Verslag Argentinië
Esquel:
tot onze grote spijt kregen we hier niet te zien waarvoor we gekomen waren.
In het dorpje Esquel valt absoluut niets te beleven,
het was zelfs een hele opdracht om ’s middags een restaurantje te vinden dat
open was. Buiten één geasfalteerde hoofdweg bestaat de rest van het dorp uit
zandwegen en de huisjes zien er nogal triestig en armzalig uit.
Onderweg naar Esquel komen we in een sneeuwstorm
terecht. De chauffeur rijdt gelukkig heel erg voorzichtig en ondanks het lage
tempo komen we alsnog aan op het uur dat vooropgesteld was. Langs de rijbaan
liggen dikke pakken sneeuw en in de lichten van de tegenliggers zien we hoe
hard het sneeuwt. Maar dat blijft niet duren, want van zodra we de bergpas over
zijn is er geen vlokje meer te bespeuren.
’s Avondslaat arriveren we in het busstation en nemen
een taxi naar de hostel die we vooraf reserveerden. Vanwege het late uur
durfden we het risico niet te nemen om zonder reservatie in een dorp toe te
komen waarvan we niet eens een stratenplan hebben en in het donker op zoek
moesten gaan naar een slaapplaats. Een taxi valt niet te bespeuren en gelukkig
belt een bediende van het busstation voor ons een remis (een soort van taxi).
Een jonge gast kom aangereden in zijn break en zal ons wegbrengen. Met enige
argwaan stappen we in, want niets duidt erop dat we in een taxi zitten. Wanneer
we hem naar de prijs vragen verstaan we 70 peso’s in plaats van 7 en beginnen
al van onze oren te maken hoe schandalig dat wel is. Veel keuze hebben we niet
en blijven dus maar zitten met de gedachte dat we 12 euro zullen moeten
neertellen voor een korte rit. In ons beste Spaans proberen we de chauffeur
duidelijk te maken dat hij een afzetter is en we niet bereid zijn zoveel te
betalen waarna hij zijn prijs verlaagt naar wat wij denken tot 60 peso’s. Eens
op de bestemming toegekomen betaalt Dave voor de rit en wat blijkt? Hij vraagt
amper 6 peso wat neerkomt op een goeie euro. We voelen ons al gegeneerd dat we
daarvoor van onze oren maakten, maar hadden het gewoon verkeerd begrepen.
De hostel ziet er op het eerste gezicht vrij gezellig
uit, al is het bizar om een stapelbed te krijgen wanneer je een kamer voor 2
boekt. Maar kom, we zijn volledig uitgeput en willen zo snel mogelijk gaan
slapen. Het kamertje valt op zich wel mee, we hebben een eigen toilet en douche
al lijkt de vorm eerder op een bergplaats dan een slaapkamer, vandaar dus het
stapelbed.
De hele nacht is er constant gerommel in de keuken en
lijkt het alsof ze daar niets doen dan afwassen en met potten en pannen
rammelen. Wanneer dat eindelijk gedaan is rond 2u ’s nachts wandelt er een uur
later een hoop volk binnen die het het ideale uur vinden voor een babbeltje en
gelach. Van de paar uur die we nu in ons bed liggen hebben we nog geen 5 min
onze ogen kunnen sluiten van het rumoer en bovendien heb ik constant jeuk en
lijkt het of er vlooien in mijn bed zitten. Plots komt er iemand de kamer
binnen en wanneer ze opmerkt dat wij er liggen zegt ze sorry en draait terug.
Wat een bizarre situatie.
Bij het inchecken vroegen we naar de sleutel en bleek
dat ze er hier geen gebruik van maken onder het mom “no pasa nada”. Dat hebben
we nu nog nooit geweten… Na een verschrikkelijke nacht besluiten we hier niet
langer te blijven en pakken onze rugzakken in voor vertrek deze avond.
Op de enige dag die we dus in Esquel doorbrengen
willen we een auto huren voor een bezoek aan het nationale park Los Alerces. In
een aantal reisverslagen lazen we hoe knap dat park wel niet is, sommigen
beschreven het als “het hoogtepunt van hun bezoek aan Argentinië”, zoiets wil
je toch niet missen !
