Verslag Argentinië

 

Bariloche: een drukbezocht skioord met één klein probleempje, er ligt geen sneeuw.

 

De busrit van Osorno in Chili naar Bariloche staat gekend als een knappe rit door “the lakes district”, wij kunnen bevestigen dat dat zeker zo is. Uren aan een stuk zien we niets dan meren, hoge bergen, rotswanden waarvan de watervallen naar beneden stromen en snelstromende rivieren. Het is een prachtige en verlaten omgeving, we komen zo goed als geen huizen tegen. De controles aan zowel de grens van Chili als Argentinië verlopen vlot en met alweer nieuwe stempels in ons paspoort kunnen we verder.

 

Sinds lang moeten we gaan rondlopen in de stad, op zoek naar een slaapplaats. Op 1 juli is het skiseizoen begonnen en zijn er veel hotels volzet, dat betekent eveneens hoge prijzen waardoor we in een dorm belanden in plaats van een eigen kamer te nemen. Maar zelfs om een kamer met anderen te delen vinden we het nog schandalig duur, maar wat doe je daaraan? We vinden een hostel dat ontbijt en diner aanbiedt voor een iets hogere prijs dan de andere hostels waar enkel het ontbijt is inbegrepen en dat geeft voor ons de doorslag.

 

Om een uitstap te boeken moet je er snel bij zijn, want aangezien er niet voldoende sneeuw ligt om te gaan skiën zoeken alle mensen een alternatief. Toch kiezen wij ervoor om er op onze eerste dag zelf op uit te trekken. Het is zondag en we gaan op zoek naar fietsen, niet gemakkelijk want zowat alles blijkt gesloten te zijn vandaag. Na een tijdje rondgelopen te hebben in het centrum, op de voet gevolgd door drie honden (alweer, er moet toch iets speciaal zijn aan ons waardoor we steeds opnieuw woefen aantrekken) gaan we terug richting onze hostel om veel te dure fietsen te huren. Onderweg botsen we dan toch nog op een fietsenwinkel die wel open is en waar de huur net iets goedkoper is.

 

Zo beginnen we iets voor het middaguur aan het Circuito Chico, een fietstocht door deze prachtige omgeving van 60km. Aan de deur van de winkel worden we opgewacht door de drie honden, we hebben hen nog niet eens aangeraakt en toch willen ze niet meer weg bij ons. We beginnen te trappen en wat blijkt, die drie blijven ons achtervolgen. Hoe we ook ons best doen om ze kwijt te geraken, hoe hard we ook trappen en hoe snel we ook bergaf bollen, de drie musketiers blijven ons volgen. We krijgen er echt medelijden mee want hun buiken gaan wild op en neer van het ademhalen maar we willen niet dat ze ons 60km blijven volgen. Stel dat ze verloren geraken of stel dat er iets gebeurd langs deze drukke rijbaan. Tot aan kilometerpaal 7 hebben ze het volgehouden, maar dan bleven ze gelukkig toch achter.

 

Na deze eerste kilometers hebben we door dat het niet zo maar een fietstochtje zal worden, constant bergop en niets dan heuvels. Maar eens we de grootste drukte achter ons laten wordt de omgeving steeds mooier. We bevinden ons niet voor niets in “the lakes district” en rijden de hele tijd vlak naast grote meren waarachter grote bergen liggen met al dan niet besneeuwde toppen. Na 17km nemen we de stoeltjeslift naar Cerro Campanario, hier boven wacht ons het meest verbluffende landschap (ooit?). Overal zijn er meren en bergen voor zover het oog reikt, adembenemend. We mogen blij zijn met deze zonnige dag, want de afgelopen dagen is er heel wat regen gevallen maar nu kunnen we kilometers ver kijken naar de omliggende bergen. Er staan al weer een lange rij aan te schuiven van mensen die naar beneden willen, we zijn precies op het verkeerde moment van de dag gekomen want moesten daarstraks ook al lang aanschuiven. Beneden staan er tientallen tourbussen, maar het is dan ook zeker de moeite om hier je beurt af te wachten.

 

De fietstocht gaat verder langs een iets minder drukke rijbaan, maar toch moet je goed uitkijken dat je niet van de baan gereden wordt door één van de vele bussen. Verschillende keren hebben we op hen gevloekt en geduveld, ze houden totaal geen rekening met ons fietsers en rijden je letterlijk van de rijweg. Als je niet uitwijkt naar de zandstrook naast de baan ga je tegen de grond en dat maakt het fietsen toch wel frustrerend. Ook wordt er constant getoeterd door auto’s, is het uit frustratie of als aankondiging van hun komst? Deze morgen bij de fietsverhuurder dachten we dat een helm niet nodig zou zijn, maar daar durf ik intussen wel aan te twijfelen. We moesten ook tweemaal in de remmen gaan voor auto’s die vlak voor onze neus de baan oprijden en dat ook nog eens doodnormaal vinden.

 

We zijn nog niet in de helft van de tocht of Dave zijn ketting valt eraf. Dave en fietsen, dat gaat niet samen. Altijd gebeurt er wel iets, meestal zijn het platte banden. Met handen zwart van de smeer moet hij verder, niets aan te doen.

De rit wordt hoe langer hoe mooier, gedurende de hele tocht is er overal water, zien we niets dan hoge bergen waarvan slechts sommigen besneeuwd zijn en cirkelen er condors boven de hoge toppen. Dit wordt misschien wel onze mooiste fietstocht ooit !

