Verslag Australië - New South Wales

 

The Blue Mountains: deze mooie regio wordt zo genoemd omdat er constant een blauwe waas hangt die afkomstig is van de verdamping van de oliedeeltjes van de eucalyptusbomen.

 

Na een koude nacht, gelukkig hadden we drie slaapzakken als dekens over ons gelegd, stonden we ’s morgens op met het zonnetje. Het was amper 1° om 6u30 maar gelukkig was de ijzige wind van gisteren gaan liggen. Het belooft dus een erg mooie dag te worden, koud maar met een hartverwarmend zonnetje.

 

Onze tocht door de Blue Mountains begonnen we in het dorpje Mount Victoria en dat dan nog eens aan Mount York Lookout. Van hieruit hadden we knappe vergezichten over de omgeving, hoewel het nog niet de echte blue mountains waren zoals we ze verwacht hadden.

Van op dit punt wandelen we naar beneden in de vallei, daar liggen de Victoria cascades. Dit gebied is evenals enkele andere gebieden in deze blue mountains regio getroffen geweest door hevige bosbranden in 2006. Daardoor zijn nog verschillende wandelingen afgesloten, de paden zijn te gevaarlijk om te bewandelen. Vele boomstammen zijn nog zwart van het roet en dat geeft zwarte vegen op je kleren wanneer je door het bos wandelt.

De wandeling biedt mooie zichten op de omliggende rotsen en kliffen. We lopen langs overhangende rotsblokken die uitgesleten zijn in allerlei vormpjes, het lijkt wel het werk van een beeldhouwer. Er hangt een lekkere geur in deze bossen, zou het van de vele eucalyptusbomen afkomstig kunnen zijn? Op de terugweg staat ons een fameuze klim te wachten, daarnet was het een constant afdalen tot in de vallei en nu wordt het zweten. We hebben de afgelopen weken al zoveel afgewandeld dat we durven zeggen dat we toch al iets gewoon zijn, maar deze klim bracht me echt in ademnood. De fleece die we aanhadden toen we vertrokken is nu echt veel te warm, de zon staat pal op de bergflank en maakt het erg warm. Het is nog altijd maar een graad of 6, de klim maakt dat we volledig in het zweet terug bovenkomen. Bij Dave hangen de zweetdruppels aan zijn kin en onze t-shirts moeten we te drogen hangen.

 

Nog voor de middag rijden we naar het volgende dorpje in de blue mountains, Blackheath. Omdat het vandaag een perfecte dag is voor lookouts, we hebben al heel wat pech gehad met mistig weer op zo’n punten, rijden we het dorpje door naar Evans Lookout. Hier bevinden we ons tussen de echte blue mountains. Alweer knappe uitzichten over grote bossen en hoge kliffen. Hier zie je ook echt de blauwe waas die over de bergen hangt, het lijkt alsof je een troebel zicht hebt.

Al van op de parking zien we hoe mooi de omgeving is en doordat ik in alle hevigheid naar het platform loop trap ik bijna op een slangetje dat daar lag te zonnen. Het is intussen alweer even geleden dat we nog een slang zagen en dit is een klein, fijn maar vooral mooi exemplaar.

 

Van op dit punt vertrekt ook de Grand Canyon Track, 5km door een prachtige omgeving. We hebben ooit al bovenop de rand van een canyon gelopen, deze wandeling brengt ons tot in de vallei. Hier komen we in een regenwoud terecht met grote bomen en vooral veel varens. 2u aan een stuk lopen we langs grote rotsblokken waar hier een daar kleine watervalletjes naar beneden komen. Op sommige stukken lopen we onder overhangende rotsen, achter een waterval, op de rand van een kloof of moeten we over rotsblokken springen om een riviertje te passeren. Onderweg zien we een nieuwe soort van de lyrebird, een vogel met een knappe pluimstaart. Het dier is gewond aan zijn poot maar dan nog is hij ons te snel af voor een goeie foto. Het laatste stuk van de wandeling zijn het trappen die ons terug naar boven brengen, het lijken er oneindig veel en het is weer puffen en blazen om boven te geraken.

We staan ervan versteld dat er in dit gebied nog steeds papegaaien en kaketoes rondvliegen, wij associëren deze dieren met warme temperaturen en geen vrieskou en sneeuw.

 

We hebben vandaag al heel wat knappe dingen gezien, maar omdat het zo’n mooie dag is willen we hem ten volle benutten en daarom rijden we de Megalong Vallei binnen. Aan de Hargraves Lookout hebben we een spectaculair zicht over de omgeving, rondom rond niets dan groene bergen. Over de rotsblokken klimmen we nog verder naar het Panorama Point voor de beste zichten.

Deze eerste dag sluiten we af aan Mount Blackheath Lookout. De uitzichten hier zijn vrijwel hetzelfde als daarnet, de blue mountains zoals we ze verwacht hadden te zijn.

 

Nu ons Australië avontuur op zijn einde begint te lopen en we al heel wat nachten ergens langs de baan gekampeerd hebben willen we toch één keer op een bijzondere plek geslapen hebben. Daarvoor zijn de blue mountains ideaal en we rijden terug naar Hargraves Lookout waar we ons installeren voor een panoramische nacht.