We stappen een verhuurbedrijf binnen en na heel wat
rond te hebben getelefoneerd weten ze ons te vertellen dat het park vrijwel
ontoegankelijk is na de regen van de afgelopen dagen. Met een beetje geluk
kunnen we de eerste 20km het park binnenrijden en een aantal wandelingen maken,
maar de kans bestaat om bij de ingang al vast te zitten. Tot onze grote spijt
moeten we deze uitstap dus laten voor wat hij is, we willen het risico niet
lopen om vast te rijden met een huurauto in een park waar in deze tijd van het
jaar geen “rangers” aanwezig zijn en terwijl we geen gsm hebben om te bellen in
geval van pech.
In plaats daarvan kopen we ons tickets voor een ritje
met het stoomtreintje La Trochita. Nu we hier toch zijn en er in het dorpje
zelf niets te beleven valt moeten we toch iets doen om onze dag op te vullen.
Een leuk weetje: de wagons zijn van Belgische makelij, heel oud en authentiek,
ze worden verwarmd met een houtkacheltje.
In elke wagon is er een Spaanstalige gids aanwezig die
uitleg geeft over de omgeving, jammer dat we er weinig van begrijpen. De man
doet wel moeite om het een en ander te vertalen maar zijn Engels is ook vrij
beperkt. Het landschap daarentegen is wel heel mooi, Esquel ligt in de vallei
tussen de hoge bergen waarvan er slechts enkele besneeuwde toppen hebben.
Normaal zou in deze tijd van het jaar alles wit zijn, maar ook hier heeft het
nog bijna niet gesneeuwd. Na een ritje van ongeveer een uur stoppen we aan een
klein dorpje, het zijn eigenlijk maar een paar huizen, van oorspronkelijke
Patagonië bewoners. Er is een museum met heel veel uitleg over Patagonië, zijn
bewoners en levenswijze maar aangezien ook hier alles enkel in het Spaans is
uitgelegd hebben we er redelijk wat moeite mee om te begrijpen waarover het
allemaal gaat.
Het treinritje was een leuk alternatief om toch iets
te kunnen doen in deze regio, al is het redelijk duur voor wat het is. Maar zo
krijg je toch nog iets van de omgeving te zien wat wel mooi was.
In de namiddag, nadat we onze bustickets voor vanavond
geregeld hadden namen we de lokale bus naar het dorpje Trevelin. In het
reisbureau van deze morgen vertelde de vrouw dat het daar heel gezellig is en
leuk om een tasje thee te gaan drinken in één van de typische tea houses.
Het begon al goed: zonder het te beseffen waren we het
centrum al gepasseerd nadat er steeds minder en minder huizen naast de baan
stonden en we precies het platteland inreden vroegen we de chauffeur waar het
centrum is waarop deze nonchalant achteruit wijst. Had hij dat niet gewoon even
kunnen zeggen, nu moeten we op zijn minst 3km terug lopen in de richting van
waar we gekomen zijn.
De “Welsche” oorsprong van dit dorpje was voor ons ver
te zoeken. Het is amper een scheet groot zoals ze dat bij ons zeggen en er valt
dus absoluut niets te zien of te beleven. Waarom er in godsnaam een tourist
info aanwezig is op het kleine dorpsplein is ons een vraagteken, misschien om
de toeristen te vertellen wanneer de eerstvolgende bus naar Esquel passeert
zoals bij ons?
Als je nu echt graag eens op een plek komt waar
absoluut niks, maar dan ook niks te zien of doen is, dat moet je in Trevelin
zijn !
Het was intussen namiddag en onze magen begonnen te
grommen, maar buiten een paar gesloten restaurantjes was er niks. We vonden
twee tea houses die dan ook nog eens allebei gesloten waren, wat een toffe
uitstap. Nog geen half uur nadat we van de bus gestapt waren zaten we er alweer
op om terug naar Esquel te rijden.
Daar brachten we nog een aantal uren door in het
hostel voordat we de nachtbus opstapten naar Puerto Madryn.