Onze laatste dagen in Zuidelijk Afrika zijn geteld. We verlaten de wijnstreek en rijden terug richting de oceaan, deze keer hopelijk zonder de hevige wind van een goeie maand geleden.

 

Het is maar een korte trip vanuit Franschhoek naar Hermanus, maar best een mooie rit door de bergen. Aangekomen aan de kust gaan we op zoek naar een camping. Hiervoor baseren we ons op een campinggids en de gegevens in de gps. De eerste camping: volzet. Het is duidelijk nog hoogseizoen, voor de Zuid-Afrikanen is het nu zomervakantie. De bewakingagent van de camping verwijst ons naar een camping die er naast ligt maar dat blijkt al snel geen optie. De kerel die ons onthaalt vertelt ons iets over een plek waar mensen met “een missie” samenkomen, alcohol is er verboden. Het heeft eerder iets weg van een sekte dan van een camping, dus wij op zoek naar een andere plek.

Derde keer, goeie keer. We komen op alweer een super drukke camping maar er schijnen nog plaatsen te zijn. Hoewel, wij op zoek met de nummers van de vrije campsites in de hand naar waar ze ons dan wilden steken… Ofwel vlak naast de zee op een heuvel waar we volop de wind zouden pakken, op een bijgemaakte plaats waar onze 4x4 maar amper in past of enkele nummers die gewoon niet te vinden zijn. Veel keuze hebben we natuurlijk niet dus zetten we ons ergens waar het nog te doen is en verzinnen er zelf het passende nummer bij.

 

De camping staat overvol, het is er een drukte van jewelste. De afgelopen dagen waren we al wat meer volk gewend, maar dit is niet te geloven. Komt daar nog een keertje bij dat we heel wat bekijks krijgen, onze daktent schijnt de aandacht te trekken. In plaats van vriendelijk een goeiedag te zeggen worden we enkel aangestaard en Dave krijgt het al snel op zijn heupen van al die gapende Zuid-Afrikanen. Hier op de camping aan zee zit er toch een heel ander volkje dan de reizende Zuid-Afrikanen die we de laatste weken tegenkwamen.

 

De camping ligt niet in het centrum van Hermanus maar we kunnen gelukkig wel een mooie wandeling maken langs de zee. Een strand is er evenmin, dus volgen we het aangelegde kustpad dat langs de rotsen loopt. Het water splatsht hard tegen de rotsen, in zo’n krachtige golven zouden we niet eens kunnen zwemmen. Op enkele plaatsen is er een zwembad in zee gemaakt waarbij er een betonnen muur gebouwd werd in zee zodat zwemmers min of meer veilig het water in kunnen.

 

Omdat de camping ons niet bepaald bevalt vertrekken we de volgende dag na het ontbijt. Of dat een goeie zet zal zijn? De kans bestaat dat de drukte op een volgende bestemming niet minder zal zijn maar we wagen het erop.

Voor we hier wegrijden gaan we eerst nog een kijkje nemen in het centrum van Hermanus. Het is er best gezellig met verschillende bars en restaurant langs de kust en ook hier loopt het wandelpad nog verder.

 

Zo ergens rond het middaguur komen we aan in Betty’s Bay. Hier zitten de kleine Afrikaanse pinguďns en kan je hen voor 1 euro gaan bekijken. De kleine, grappige vogels zitten massaal op de rotsen. Zo nu en dan worden ze overspoeld door een grote golf en zie je enkele van hen onderuit gaan. Op zich valt hier niet veel te beleven, maar wij kunnen ons best amuseren door toe te kijken van op een bankje. De omgeving is trouwens prachtig, de kustlijn van Zuid-Afrika is absoluut de moeite.

De hoge, groene bergen komen hier bijna uit in zee waardoor zelfs een rit met de auto langsheen de kust de moeite loont.

 

Ook vandaag moeten we weer op zoek naar een kampplaats en die zoektocht start met hetzelfde liedje als gisteren. De eerste camping is volgeboekt, hoewel we net nog een plaatsje kunnen krijgen van iemand die vanmorgen annuleerde. Opnieuw past onzen John maar net in het kleine plekje en omdat daarnaast ook nog eens de prijs voor de campsite niet echt in de smaak valt besluiten we door te rijden. Na een tijdje zoeken komen we uiteindelijk op een camping waar amper volk staat.

Heel bizar maar het wordt ons al snel duidelijk wat de oorzaak kan zijn. Deze camping is een pak goedkoper dan de overige in deze drukke vakantieperiode en wanneer we rond rijden op zoek naar een geschikte plek merken we al snel dat er vrijwel enkel zwarten gekampeerd staan.

Het is niet te geloven, maar toch hebben we de indruk dat er nog steeds een grote kloof is voor wat blank en zwart betreft. Op de hele eenvoudige campings vind je wel eens zwarten die met vakantie zijn, maar op de populaire campsites zijn het vrijwel uitsluitend de blanken.

 

Heel eerlijk gezegd gaf het ons ook wel een beetje een vreemd gevoel om hier te staan. Overal staat alles propvol, wij installeren ons verplicht op een camping waar amper 10 anderen logeren. Al doet het ons niets en maakt het voor ons geen verschil of er een blanke of en zwarte naast ons kampeert, de gedachte dat je bijna als enige blanke toerist kampeert op een plek waar de blanke Zuid-Afrikanen om de een of andere reden niet komen is toch bizar.

 

Ook hier blijven we maar weer een dag. De stranden in Betty’s Bay, of beter gezegd in Kleinmond, zijn breed en mooi maar omdat we geen super gevoel hebben bij onze kampplaats houden we het ook hier weer snel voor bekeken.

Net al gisteren maakten we een wandeling langs de oceaan, maar deze keer wel degelijk met onze voeten in het witte, zachte zand.

Nu onze reis stilaan op zijn einde loopt smaakt dat strandleven naar meer. Daarom zetten we koers richting Kaapstad waar we ons verwachten aan een strand dat minstens zo mooi is.

 

birds_back.gif                birds_up.gif                 birds_next.gif

TeamCameltoe_Sponsors_htm_smartbutton2.gif