 

Hoewel we dachten intussen een goeie conditie te hebben opgebouwd hebben we fameus gezweet. De hellingen worden langer en steiler, gelukkig hebben we goeie mountainbikes met goeie versnellingen en komt er na elke helling ook weer een meer dan welkome afdaling. Het is nog maar een paar dagen geleden dat ik dood ben geweest (op de Villarrica vulkaan), maar ook deze keer is het voor mij afzien. Als het zo doorgaat kom ik naar huis met een vals gebit door het vele tandenbijten. Het doorzettingsvermogen is er wel nog, geen enkele keer ben ik moeten afstappen en daar ben ik trots op, hoewel het soms “close” was !

Op de hoogste top, met het meest bangelijke uitzicht, stonden er verschillende kraampjes. Iets typisch voor hier zijn blijkbaar de St Bernard honden met een tonnetje rond hun nek. Hun baasjes laten je tegen betaling met hen op de foto. We vinden het echt triestig om zien, zeker de pup die erbij moet.

 

Wanneer we iets meer dan de helft van het circuit hebben afgelegd maken we een omweg naar de eerste Zwitserse kolonie uit deze omgeving. We moeten via een gravelroad en het gehobbel en gebobbel begint fameus pijn te doen aan onze poepen, wat een harde zadels. Het is een gezellig straatje, meer is het niet, maar heel erg toeristisch. Elk huisje blijkt een winkeltje te zijn en veel authentiek is er niet meer aan. Toch trekken de “schlagers” onze aandacht en gaan we even kijken of we geen gluhweintje of jenever kunnen krijgen wat jammer genoeg niet het geval is.

Voor we de terugweg inzetten eten we nog snel een pistolet met kaas, kwestie van krachten te verzamelen voor de komende klim. En wat voor één… Het zwaarste gedeelte van heel deze trip staat ons nog te wachten en het was wederom geen lachertje om boven te geraken.

 

We zijn dan ook blij dat we de terugweg kunnen inzetten en wat blijkt? De honden die ons vanmorgen volgden liggen op dezelfde plek waar ze het opgaven op ons te wachten. Hevig kwispelend komen ze aangelopen en beginnen alweer aan de achtervolging. We kunnen het niet over ons hart krijgen om hen achter te laten en wachten regelmatig op hen zodat ze even op adem kunnen komen. Maar na een tweede pauze komen ze niet meer achter de bocht tevoorschijn. We blijven even wachten, maar kunnen dan niets anders dan toch door te rijden.

Onderweg begeeft Dave zijn achterrem het, het remblokje is losgekomen en hij zal dus voorzichtig moeten zijn tijdens de afdalingen. Gelukkig zijn we nog maar op een zestal kilometer van Bariloche en is het einde in zicht.

Uiteindelijk hebben we een goeie 70km in de benen en zijn we 7u15 minuten onderweg geweest. Het was een prachtige tocht, onvergetelijk mooi, wat een bijzonder landschap !

 

Nadat we onze fietsen hebben ingeleverd en al onze suikers verbrand hebben trakteren we ons op twee bollen ijs, mmm. Alleen vriezen onze handen er bijna af door de ijskoude wind, zeker nu het zonnetje al te ver gezakt is om nog warmte te geven. We wandelen nog kort door het centrum voor we onze warme hostel opzoeken.

 

De afgelopen nacht was verschrikkelijk. We hebben gezelschap gekregen in onze dorm van vier, die we vorige nacht voor ons twee hadden, van een kerel die super hard snurkt. Nee, niet een beetje, kei hard gaat hij tekeer en Dave heeft er niet eens iets van gemerkt. Verschillende keren heb ik tegen zijn bed moeten duwen en stompen, hij lag boven mij, en dan hield hij telkens even op. Grrr, mijn humeur is dus allesbehalve na zo’n nacht.

 

Aan de receptie van het hostel moeten we ons aanmelden voor een trekking naar “Pampas Linda”. Hoewel het gisteren al heel zwaar was kijken we er toch wel naar uit en staan gepakt met onze lunch te wachten. Blijkt dat de kerel die ons gisteren inboekte een foutje gemaakt heeft en er vandaag helemaal geen uitstap vertrekt. Daar staan wij dan, onze boterhammekes gepakt en vroeg uit ons bed voor niks. Mijn humeur zakt nog dieper onder nul en we hebben geen zin om hier nog twee dagen langer te blijven, zeker aangezien de weersvoorspellingen voor de komende dagen niets dan regen zijn.

 

We besluiten te vertrekken en gaan onze bustickets voor vanavond boeken. Jammer dat we hierdoor een stukje natuur zullen missen, maar er staat ons zeker nog veel moois te wachten in de rest van Patagonië.

In de regen lopen we door de winkelstraten en gaan ’s middags een hapje eten. We staan versteld van de hoge prijzen hier, komt dat doordat het hier zo toeristisch is of zal dit de trend zijn voor de rest van Argentinië?

 

In Bariloche is er, buiten het gekende skioord, een echte chocolade-industrie. Dave blijft zowat voor elke vitrine plakken en watertanden en besluit na de zoveelste chocolatier toch maar wat pralinnekes te kopen. Die smullen in de namiddag lekker samen op en brengen onze laatste uurtjes voor ons vertrek door in de warme bar van het hostel.