hebben er goed geslapen en niet teveel last gehad van het verkeer.

Na het mooie, zonnige weer van gisteren is het vannacht beginnen regenen en het lijkt niet op te houden. We blijven wat langer in bed liggen, tot 7u houden we het vol. Na het ontbijt werken we een beetje op de laptop en gelukkig houdt het intussentijd op met regenen. We maken ons klaar voor vertrek en besluiten de Waterfall Way te rijden.

 

De Waterfall Way loopt door de regio New England, met zo’n weer als vandaag zitten we dus op de juiste plaats. Het blijft miezerig weer en er hangt veel mist in de valleien.

Onze eerste stop wordt het Dorrigo National Park, daar werd een skywalk gemaakt op 20m hoogte waardoor je te midden van de boomtoppen staat. Het uitzicht van hieruit zou met mooi weer adembenemend moeten zijn, voor ons is dat net iets beperkten door de dikke pakken mist.

 

We beginnen dan maar aan de Wonga Walk, 6,6km door het regenwoud. Ik vrees dat ik intussen in herhaling begin te vallen, maar wat een prachtig regenwoud krijgen we hier te zien !!

We genieten er nog steeds van om op zo’n mooie plekken te komen. Giganten van bomen, een enorme verscheidenheid aan planten in de meest verschillende groentinten, kleurrijke paddenstoelen die op de rotte boomstronken groeien. En al dat moois in het gezelschap van tientallen vogels, althans van hun gefluit want ze laten zich niet gemakkelijk zien.

Na de eerste paar kilometer komen we aan de Tristania Falls. Wat past er nu beter in een tropisch regenwoud dat een waterval, het plaatje is compleet. Ook de Crystal Shower Falls liggen op de route, een waterval waar je achterdoor kan lopen. Buiten het feit dat onze hielen intussen fameus pijn beginnen doen van het stappen, we zijn het niet meer gewend om met wandenschoenen te lopen, was het puur genieten.

Op de weg terug naar het visitor center kruisen we 2 kinderen, hun vader zit op zijn knieën foto’s te maken en de 2 kleintjes doen teken dat we stil moeten zijn. In volle paraatheid neemt Dave zijn fototoestel en we gaan stilletjes dichterbij, blijkt het toch wel zo’n onnozele kalkoen te zijn die we op elke wandeling minstens 5 keer tegenkomen. Weer niets bijzonder dus, maar dat komt ook vooral doordat er in het bos veel nachtdieren leven zoals de opossums en de gliders (voor dit dier ken ik de Nederlandse benaming niet, ze springen van de ene boom naar de andere waarbij ze hun vier poten uit mekaar slaan en lijken te vliegen).

 

De trekpleister van het nabijgelegen dorpje Dorrigo zijn de Danger Falls, daar gaan we lunchen. In de auto deze keer, want het is veel te koud buiten en bovendien miezert het nog steeds. Op een paar minuten heb je het hier wel gezien, een mooie, diepe waterval.

 

Niettegenstaande het slechte weer besluiten we toch nog verder te rijden langs de Waterfall Way, er zijn hier nog zoveel natuurparken die ons de moeite lijken.

Tegen de tijd dat we aan de Ebor Falls komen veranderen we van gedachte, het weer wordt er zelfs nog slechter op. Het regent nu bijna onafgebroken en de mist belemmert elk uitzicht over de omgeving. Met de camper rijden we tot de Upper en de Lower Falls van Ebor. Deze zijn gelegen in een mooie omgeving van groene valleien, maar veel zien we er niet van.

Op de parking zitten drie kookaburra’s op houten paaltjes, deze vogeltjes zijn Dave zijn favorieten geworden en hij kan het niet laten om ze voor de zoveelste keer te fotograferen. Het zijn wel mooie, dikke vogels en kenmerkend voor Australië.

 

Hier sluiten we onze dag af, we rijden terug richting de snelweg zodat we morgenvroeg onze weg kunnen verder zetten. Beter weer staat er voorlopig niet aan te komen, op de radio hoorden we dat er nog minstens 2 dagen van regen zullen volgen.