Met zicht op de zonsondergang boven de bergen bereid ik het avondeten terwijl Dave een flesje Australische rode wijn ontkurkt (opendraait eigenlijk want de wijnen hier hebben gewone draaidoppen, maar ontkurken klinkt beter :-) ). De ondergaande zon zorgt voor een fel oranje gloed boven de bergen, magnifiek om hier te kunnen kamperen. We zijn al benieuwd naar de zonsopgang voor morgenvroeg.

 

Wil het toch wel lukken dat we de volgende ochtend slapen tot 6u30 en de zonsopgang missen zeker !! Het zonnetje staat vlak op onze camper, een zalige warmte in deze vriestemperaturen. In de vallei zien we de nachtvorst nog hangen, daar moet het op ditzelfde moment nog erg koud zijn. Omdat het alweer een stralende dag belooft te worden zetten we de tocht in naar Echo Point voor een zicht op de Three Sisters. Deze rotsfiguren hebben zijn een legende voor de Aboriginals, er hangt een heel verhaal aan vast waarbij 3 vrouwen versteend werden.

De plek waar we nu staan is hét icoon van de blue mountains, de omgeving is ongelofelijk mooi en ook van op dit punt zie je de blauwe waas goed hangen.

 

Nu we voor de tweede dag op rij een stralende blauwe hemel hebben kopen we tickets voor Scenic World. Met onze scenic pass hebben we toegang tot alle attracties, de scenic cableway, de scenic railway en de scenic skyway. We beginnen met het treinritje dat met een helling van 52° het steilste ter wereld is. Het is nog vroeg op de ochtend en we hebben alle wagons voor ons alleen. Van bij het vertrek duikt het treintje de diepte in, moest er meer snelheid achter zitten zou dit ritje veel griezeliger zijn dan eender welke railway in een pretpark.

Eens beneden maken we een wandeling over de scenic walkway, hier zitten we middenin de blue mountains. Dit was tevens een mijngebied en aan dat aspect wordt nog veel aandacht besteed. Het treintje waar we ons daarnet in bevonden is een replica van de “mountain devil” en werd gebouwd door de Katoomba Koolmijn ter vervanging van de kolenwagons voor het vervoer van toeristen die meer en meer geïnteresseerd geraakten in deze regio.

Daarnaast kan je binnenkijken in een oude mijnschacht en krijg je een informatief filmpje te zien over die tijd en het harde zwoegen van de mijnwerkers. Tijdens de rondwandeling kwamen we langs een mijnwerkershuisje.

Om vanuit de vallei terug omhoog te geraken namen we de kabelbaan, op amper een paar minuutjes tijd stijg je zo’n 1.000m.

Als afsluiter gingen we heen en weer met de skyway. Deze grote glazen bak heeft ook een stukje glazen bodem zodat je diep in de vallei kan kijken tijdens de rit, je passeert eveneens langs de Katoomba Falls en hebt een fantastisch zicht op de Three Sisters.

Op een halve dag hebben we alle attracties gehad, jammer dat de ritjes met de verschillende scenic vervoermiddelen zo snel gedaan zijn. Het duurt telkens maar een paar minuutjes en dat vind ik persoonlijk nogal kort.

 

Hoewel we gisteren flink gewandeld hebben lijken we vandaag niet al teveel fut te hebben, daarom was een halve dag scenic world al ideaal. De rest van onze dag vullen we met een heleboel korte wandelingetjes en uitkijkpunten. Alle verschillende plaatsnamen zal ik jullie besparen want het waren er een heleboel. Elke keer opnieuw hadden we een perfect zicht over de vallei, maar eerlijk gezegd heb je het na de tiende keer wel gezien. Het blijft natuurlijk een prachtig stukje natuur en dit moet je gewoon gedaan hebben bij een bezoek aan Australië.

 

Wel het vernoemen waard was onze laatste wandeling in Wenthworth Falls naar de gelijknamige watervallen via de Princes Rock Lookout. Hierbij liepen we langs de diepe afgronden en onder overhangende rotsen. Omdat het al laat op de avond was kleurde de ondergaande zon de rotswanden oranje, erg mooi. Op de terugweg miste ik ergens en geraakte van het pad. Ik stond al te wankelen en te stuntelen op de rand van een rots voor ik doorhad dat dit niet de juiste weg bleek te zijn, Dave stond wat verder met mij te lachen.

Daarstraks kwam hij ineens achter mij gelopen met een takje vast waaraan een vlinder hing. Een mooi beestje wel, ongelofelijk hoe hij elke keer dieren weet te vinden.

 

Ook al waren we deze ochtend nog een beetje suf, alles bij elkaar geteld hebben we vandaag weer heel wat kilometers in de benen. In zo’n mooie omgeving kan je bijna niet anders, er is zoveel te zien.

 

In Glenbrook wilden we een laatste keer gaan wandelen in het gebied van de Blue Mountains. Daar aangekomen bleek dat er inkom moest betaald worden van 7AU$ voor de camper. Waarom er in dit deel van het nationaal park ineens moet betaald worden is ons een vraagteken. We hadden het er alleszins niet voor over om te betalen en na een kort wandelingetje van een paar kilometer alweer door te rijden. Zo lieten we de blue mountains iets sneller dan gepland achter ons en rijden we nu verder zuidwaarts.

We hebben nog een paar dagen over voor we in Sydney willen zijn en hebben dus de kans om nog een paar extraatjes mee te pikken !!